Knapperige notenrepen met hele amandelen en pinda’s, echt een vullend tussendoortje! Ik maakte ze met gepofte rijst, sesamzaadjes en ahornsiroop. Een akelig lekkere combinatie.
Ik heb al heel veel recepten voor lekkere tussendoortjes gemaakt, maar een notenreep was er nog nooit van gekomen. En dan bedoel ik zo’n knapperige notenreep met hele noten en een harde, gekaramelliseerde suikerlaag die lekker knispert tussen je tanden. Zo eentje. Heerlijk toch?
Een paar weken terug zat ik dus zo’n reep te eten (zelf gekocht bij de supermarkt) en toen besloot ik dat deze met spoed bovenaan de baklijst moest. Ik ging aan de bak met maar enkele ingrediënten: amandelen, pinda’s, sesamzaad, gepofte rijst, ahornsiroop en een stevige mespunt zout. Dat laatste geeft net dat beetje “extra” aan de repen, maar als je zoutarm eet kun je het natuurlijk prima weglaten.
En lékker dat ze toch waren jongens, ongelofelijk. Hopelijk komen ze ook met spoed bovenaan jouw baklijst. 😉
Hier zal ik direct aan toevoegen: pinda’s en amandelen zijn officieel geen noten, maar de meesten rekenen ze wel tot deze categorie. Ze leken me met name heel erg lekker in deze knapperige snackrepen in combinatie met de gepofte rijst en sesamzaad.
Ook al is het uiteindelijke recept voor deze notenrepen ontzettend makkelijk, ik heb toch een aantal keer moeten testbakken voordat ik tot het perfecte recept kwam. Dat had met name te maken met de vorm waarin de notenrepen gebakken worden.
In eerste instantie gebruikte ik een rechthoekige bakvorm om het notenmengsel in te bakken, om na het bakken er repen van te snijden. Op die manier krijg je geen mooie, strakke repen als resultaat, maar veel losse stukjes en nootjes. Zonde!
Ik gebruikte daarom deze siliconen bakvorm waarin je granola bars, notenrepen of allerlei andere soorten repen kunt maken. Dat werkt perfect! Met het onderstaande recept kun je 8 (flinke) notenrepen met behulp van deze siliconen vorm maken.
Natuurlijk kun je het ook in een bakvorm maken (van 30 cm bij 40 cm ongeveer). Mijn advies is om het geheel voordat het de oven ingaat goed aan te stampen met de onderkant van een glas. Na het bakken zou ik de repen niet proberen te snijden, maar breken. Op die manier krijg je minder losse nootjes. Hoewel die erg lekker in je granola smaken, weet ik inmiddels uit ervaring dankzij alle test baksels.
Zeker weten! Denk bijvoorbeeld aan hazelnoten, walnoten, pecannoten of gedroogd fruit (rozijnen, cranberry’s). Er is genoeg te bedenken waar je jouw eigen notenreep mee kunt samenstellen. Let er wel op dat verschillende soorten noten qua gewicht en omvang van elkaar kunnen verschillen, dus wellicht zul je even moeten experimenteren.
Als je één grote bakvorm gebruikt bestaat de kans dat dit gebeurt. Ik heb zelf deze siliconen vorm gebruikt waarin je direct losse repen vormt. Dat werkt perfect. Toch heb ik ook een aantal tips voor degenen die een grote bakvorm gebruiken:
Absoluut, dat lijkt me erg lekker zelfs. Binnenkort deel ik weer een nieuwe smaakvariatie op deze notenreep met jullie, waarin ik ook chocolade zal verwerken. 😉
Het invriezen van de notenrepen heb ik nog niet geprobeerd. Ga jij dit wel uitproberen? Laat in de reacties onder dit artikel dan vooral even van je horen, andere lezers (maar ook ikzelf) zijn benieuwd naar je bevindingen.
Knapperige notenrepen met hele amandelen en pinda’s, echt een vullend tussendoortje! Ik maakte ze met gepofte rijst, sesamzaadjes en ahornsiroop. Een akelig lekkere combinatie.
Ik heb al heel veel recepten voor lekkere tussendoortjes gemaakt, maar een notenreep was er nog nooit van gekomen. En dan bedoel ik zo’n knapperige notenreep met hele noten en een harde, gekaramelliseerde suikerlaag die lekker knispert tussen je tanden. Zo eentje. Heerlijk toch?
