Een taart vullen en bekleden is veel belangrijker dan je denkt. Wie een taart wil decoreren zal namelijk moeten beginnen met een goede basis. Dan zal je uiteindelijke resultaat het mooist zijn. Foutjes zijn gelukkig makkelijk te verdoezelen door gewoon een extra bloemetje op de taart te plakken, maar soms heb je gewoon net een ontwerp in gedachten waarbij dat bloemetje er niet hoort. Maar ja, dat scheurtje in je fondant hoort er ook niet. Daarom vandaag: een how to voor een goede basis van een gedecoreerde taart. We beginnen bij het vullen van de taart, het is niet moeilijk maar er zijn toch wat dingen waarmee rekening gehouden moet worden. Daarna geef ik je al mijn tips en trucs voor het bekleden van de taart, ook niet geheel onbelangrijk.
Voor een biscuit kun je een recept gebruiken maar ook met een mix is niets mis. Het is net even wat makkelijker, al is een biscuit volgens recept ook niet ingewikkeld. Doe gewoon wat jij wilt, als dat biscuit maar voor je neus staat. Met een taartzaag snij je deze twee keer door. Ik heb zelf een handige taartzaag waar twee zaagjes in zitten zodat je na één keer snijden klaar bent. Ook een taartzaag met een enkel zaagje doet zijn werk prima. Prik in de verschillende biscuitlagen cocktailprikkers in een rechte lijn boven elkaar, zo weet je precies hoe je de lagen biscuit na het vullen moet terug plaatsen. Schuif een taartkarton onder je biscuit en leg de bovenste twee lagen opzij.
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Op bovenstaande foto zie je dat ik een randje om het biscuit heb gemaakt, dit heet een dijkje. Deze maak je zodat de vulling niet tegen je fondant aan komt. Dit is nodig als je vullingen gebruikt waar relatief veel vocht in zit, anders gaat de fondant smelten wat er niet zo mooi uitziet. In dit geval gebruik ik slagroom, daarbij is echt een dijkje nodig. Bij het gebruik van botercrème is zo’n dijkje niet nodig.
Gebruik 1:1 botercrème voor het maken van dijkjes. Dat houdt in dat je bijvoorbeeld 200 gram boter (ongezouten!) en 200 gram poedersuiker gebruikt. Dit klop je heel romig. Ik wil nooit zo’n hele dikke rand van deze crème, daarom gebruik ik een kleiner spuitmondje en maak dan gewoon een dubbele dijk. De vulling is nu eenmaal lekkerder dan het dijkje, dus ik heb liever een dunne dan een brede.
Als je je dijk hebt gemaakt kun je je vulling naar keuze tussen de dijken plaatsen. Ik smeer hier eerst een laagje jam op het biscuit voordat ik de slagrom toevoeg. Smeer de vulling helemaal glad uit, zorg dat het even hoog is als je dijk.
Plaats dan de bovenste twee biscuitlagen terug op de onderste met vulling. Let goed op waar je prikkers zitten. Haal de bovenste laag biscuit er af en breng nog een laag vulling aan, net zoals je bij de eerste hebt gedaan. Plaats dan de bovenste laag biscuit weer terug. Dat ziet er al goed uit nietwaar? Alleen is de zijkant nog niet helemaal glad.
Haal de prikkers uit de taart en vul de kiertjes aan de zijkant op. Het is het makkelijkst om dit gewoon met de spuitzak te doen. Strijk met een paletmes langs de zijkant om de taart mooi glad te maken.
De zijkant is nu glad maar de randjes van de bovenkant mogen nog best iets strakker. Bovendien heb je ook een plaklaagje nodig voor het fondant dat er straks overheen komt. Doe je overgebleven botercrème in een schaaltje en pak je paletmes. Breng de crème helemaal rondom aan en strijk het glad. Ga net zo lang door tot je tevreden bent. Zet dan de taart in de koelkast om wat steviger te worden.
Rol je bal fondant (of marsepein) uit tot een grote lap. Om een mooie ronde lap te krijgen draai ik hem na een paar keer rollen steeds een kwartslag. Ik strooi dan wel een klein beetje poedersuiker op mijn werkblad zodat dit heel gemakkelijk gaat. Al gebruik ik een non-stick board, als je zo’n grote lap moet draaien wil je niet dat hij toch ergens blijft plakken en daardoor scheurt.