Een paar weken terug zat ik dus zo’n reep te eten (zelf gekocht bij de supermarkt) en toen besloot ik dat deze met spoed bovenaan de baklijst moest. Ik ging aan de bak met maar enkele ingrediënten: amandelen, pinda’s, sesamzaad, gepofte rijst, ahornsiroop en een stevige mespunt zout. Dat laatste geeft net dat beetje “extra” aan de repen, maar als je zoutarm eet kun je het natuurlijk prima weglaten.
En lékker dat ze toch waren jongens, ongelofelijk. Hopelijk komen ze ook met spoed bovenaan jouw baklijst. 😉
Hier zal ik direct aan toevoegen: pinda’s en amandelen zijn officieel geen noten, maar de meesten rekenen ze wel tot deze categorie. Ze leken me met name heel erg lekker in deze knapperige snackrepen in combinatie met de gepofte rijst en sesamzaad.
Ook al is het uiteindelijke recept voor deze notenrepen ontzettend makkelijk, ik heb toch een aantal keer moeten testbakken voordat ik tot het perfecte recept kwam. Dat had met name te maken met de vorm waarin de notenrepen gebakken worden.
In eerste instantie gebruikte ik een rechthoekige bakvorm om het notenmengsel in te bakken, om na het bakken er repen van te snijden. Op die manier krijg je geen mooie, strakke repen als resultaat, maar veel losse stukjes en nootjes. Zonde!
Ik gebruikte daarom deze siliconen bakvorm waarin je granola bars, notenrepen of allerlei andere soorten repen kunt maken. Dat werkt perfect! Met het onderstaande recept kun je 8 (flinke) notenrepen met behulp van deze siliconen vorm maken.
Natuurlijk kun je het ook in een bakvorm maken (van 30 cm bij 40 cm ongeveer). Mijn advies is om het geheel voordat het de oven ingaat goed aan te stampen met de onderkant van een glas. Na het bakken zou ik de repen niet proberen te snijden, maar breken. Op die manier krijg je minder losse nootjes. Hoewel die erg lekker in je granola smaken, weet ik inmiddels uit ervaring dankzij alle test baksels.
Zeker weten! Denk bijvoorbeeld aan hazelnoten, walnoten, pecannoten of gedroogd fruit (rozijnen, cranberry’s). Er is genoeg te bedenken waar je jouw eigen notenreep mee kunt samenstellen. Let er wel op dat verschillende soorten noten qua gewicht en omvang van elkaar kunnen verschillen, dus wellicht zul je even moeten experimenteren.
Als je één grote bakvorm gebruikt bestaat de kans dat dit gebeurt. Ik heb zelf deze siliconen vorm gebruikt waarin je direct losse repen vormt. Dat werkt perfect. Toch heb ik ook een aantal tips voor degenen die een grote bakvorm gebruiken:
Absoluut, dat lijkt me erg lekker zelfs. Binnenkort deel ik weer een nieuwe smaakvariatie op deze notenreep met jullie, waarin ik ook chocolade zal verwerken. 😉
Het invriezen van de notenrepen heb ik nog niet geprobeerd. Ga jij dit wel uitproberen? Laat in de reacties onder dit artikel dan vooral even van je horen, andere lezers (maar ook ikzelf) zijn benieuwd naar je bevindingen.
Dol op zelfgemaakte pindasaus? Met dit recept maak je het makkelijk zelf met slechts een handvol ingrediënten. Pindasaus is in Nederland ook wel bekend onder de naam satésaus, ik vertel je meer over het verschil dat er werkelijk is tussen deze twee sauzen.
Pindasaus, ook wel satésaus genoemd, kun je op veel momenten eten: bij de BBQ of het gourmetten, op een frietje, over een gehaktbal, op je kipsaté of bij de gadogado of nasi. Leuk weetje: ik hou er totaal niet van. Maar bijna iedereen om me heen is er dol op en reageert altijd geschokt als ik vertel dat ik het niet lust. Zeker gezien ik wel dol ben op pindakaas.
Omdat ik het zelf nooit eet heb ik mijn team gevraagd om hun favoriete recept voor satésaus, want dat mag natuurlijk niet ontbreken op Laura’s Bakery. Dus Mariette ging aan de slag en deelt haar recept!
BAKTIP: De pindasaus kan (eenmaal afgekoeld) prima enkele dagen gekoeld bewaard worden in een goed afsluitbare vershouddoos.
Pindasaus (of satésaus zoals wij dat in Nederland vaak noemen) is afkomstig uit Indonesië, maar de recepturen die wij gebruiken lijken eigenlijk weinig meer op het origineel. Zo hoort pindasaus met verse pinda’s gemaakt te worden en gebruiken wij eigenlijk altijd pindakaas.