Rol net zo lang tot je lap groot genoeg is. Ik meet dit vaak even uit. Tel de doorsnede van je taart op bij 2x de hoogte van je taart. Dit is de diameter die je lap fondant moet hebben. De dikte van de lap fondant hou ik zelf altijd op zo’n 2-3 millimeter. Dit is niet te dik (te veel fondant vind ik niet lekker) maar ook niet te dun zodat je er bijna niet meer mee kunt werken.
Pak de lap fondant op, ik leg hem zelf het liefst over mijn onderarmen, en leg hem voorzichtig over je taart. Bij het verplaatsen van de lap fondant is het heel handig als je de taart bij je in de buurt zet zodat de afstand die je moet afleggen met de lap fondant zo klein mogelijk is.
Ligt je lap fondant iets scheef op de taart? Een klein beetje maakt niet uit, het fondant rekt namelijk best nog wel mee. Probeer je lap niet meer te verplaatsen, hiervan krijg je scheuren in het fondant. Het zit natuurlijk al een beetje vast geplakt aan je taart.
Gebruik een smoother om de bovenkant van de taart mooi glad te strijken. Verdeel de plooien fondant aan de zijkant gelijkmatig langs de taart.
En dan: de truc! Toen ik begon met het decoreren van taarten las ik altijd overal dat je de taart van boven naar beneden glad moest strijken. Iets wat ik natuurlijk braaf opvolgde met als gevolg dat de fondant op de randjes soms scheurde. Logisch eigenlijk als je het langs een rand naar beneden trekt. Later leerde ik om van beneden naar boven te werken, ideaal! Sindsdien heb ik nooit meer scheurtjes langs de randen gehad.
Maak van je hand een kommetje en zet je hand tegen de onderkant van je taart aan. Zorg dat je de plooien onderaan op dat gedeelte al glad hebt gemaakt. Wrijf nu voorzichtig met je hand naar boven zodat de fondant goed strak tegen de taart aan zit. Werk zo rondom de taart helemaal af. Om alle plooien weg te werken zul je af en toe het fondant wat al vast zit iets losser moeten halen, verplaatsen en weer opnieuw met je hand tegen de taart aan wrijven. Geen probleem om het fondant zo iets los te halen, let alleen wel op dat je het fondant niet naar beneden trekt om het weer vast te zetten.
Als je de taart rondom helemaal glad hebt kun je hem nog strakker maken. Gebruik hiervoor een smoother. Rondom wrijf je de fondant helemaal strak om je taart heen. Zorg ook dat het overtollige fondant onderaan goed tegen de taart zit. Je moet eigenlijk een hoek van 90 graden hebben, zo weet je zeker dat de hele taart met fondant bedekt is. Dat is belangrijk als je het fondant gaat wegsnijden.
Zelf gebruik ik altijd een wheel tool maar je kunt ook prima een mesje gebruiken om het overtollige fondant weg te snijden. Zet het mesje rechtop langs de taart, niet helemaal tegen de taart aan maar een héél klein stukje ervan af. Snij zo rondom tot je al het fondant weggesneden hebt. Met de smoother maak je nog een laatste rondje om de taart om ook de onderste rand weer helemaal strak te hebben.
Zo doe je dat, een taart vullen en bekleden. Als je deze stappen volgt heb je een mooie strakke basis om mee verder te gaan en naar wens te decoreren. Wees niet getreurd als het de eerste keer niet helemaal lukt zoals je wilt, oefening baart kunst! Je krijgt op een gegeven moment je eigen handigheidjes waardoor het steeds makkelijker en sneller gaat.
Hier vind je een makkelijk overzicht waarin staat welke hoeveelheden je nodig hebt per formaat taart.