Om dicht bij het origineel te blijven gebruik ik het liefst pindakaas die 100% van pinda’s is gemaakt, maar het kan natuurlijk prima met elke soort pindakaas. Daarnaast horen er eigenlijk veel meer ingrediënten thuis in de saus, zoals hete chilipepers, citroengras, Javaanse palmsuiker, tamarindewater en garnalenpasta.
Dit kun je altijd zelf nog toevoegen naar smaak als je voor een authentieke Indonesische pindasaus wilt gaan. Maar zoals jullie weten houdt Laura recepten graag simpel, dus heb ik het bij onderstaande zes ingrediënten gelaten.
Grappig genoeg kwam ik er na wat research voor dit recept achter dat wij in Nederland in de veronderstelling lijken te zijn dat satésaus en pindasaus hetzelfde zijn. In Indonesië is satésaus simpelweg een saus voor over de saté, dat zou in principe elke soort saus kunnen zijn.
Pindasaus is dus eigenlijk de enige juiste benaming voor onderstaande saus op basis van pinda’s, ook al noemen de meeste Nederlanders het waarschijnlijk gewoon “satésaus”.
Ik gebruikte lekker makkelijk pindakaas om deze pindasaus te maken. Je kunt zoals gezegd elke pindakaas die je lekker vindt gebruiken, al zou ik wel voor een pindakaas zonder stukjes pinda gaan. Tenzij je dit lekker vindt in je saus natuurlijk! Het merk maakt verder ook niet uit, net als de dikte van de pindakaas.
Je kunt natuurlijk ook het potje pindakaas achterwege laten en pinda’s gebruiken. Dan vermaal je de pinda’s zelf tot een pindakaas die je in de pindasaus verwerkt.
Het is heel makkelijk om zelf pindakaas te maken. Je kunt mijn recept voor pindakaas gebruiken, maar dan laat je natuurlijk wel de chocolade achterwege. En maal de pinda’s dan ook wat langer totdat er (bijna) geen stukjes meer in zitten.
Zin in meer lekkers uit de Indonesische keuken? Ik ben van plan om nog veel meer Indonesische recepten uit te proberen. Heb je een favoriet of een verzoekje? Laat het dan vooral weten in de reacties onder het recept – ik lees graag mee!
Op dit moment heb ik al een aantal recepten uitgeprobeerd waar ik erg enthousiast over ben:
Soms heb je een geweldig idee waar je gelijk aan begint, andere keren duurt het nog een paar maanden voor je het plan uitvoert. Deze Snickers tartelettes behoren tot die laatste categorie. Ik bedacht ze eind juni op de boot naar Newcastle en zou ze voor mijn verjaardag maken. Toen had ik ineens meer zin om cakes te bakken, dus werden deze tartelettes weer eens opgeschoven. Afgelopen week ging ik dan eindelijk aan de slag. Na de koekbakjes gebakken te hebben maakte ik de vulling van karamel en pinda’s, smolt chocolade voor de topping en sneed blokjes nougat klein voor de decoratie. Alle elementen van een Snickers in een tartelette, zálig. Ik heb het recept gelijk voor je uitgewerkt zodat je zelf aan de slag kunt.
Pindakaas en ik zijn goede vrienden. Bij lekkere trek steek ik gerust een lepeltje in de pindakaaspot om te snoepen. Op een broodje combineer ik het graag met wat hagelslag of vlokken. Oh en op een plakje ontbijtkoek is pindakaas ook heerlijk. Liefst ook weer met wat hagelslag. Je merkt het, ik vind pindakaas en chocolade een heerlijke combi. Omdat ik ook altijd al eens zelf pindakaas wilde maken besloot ik een heerlijke combi te maken. Dat resulteerde in een crunchy pindakaas met chocolade. Want een pindakaas met stukjes noot, dat vind ik dan ook weer de lekkerste. Zie hier mijn meest favoriete pindakaas ooit!
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Baksels met pindakaas zijn altijd goed als je het mij vraagt, ik had dan ook behoorlijk last van keuzestress toen ik een recept uit het boek Pindakaas wilde uitkiezen. Dat het zoet moest worden stond voor mij al vast, want zodra het is verwerkt in sausjes of hartige gerechten lust ik ineens geen pindakaas meer.
Vraag maar niet waarom, ik heb ook geen idee. Toen ik voor de vijfde keer het boek doorbladerde en weer iets te lang bleef hangen bij de pindakoeken wist ik het, die ging ik maken. Vroeger hadden we deze koeken vaak ik de koektrommel zitten en daar kreeg ik dan geen genoeg van. Hoogste tijd om ze zelf te maken. En naast dat recept, vertel ik jullie ook meer over het boek Pindakaas.