Een taart vullen en bekleden is veel belangrijker dan je denkt. Wie een taart wil decoreren zal namelijk moeten beginnen met een goede basis. Dan zal je uiteindelijke resultaat het mooist zijn. Foutjes zijn gelukkig makkelijk te verdoezelen door gewoon een extra bloemetje op de taart te plakken, maar soms heb je gewoon net een ontwerp in gedachten waarbij dat bloemetje er niet hoort. Maar ja, dat scheurtje in je fondant hoort er ook niet. Daarom vandaag: een how to voor een goede basis van een gedecoreerde taart. We beginnen bij het vullen van de taart, het is niet moeilijk maar er zijn toch wat dingen waarmee rekening gehouden moet worden. Daarna geef ik je al mijn tips en trucs voor het bekleden van de taart, ook niet geheel onbelangrijk.
Voor een biscuit kun je een recept gebruiken maar ook met een mix is niets mis. Het is net even wat makkelijker, al is een biscuit volgens recept ook niet ingewikkeld. Doe gewoon wat jij wilt, als dat biscuit maar voor je neus staat. Met een taartzaag snij je deze twee keer door. Ik heb zelf een handige taartzaag waar twee zaagjes in zitten zodat je na één keer snijden klaar bent. Ook een taartzaag met een enkel zaagje doet zijn werk prima. Prik in de verschillende biscuitlagen cocktailprikkers in een rechte lijn boven elkaar, zo weet je precies hoe je de lagen biscuit na het vullen moet terug plaatsen. Schuif een taartkarton onder je biscuit en leg de bovenste twee lagen opzij.
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Op bovenstaande foto zie je dat ik een randje om het biscuit heb gemaakt, dit heet een dijkje. Deze maak je zodat de vulling niet tegen je fondant aan komt. Dit is nodig als je vullingen gebruikt waar relatief veel vocht in zit, anders gaat de fondant smelten wat er niet zo mooi uitziet. In dit geval gebruik ik slagroom, daarbij is echt een dijkje nodig. Bij het gebruik van botercrème is zo’n dijkje niet nodig.
Gebruik 1:1 botercrème voor het maken van dijkjes. Dat houdt in dat je bijvoorbeeld 200 gram boter (ongezouten!) en 200 gram poedersuiker gebruikt. Dit klop je heel romig. Ik wil nooit zo’n hele dikke rand van deze crème, daarom gebruik ik een kleiner spuitmondje en maak dan gewoon een dubbele dijk. De vulling is nu eenmaal lekkerder dan het dijkje, dus ik heb liever een dunne dan een brede.
Als je je dijk hebt gemaakt kun je je vulling naar keuze tussen de dijken plaatsen. Ik smeer hier eerst een laagje jam op het biscuit voordat ik de slagrom toevoeg. Smeer de vulling helemaal glad uit, zorg dat het even hoog is als je dijk.
Plaats dan de bovenste twee biscuitlagen terug op de onderste met vulling. Let goed op waar je prikkers zitten. Haal de bovenste laag biscuit er af en breng nog een laag vulling aan, net zoals je bij de eerste hebt gedaan. Plaats dan de bovenste laag biscuit weer terug. Dat ziet er al goed uit nietwaar? Alleen is de zijkant nog niet helemaal glad.
Haal de prikkers uit de taart en vul de kiertjes aan de zijkant op. Het is het makkelijkst om dit gewoon met de spuitzak te doen. Strijk met een paletmes langs de zijkant om de taart mooi glad te maken.
De zijkant is nu glad maar de randjes van de bovenkant mogen nog best iets strakker. Bovendien heb je ook een plaklaagje nodig voor het fondant dat er straks overheen komt. Doe je overgebleven botercrème in een schaaltje en pak je paletmes. Breng de crème helemaal rondom aan en strijk het glad. Ga net zo lang door tot je tevreden bent. Zet dan de taart in de koelkast om wat steviger te worden.
Rol je bal fondant (of marsepein) uit tot een grote lap. Om een mooie ronde lap te krijgen draai ik hem na een paar keer rollen steeds een kwartslag. Ik strooi dan wel een klein beetje poedersuiker op mijn werkblad zodat dit heel gemakkelijk gaat. Al gebruik ik een non-stick board, als je zo’n grote lap moet draaien wil je niet dat hij toch ergens blijft plakken en daardoor scheurt.