Laat ik beginnen met zeggen dat iedere pindakaas fan heel erg blij gaat worden van dit boek. Dat ben ik namelijk ook. Tijdens het maken van de koeken liep ik er wel tegenaan dat ik net aan 13 koeken uit het deeg kreeg in plaats van de genoemde 14. Maar goed, kan gebeuren en dat is niet heel erg.
Verder vond ik 20 minuten wat lang om te bakken, dus ik zette de timer op 15 minuten. En dat was (voor mijn oven) ook echt meer dan genoeg. Heb ik dan net pech gehad met de receptuur die ik uitkoos? Zou kunnen, al zie ik meerdere recepten die ik zelf minder lang in de oven zou zetten.
Maar zoals ik zo vaak zeg, dat verschilt per oven. Leer die dus goed kennen. En verder Kune je beter het te kort bakken en er dan nog wat minuutjes bij optellen dan dat het er zwart uitkomt.
Genoeg over die baktijd. Door naar de inhoud. Die is opgedeeld in 5 hoofdstukken: ontbijt, koek enzo, taart en plaatwerk, hartig en toetjes. Het hartige hoofdstuk is dus iets minder aan mij besteed, gelukkig voor mij is het merendeel lekker zoet.
Ontbijten kun je doen een pindakaastosti terwijl je dan bovenstaande brosse pindakoeken maakt voor bij de koffie. De plaatkoek met zoute stengels uit het volgende hoofdstuk lijkt mij ook zalig en dan zou ik graag de lavacakejes als dessert willen. Er staat meer dan genoeg op mijn lijstje om uit te proberen uit dit boek.
Dan nog even over de vormgeving. De fotografie is prachtig en elk recept is voorzien van een foto, dat vind ik heel fijn. Opvallend is dat de recepten op kleinere pagina’s tussen de foto’s staan. Dat duurde heel even voordat ik het doorhad, maar het ziet er wel heel tof uit.
Enige jammer is dat ik de tekst niet altijd even duidelijk leesbaar vind wanneer het boek op het aanrecht ligt en ik het recept wil lezen. Dan moet ik mijn neus echt even wat dichter naar de pagina’s brengen.
Eindconclusie: ja, ik heb wat op- en aanmerkingen. Maar ik blijf wel ontzettend enthousiast over dit boek om deze simpele reden: pindakaas!
Het boek Pindakaas is voor 18,95 verkrijgbaar bij onder andere Bol.com.
Als je op zoek bent naar een alternatief voor amandelspijs of naar een notenvrije amandelspijs, dan zit je hier aan het goede adres. Ik maakte deze heerlijke kokosspijs, gemaakt van geraspte kokosnoot.
Kokosspijs leent zich perfect om amandelspijs te vervangen in een gevulde koek, een sloffen bodem, gevuld speculaas of in zalige cruffins met spijs. Je hoeft de verhoudingen niet te veranderen in de recepten, je kunt amandelspijs 1:1 vervangen door dit recept voor kokosspijs.
Kokosspijs is niet alleen erg fijn voor mensen met een notenallergie, maar ook voor diehard kokosliefhebbers is het een echt top recept. Mijn team vroeg er al maanden (misschien zelf jaren?) naar en is razend enthousiast over het resultaat! Ga jij er ook mee aan de slag?
Let wel: officieel zijn amandelen natuurlijk geen noten, maar steenvruchten. Net zoals pinda’s ook geen noten zijn, maar peulvruchten. Toch worden amandelen en pinda’s over het algemeen in één adem genoemd met andere noten en verdragen de meeste mensen met een notenallergie ook geen amandelen en pinda’s.
Hierboven tip ik je mijn recept voor cruffins. Heb je geen idee wat dit zijn? Kijk dan mijn video voor speculoos cruffins eens waarin ik het eindresultaat laat zien én hoe je ze maakt. Prachtig zijn ze hè?
Voor de basis van dit recept voor kokosspijs heb ik de verhoudingen van mijn amandelspijs aangehouden. Een kokosnoot bevat van nature (net zoals amandelen) een flinke hoeveelheid aan vet.
Maar de droge, geraspte kokos die wij in de supermarkt of bij culinaire speciaalzaken kunnen kopen bevat weinig vet meer vergeleken met de verse rasp óf vergeleken met amandelmeel. Dit komt doordat er verschillende persingen zijn gedaan met de kokosrasp om er santen, kokosroom en kokosmelk van te maken, waarna het gedroogd is.
Dat is in principe geen probleem, maar wel iets om altijd rekening mee te houden als je het aan een bestaand recept wil toevoegen. Het gevolg is dat gedroogde, geraspte kokos bijvoorbeeld erg veel vocht op in recepten. En dus wist ik dat ik wat extra vocht en vet aan de gedroogde kokosrasp zou moeten toevoegen om een mooi smeuïg en werkbaar kokosspijs te maken dat een goed alternatief vormt voor amandelspijs. Want ik was niet van plan om een verse kokosnoot te gaan raspen en (op de enkeling na) jullie vast ook niet. 😉
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Om mijn kokosspijs smeuïger te maken stond ik voor de volgende keuze: het toevoegen van kokoscrème (santen), kokosroom of kokosolie, want deze bevatten alle drie voldoende vet. En dus zat er maar één ding op: een kokosspijs test!
Ik maakte drie verschillende soorten kokosspijs. In eerste instantie begon ik met drie individuele soorten met één kokostoevoeging, maar de spijs met kokosolie bleef zo korrelig dat ik meteen wat extra room heb toegevoegd. De verhoudingen vind je onderstaand; de basis = 150 gram geraspte kokos, 150 gram suiker en 1/2 ei:
Al met al denk ik dat alle drie de soorten spijs bruikbaar waren. Ik heb ze niet alleen ‘rauw’ met elkaar vergeleken, maar ik heb ook stukjes afgebakken in de oven en daarna nogmaals de voor- en nadelen van elke soort spijs afgewogen.
Mijn voorkeur ging uit naar nummer drie, de kokosspijs met de kokosroom. Deze was het meest smeuïg van allemaal en dat maakt de spijs ook goed werkbaar is, als je het bijvoorbeeld met een spuitzak wil spuiten op een sloffen bodem.
Daarnaast denk ik dat het gebruik van kokosroom ook het meest toegankelijk is voor iedereen en daardoor het makkelijkst in gebruik. Kokosroom schep je simpelweg van een blik volvette kokosmelk af (het blik heb je idealiter een nacht in de koelkast gezet, waardoor de kokosroom en de verdunde kokosmelk zich van elkaar hebben gescheiden).
Mocht je nou net geen kokosroom in huis hebben, maar wel santen dan kan dit dus ook prima. Los de 50 gram santen dan wel op in 20 ml warm water.
Om bovenstaande kokosspijs test beter te begrijpen, helpt het om het verschil tussen kokossanten, kokosroom en kokosolie te kennen. Ik vertelde al eerder in deze blogpost dat er verschillende persingen worden gedaan met het verse kokosvruchtvlees, voordat de gedroogde kokosrasp zoals wij die in de winkel kennen het resultaat is.
Bij het maken van kokosroom wordt het vers geraspte kokosvruchtvlees vermengd met (warm) water en door een kaasdoek geperst. Het vocht dat er nu is ontstaan is vol en romig: kokosroom. Het vruchtvlees dat overblijft in de doek kan nogmaals met water gemengd worden en hierna is kokosmelk het resultaat. Het schijnt dat de kokosmelk die wij in blikvorm in de winkel kunnen kopen een combinatie is van deze twee, waardoor het vetgehalte en de romigheid verschilt. Gemiddeld bevat kokosmelk zo’n 17% vet en kokosroom 24%.
Kokossanten zijn geconcentreerde blokken kokoscrème (ingedikte kokosmelk of kokosroom). Door kokossanten op te lossen in een ruime hoeveelheid warm water kun je er weer kokosmelk van maken. Het is niet volledig hetzelfde als de kokosmelk die je in de winkel koopt, maar in curry’s smaakt dit erg lekker. Er bestaan verschillende vormen van santen, maar de geconcentreerde blokken bestaan voor 70% uit vet.
En dan heb ik tot slot natuurlijk nog kokosolie gebruikt, ook dit wordt gewonnen uit het vruchtvlees van de kokosnoot. Kokosolie bestaat volledig uit vet en dit verklaart ook waarom het voor een korrelig kokosspijs zorgde, er ontbrak vocht.
Zoals jullie weten staat deze week op Laura’s Bakery in het teken van Vaderdag! Daarom hebben alle recepten die deze week online komen iets te maken met de vaders in het leven van het gehele Laura’s Bakery team. Pindarotsjes zijn het favoriete zoete snackje van Mariettes vader. Ze maakt ze daarom elk jaar wel een keer voor hem; soms voor Vaderdag, soms voor zijn verjaardag en soms gewoon omdat pindarotsjes nu eenmaal erg lekker zijn.