Rol net zo lang tot je lap groot genoeg is. Ik meet dit vaak even uit. Tel de doorsnede van je taart op bij 2x de hoogte van je taart. Dit is de diameter die je lap fondant moet hebben. De dikte van de lap fondant hou ik zelf altijd op zo’n 2-3 millimeter. Dit is niet te dik (te veel fondant vind ik niet lekker) maar ook niet te dun zodat je er bijna niet meer mee kunt werken.
Pak de lap fondant op, ik leg hem zelf het liefst over mijn onderarmen, en leg hem voorzichtig over je taart. Bij het verplaatsen van de lap fondant is het heel handig als je de taart bij je in de buurt zet zodat de afstand die je moet afleggen met de lap fondant zo klein mogelijk is.
Ligt je lap fondant iets scheef op de taart? Een klein beetje maakt niet uit, het fondant rekt namelijk best nog wel mee. Probeer je lap niet meer te verplaatsen, hiervan krijg je scheuren in het fondant. Het zit natuurlijk al een beetje vast geplakt aan je taart.
Gebruik een smoother om de bovenkant van de taart mooi glad te strijken. Verdeel de plooien fondant aan de zijkant gelijkmatig langs de taart.
En dan: de truc! Toen ik begon met het decoreren van taarten las ik altijd overal dat je de taart van boven naar beneden glad moest strijken. Iets wat ik natuurlijk braaf opvolgde met als gevolg dat de fondant op de randjes soms scheurde. Logisch eigenlijk als je het langs een rand naar beneden trekt. Later leerde ik om van beneden naar boven te werken, ideaal! Sindsdien heb ik nooit meer scheurtjes langs de randen gehad.
Maak van je hand een kommetje en zet je hand tegen de onderkant van je taart aan. Zorg dat je de plooien onderaan op dat gedeelte al glad hebt gemaakt. Wrijf nu voorzichtig met je hand naar boven zodat de fondant goed strak tegen de taart aan zit. Werk zo rondom de taart helemaal af. Om alle plooien weg te werken zul je af en toe het fondant wat al vast zit iets losser moeten halen, verplaatsen en weer opnieuw met je hand tegen de taart aan wrijven. Geen probleem om het fondant zo iets los te halen, let alleen wel op dat je het fondant niet naar beneden trekt om het weer vast te zetten.
Als je de taart rondom helemaal glad hebt kun je hem nog strakker maken. Gebruik hiervoor een smoother. Rondom wrijf je de fondant helemaal strak om je taart heen. Zorg ook dat het overtollige fondant onderaan goed tegen de taart zit. Je moet eigenlijk een hoek van 90 graden hebben, zo weet je zeker dat de hele taart met fondant bedekt is. Dat is belangrijk als je het fondant gaat wegsnijden.
Zelf gebruik ik altijd een wheel tool maar je kunt ook prima een mesje gebruiken om het overtollige fondant weg te snijden. Zet het mesje rechtop langs de taart, niet helemaal tegen de taart aan maar een héél klein stukje ervan af. Snij zo rondom tot je al het fondant weggesneden hebt. Met de smoother maak je nog een laatste rondje om de taart om ook de onderste rand weer helemaal strak te hebben.
Zo doe je dat, een taart vullen en bekleden. Als je deze stappen volgt heb je een mooie strakke basis om mee verder te gaan en naar wens te decoreren. Wees niet getreurd als het de eerste keer niet helemaal lukt zoals je wilt, oefening baart kunst! Je krijgt op een gegeven moment je eigen handigheidjes waardoor het steeds makkelijker en sneller gaat.
Hier vind je een makkelijk overzicht waarin staat welke hoeveelheden je nodig hebt per formaat taart.
Hoe kan ik mijn cupcakes mooi en glad bekleden met fondant of marsepein? Het is een vraag die ik vaak hoor en ik vind het ook een belangrijke! Een goed begin is bij het decoreren en versieren van cupcakes het halve werk. Als je eenmaal weet hoe cupcakes bekleden in zijn werk gaat en je hebt een mooie strakke en gladde basis, is de rest gelijk ook veel makkelijker. Ik steek zelf liever iets teveel tijd in een goede basis, dan te weinig. Hoe ik mijn cupcakes bekleed laat ik je vandaag zien!
Ik leg alles uit met fondant, maar met marsepein werkt het natuurlijk hetzelfde.