Ik krijg bij het maken van notenrotsjes vaak de vraag of het uitmaakt welke soort chocolade je gebruikt, melk- of pure chocolade. In principe niet, tenzij een bepaalde soort chocolade nu eenmaal heel goed samengaat met de vulling. Maar in het geval van pindarotsjes smaakt zowel melkchocolade als pure chocolade er erg lekker bij, alleen witte chocolade zou ik afraden. Zelf gebruik ik het liefst 50% melkchocolade en 50% pure chocolade voor mijn rotsjes. Wél maakt de kwaliteit van de chocolade uit bij het maken van pindarotsjes, omdat je de chocolade heel duidelijk terug proeft in dit recept waar het echt draait om pinda’s & chocolade.
Als je pindarotsjes lekker vindt, dan zijn deze chocoladerotsjes misschien ook wel wat voor jou:
Na een maand vol zoet geweld doen we het zo in begin januari even wat rustiger met al het lekkers. Nee, mega gezond zijn deze pindakaas mueslirepen ook niet, maar ze zijn wel een stuk meer verantwoord dan het gemiddelde december baksel. Zelf maakte ik deze repen inmiddels al een paar keer. De eerste keer al in oktober en ik bleef maar smullen. Vrijwel elke dag nam ik wel zo’n reepje als snack in de middag. Ze zijn ook ideaal om mee te nemen naar het werk of school, ik heb er vaak eentje in mijn tas zitten als ik een dag op pad ben. Die dagen duren vaak onverwacht langer dan gepland en in plaats van lekkers kopen onderweg bij grote trek heb ik gewoon iets te eten bij me. Werkt perfect!
Ik ben een beetje verslaafd aan de cookie caramel rotsjes van De Notenshop. Het lijkt op pindarotsjes, maar in plaats van pinda’s zitten er vanillekoekjes en stukjes karamel fudge in de rotsjes. Toen ik ze met mijn team zat weg te knabbelen bedachten we dat we deze zelf ook moeten kunnen maken! De vanillekoekjes vervingen we door schuddebuikjes, want die hebben al een handig formaat en die speculaassmaak vind ik stiekem nog lekkerder erbij. Het resultaat van deze (speculaas) koek-karamel rotsjes was za-lig kan ik je vertellen. En je hebt ze in een handomdraai gemaakt, gevaarlijk eigenlijk. 😉
Hou je van dit soort chocolade rotsjes? Kijk ook eens naar deze smaken die al online staan:
Al tijden wilde ik ook eens een pot vol koekjes maken. Kerst leek mij een perfecte gelegenheid en zo werd het dus een pot vol kerstkoekjes! Ik vond het echt ontzettend leuk om deze koekjespot te maken en het is nog leuker om dit zelfgemaakte kerstcadeau te geven aan iemand. Perfect cadeautje voor Kerst dus! Voor inspiratie en het recept keek ik op het blog Gewoon Marieke, zij maakt deze potten regelmatig voor allerlei gelegenheden. Zeker even kijken dus, ook voor bijpassende printables! Het recept heb ik zelf iets aangepast omdat ik meer kwijt kon in mijn pot, daar kun je makkelijk in variëren. Geen probleem als jouw pot iets groter of kleiner is. De labels op en aan de pot zijn gemaakt door mijn moeder, hartstikke handig zo’n creatieve mams! En wees eerlijk, dat maakt het nog leuker om cadeau te geven toch?!
BAKTIP: De glazen pot die ik destijds gebruikte is inmiddels niet meer verkrijgbaar. Beugelpotten zijn ideaal om zulke cadeautjes mee te maken. Dille en Kamille heeft ook een groot aanbod glazen beugelpotten met veel verschillende formaten.
Het is echt ontzettend makkelijk om deze potten te maken. Weeg al je ingrediënten van te voren af, dat werkt het makkelijkst. Elke laag ingrediënten moet je stevig aanstampen, ik deed dit met een cocktail stampertje. Als de laag mooi recht is en goed aangestampt kun je de volgende laag toevoegen. Zo ga je door tot de pot vol is. Eindig altijd met de noten, chocola en M&M’s. Dit is sowieso nodig voor strakke lagen, bloem en suiker zakt hier natuurlijk doorheen. Maar het is ook makkelijk als je toch niet helemaal goed uitkomt met de ingrediënten. Je kunt zo eenvoudig wat weglaten of juist extra toevoegen indien nodig. Zorg dat de pot tot de rand is gevuld met ingrediënten en draai dan de deksel erop.
Het maken van de koekjespot is niet moeilijk, maar het maken van de koekjes zelf al helemaal niet!
Giet de pot leeg in een kom en voeg het ei en de boter toe. Kneed met de hand tot een stevig deeg en maak balletjes van zo’n 2-2,5 cm doorsnede. Leg ze op de bakplaat en bak ze af in 15 minuten op 180 graden. Dan heb je knapperige, brosse koekjes. Voor iets zachtere en ‘chewy’ koekjes is 12 minuten genoeg.
Hang de beschrijving voor het bereiden van de koekjes in de vorm van een label aan de pot of maak een sticker voor op de pot. Zo is het ook gelijk een stuk leuker om cadeau te geven!
Ga jij deze leuke pot vol kerstkoekjes maken om cadeau te geven deze Kerst?
Als er geen boter in mijn recepten zit, dan is het meestal zonnebloemolie. Helaas is zonnebloemolie momenteel slecht voorradig, waardoor ik overspoeld wordt met de vraag wat het beste alternatief is om zonnebloemolie te vervangen in mijn recepten. Heel begrijpelijke vraag. Vandaag leg ik jullie uit wat zonnebloemolie precies is, waarvoor je het gebruikt in bakrecepten (dat is belangrijk om te weten als je het wilt vervangen) en daarna vertel ik je het belangrijkste: zo kun je zonnebloemolie vervangen.
Zonnebloemolie is een plantaardige olie die wordt gemaakt van de zaden van zonnebloemen. Deze zonnebloempitten bevatten veel vet en daarom kan hier olie uit geperst worden. Zonnebloemolie is één van de meest gebruikte oliën wereldwijd en het wordt in ontzettend veel voedingsmiddelen verwerkt. Denk bijvoorbeeld maar eens aan chips, margarine of of aan de snackbar waar patat over het algemeen ook in zonnebloemolie wordt gefrituurd.
De reden dan zonnebloemolie populair is, is omdat de olie op hoge temperatuur verhit kan worden, relatief goedkoop is en neutraal van smaak. Ook blijft de olie vloeibaar, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kokosolie dat uithardt en niet meer vloeibaar is onder de 24 °C.
Waar ik zonnebloemolie het meest voor gebruik zijn mijn recepten voor muffins en cake. Een aantal voorbeelden zijn mijn basisrecept voor muffins en alle variaties daarop, maar ook in volkoren plaatcakes, hartige muffins, wafels of yoghurtcake verwerk ik zonnebloemolie. Daarnaast gebruik ik ook meestal zonnebloemolie om in te frituren, bijvoorbeeld als ik aan de slag ga met donuts, oliebollen of kaaskroketjes.
Ook bij broodrecepten gebruik ik zonnebloemolie, daarmee vet ik de kom namelijk in voordat ik het deeg de eerste of tweede rijs in laat gaan. Ik begrijp dus maar al te goed dat jullie mij regelmatig vragen hoe zonnebloemolie vervangen kan worden! Per recept verschilt dat nogal, dus ik ga onderstaand per soort zonnebloemolie-vervanger uitleggen waar je deze voor kunt gebruiken.
Er zijn ontzettend veel verschillende soorten oliën en dus zijn er genoeg soorten beschikbaar waarmee je zonder problemen mijn recepten kunt maken. Waar je rekening mee moet houden, is dat niet alle soorten olie geschikt zijn om te verhitten. Dit heeft te maken met het ‘rookpunt’ van de olie. Als de olie verhit wordt boven het rookpunt, dan komen er schadelijke stoffen vrij tijdens de bereiding.
Ook mijn chocolade mug cake maak ik normaal met zonnebloemolie. Een mug cake maken is super makkelijk, in deze video op Instagram laat ik je zien hoe dat moet.
Bij recepten zoals (plaat)cake, cupcakes, muffins, wafels of andere zoete baksels waar de zonnebloemolie door het beslag verwerkt wordt, is het erg belangrijk dat de smaak van de olie neutraal is. Zo neutraal als de smaak van zonnebloemolie is helaas bijna niet mogelijk, maar de beste vervangers zijn arachideolie en koolzaadolie.
Ook zou je boter of kokosolie kunnen gebruiken om zonnebloemolie te vervangen in recepten voor cake en muffins. Toch heeft dit niet mijn voorkeur. Recepten waarin ik specifiek zonnebloemolie gebruik, zijn hierop afgestemd. Zonnebloemolie zorgt voor een lekker smeuïge cake, terwijl boter en kokosolie afkoelen na het bakken en de cake of muffins daardoor steviger maken. Het kan dus wel, maar hou er rekening mee dat je cake of muffins minder zacht en smeuïg zullen uitpakken (met name bij het gebruik van kokosolie).
Bij zoete broden of broodjes zou ik kiezen voor arachideolie of koolzaadolie voor het invetten van de kom. De meer neutrale smaak van de olie heeft daardoor geen effect op de smaak van het brood, bijvoorbeeld bij deze rozijnenbroodjes of mijn recept voor suikerbrood.