Als je cupcakes wat bol zijn aan de bovenkant kun je dit recht afsnijden als je wilt, maar dat hoeft niet per se.
Benieuwd hoe je gedecoreerde cupcakes het beste kunt bewaren? Je leest het hier.
That’s it. Zo krijg je gemakkelijk een gladde en super strakke basis voor je cupcake. Nu ben je klaar om je cupcake te decoreren!
Op zoek naar leuke cupcake how to’s? Je vindt er meer dan genoeg op Laura’s Bakery!
Baktip nummer twee alweer die ik jullie in videovorm laat zien vandaag! Op de eerste video voor Handige Baktips waarin ik liet zien hoe je een cornetje vouwt is ontzettend leuk en enthousiast gereageerd. Dat bevestigt maar weer dat het soms gewoon heel fijn is om in een video bepaalde technieken te uitgelegd te zien. Vandaag heb ik niet zozeer een techniek voor jullie, maar wel een fijn handigheidje. Ik laat je namelijk zien hoe ik mijn bakvormen bekleed met bakpapier. En ook handig: ik demonstreer gelijk even hoe je een bakvorm met bakpapier kunt verhogen.
Als je een bakvorm gebruikt om te bakken kun je deze invetten en bestuiven met bloem, of hem bekleden met bakpapier. Beide manieren gebruik ik veel, het verschilt per baksel waar mijn voorkeur naar uit gaat. Inmiddels heb ik mijn bakvormen zo vaak bekleed met een velletje bakpapier, dat het tegenwoordig razendsnel gaat. Ik laat je daarom zien hoe ik dit doe, misschien heb jij er ook wat aan.
Kun je de video niet zien? Bekijk hem dan hier. Nooit meer een video met baktips of recepten missen? Abonneer je dan op mijn YouTube kanaal. Dat is gratis 🙂
Wat doe jij het liefst? Invetten en bestuiven met bloem of bekleden met bakpapier? Ik ben benieuwd!
De ‘professional sugarpaste module’ van PME staat denk ik al zo’n twee jaar op mijn lijst om te gaan volgen. In het begin had ik gewoonweg niet genoeg geld, ik was nog niet zo lang bezig met taartdecoratie en kon nog niet zomaar even 250 euro aan een cursus uitgeven. Een mooi doel om voor te sparen dacht ik zo! Toen ik het geld eenmaal bij elkaar had gespaard liep ik tegen het volgende aan: te weinig tijd. Het is nu eenmaal lastig om cursusdagen te vinden die precies vallen op dagen dat het jou uitkomt. Nu had ik eens vakantie waarin precies de vier cursusdagen vielen. Dat moest gewoon zo zijn! Ik meldde mij dan ook gelijk aan. Na lang wachten was het eindelijk zo ver en reisde ik 2,5 week geleden af naar Wormer voor de eerste cursusdag!
Na een voorstelronde kregen we uitleg over het bekleden van een board, daar konden we gelijk mee aan de slag. Met een crimper hebben we de uiteinden een leuk effect gegeven en met verf en uitstekers hebben we het bord nog wat verder opgeleukt. Hierna heb ik mijn eerste dummie ooit bekleed! Handig dat de zijkanten zo strak zijn maar lastig dat de rand toch wel heel scherp is in verband met scheuren, hoe gaan we dat oplossen dacht ik. Onze instructrice Annemiek legde alles gelukkig goed uit zodat we zonder scheuren de dummie konden bekleden. In deze dummie maakten we een inlay en we hebben een mooi effect met een natuursponsje en verf aangebracht.
Dat is uiteraard niet het enige dat we leerden. We leerden namelijk ook hoe je uitstekers op verschillende manieren kunt gebruiken, heel erg leuk! Naast het bekleden van een ronde dummie hebben we ook een vierkante dummie bekleed. Op die vierkante dummie maakten we draperieën en strikken. Ik wist niet dat je zo snel mooie draperieën en strikken kon maken! Strikken eindigden bij mij uit frustratie regelmatig weer al bal fondant, dat gebeurd mij voortaan niet meer! Er waren een aantal technieken die ik nog nooit had gebruikt, dit was ontzettend leerzaam en leuk om allemaal eens uit te voeren. Het lijkt vaak zo moeilijk terwijl dit in werkelijkheid reuze mee blijkt te vallen.