Bij hartige broden maakt het minder uit welke soort olie je gebruikt, daarvoor kun je naast arachide- of koolzaadolie ook prima een milde olijfolie gebruiken. Dat is bij focaccia altijd al het geval, maar een ander voorbeeld waarbij olijfolie niet zou misstaan is dit recept voor tomaat-roomkaas broodjes. Kies wel voor een milde variant, omdat deze tot een hoge temperatuur verhit mag worden.
LET OP: Arachideolie wordt gewonnen uit pinda’s, dus deze kan niet gebruikt worden in het geval van een pinda-allergie.
Ter vervanging van zonnebloemolie om in te frituren zou ik absoluut kiezen voor arachideolie. Ook deze olie is geschikt om sterk te verhitten en leent zich daarom perfect voor de frituur. Sommigen zeggen zelfs dat het nog lekkerder is bij bepaalde recepten zoals oliebollen, dat is dan al helemaal mooi meegenomen.
Ook hiervoor kun je verschillende soorten oliën goed gebruiken: arachide-, koolzaad- en kokosolie. Kokosolie zorgt er ook meteen voor dat de granola wat beter aan elkaar blijft plakken.
Misschien viel je al op dat raapzaadolie ontbreekt in bovenstaande opsomming, net zoals avocado-olie. Dat komt omdat ik hier zelf geen ervaring mee heb. Naar aanleiding van wat ik erover gelezen heb, zouden beide oliën geschikt zijn om in of mee te bakken of te frituren.
Heb jij hier wel ervaring mee? Laat het dan vooral weten onder dit artikel in een reactie, dan kunnen andere lezers daar ook hun voordeel mee doen.
Stel, je wilt iemand voor zijn of haar verjaardag verrassen met een taart en die persoon houdt heel erg van pindarotsjes. Wat maak je dan? Nou, deze pindarotsjes chocolade truffeltaart natuurlijk! Een overheerlijke taart om te eten en helemaal niet lastig om te maken.
Als je al eens eerder een chocolade truffeltaart op hebt, dan weet je dat de chocolade truffelvulling wegsmelt op je tong. Zo ontzettend lekker. Die zachte vulling gaat heel goed samen met de pindakoeken die ik gebruikte voor de bodem. Het kan ook lekker zijn om daar nog een extra snuf zout doorheen te mengen, maar daar moet je wel van houden.
Gezien de vulling eigenlijk volledig uit chocolade, boter, slagroom en suiker bestaat, betekent dat ook dat deze erg machtig is. Dat is iets om rekening mee te houden bij het aansnijden van de taart. Snijd je punten twee keer kleiner dan je gewend bent
BAKTIP: Ik gebruik al jaren deze springvorm van Le Creuset. De vorm is misschien relatief iets duurder, maar ziet er na intensief gebruik nog steeds goed uit.
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Ik schreef al eerder dat deze taart niet lastig is om te maken, maar je kunt het jezelf natuurlijk zo makkelijk maken als je wilt. De bodem bestaat uit pindakoeken, die kun je met mijn recept zelf maken, maar kant-en-klare pindakoeken werken ook prima.
De taart zelf heb ik afgewerkt met slagroom en kleine stukjes pindarots, ook deze kun je zelf maken. Het maken van pindarotsjes is echt bijna geen werk, maar als je geen tijd hebt om te wachten tot ze uitgehard zijn dan smaken kant-en-klare pindarotsjes er ook goed op.
Deze pindarotsjes chocolade truffeltaart is ook makkelijk te transformeren in een ander soort chocolade truffeltaart. Misschien wil jij juist slagroomtruffels gebruiken bij het decoreren van de taart of houd je niet van pinda’s. De koekbodem kun je gemakkelijk vervangen door een ander soort koekjes, zoals Digestives.
Hierbij nog een paar lekkere ideeën om de pindarotsjes te vervangen:
Ben jij gek op chocolade en kun je geen genoeg krijgen van rijke, smeuïge taarten? Dan zit je hier helemaal goed! Op Laura’s Bakery vind je volop inspiratie voor heerlijke chocolade taarten die perfect zijn voor elke gelegenheid. Of je nu op zoek bent naar een snelle chocoladetaart zonder oven of juist een indrukwekkende laagjestaart met ganache – er is voor ieder wat wils.
Hieronder vind je een selectie van mijn favoriete chocolade taarten:
Zin in nog meer chocolade-inspiratie? Bekijk dan ook mijn overzicht met alle chocolade recepten!