De eerste twee lessen had ik achter elkaar, na twee weken had ik de andere twee lessen ook weer achter elkaar. We kregen een klein beetje huiswerk mee: het bekleden van de kleine ronde dummie en een cake bakken voor de 3D taart en het fondant hiervoor vast kleuren (die ik later laat zien). Over fondant gesproken: we werkten in de les met drie verschillende soorten fondant. Zo kon je ook eens ervaren hoe de verschillende merken werken en waarvoor deze het fijnst werken. Zo is Wilton fondant bijvoorbeeld heel fijn om te boetseren. Ik had zelf alleen maar met Bakels en SatinIce gewerkt. Hier werkte ik ook met Funcakes en Wilton en ik ben er achter gekomen dat deze twee merken ontzettend prettig werken, ik denk zelfs dat ik overstap op Funcakes (jullie denken onderhand vast dat ik aandelen heb van Funcakes, dat is niet zo kan ik zeggen. Ik ben gewoon een hele tevreden klant).
Op de derde dag zijn we begonnen met de 3D taart waar we wederom weer een goede uitleg bij kregen. Hoe dit resultaat is geworden laat ik jullie later zien. Waar we ook mee zijn begonnen op de derde dag is het boetseren van het bruidspaar. Boetseren is iets wat ik nog nooit had gedaan, die drempel was voor mij net iets te hoog om gewoon eens te proberen. Nu ik met een goede uitleg heb leren boetseren kijk ik er naar uit om nog veel meer te gaan proberen! Het is helemaal niet zo moeilijk als het lijkt. Ik had van te voren niet gedacht dat ik gewoon kon boetseren! Ik loop regelmatig even naar mijn taart om het bruidspaar (en de rest van de taart) nog even te bewonderen.
In de laatste les hebben we ook nog veel gedaan. We hebben uiteraard het bruidspaar afgemaakt maar ook een draperie van boven tot onder en rolroosjes stonden op de planning. Ook hebben we de theorie behandeld die hoort bij deze module. Dit ging over prijsberekening en wat je nu precies moet noteren wanneer klanten een taart willen bestellen bij je. Mocht je professioneel taarten willen gaan maken komt deze theorie heel goed van pas! Er zijn nog meer technieken besproken, ik heb ze door tijdgebrek niet allemaal kunnen uitvoeren maar weet nu wel hoe ik dit moet doen. Gelukkig waren het dingen die ik al eens eerder had gedaan maar met de tips en trucs gaat dit de volgende keer nog gemakkelijker.
Je begint al in de eerste les met de eindtaart waar je op beoordeeld wordt. Deze eindtaart moest drie verplichte technieken bevatten en drie technieken die jezelf mocht uitkiezen. Nu zaten deze technieken er wel al op omdat we die in de eerdere lessen al hadden gemaakt. De cursus wordt gegeven in een hele mooie ruimte. De tafel waar aan gewerkt wordt zijn ook heel prettig, ze zijn wat hoger waardoor je niet zo snel last van je rug krijgt (iets wat ik thuis nog wel eens heb). Bij aanvang van de cursus wist ik natuurlijk wel het een en ander over taartdecoratie, ik dacht dat er daarom wel wat herhaling zou zijn. Nou, die herhaling was er maar weinig, ik heb ontzettend veel tips en trucs geleerd waardoor het taarten maken voortaan nog gemakkelijker zal gaan. Of dit nu gaat om het bekleden van een taart of het maken van decoraties.
Tegen iedereen die twijfelt over het wel of niet volgen van deze cursus kan ik het volgende zeggen: DOEN! Ook aan de mensen die nog niet heel erg hebben nagedacht over het volgen van een cursus kan ik deze module aanraden. Hij is ontzettend leerzaam en goed georganiseerd. Dus: zit je te springen om meer te leren over taartdecoratie en heb je behoefte aan tips en trucs om nóg prettiger te kunnen werken? Boek dan gauw een cursus bij Taart op maat!
Wat vinden jullie van mijn resultaat?
Onlangs deelde ik mijn tip voor het groot genoeg uitrollen van fondant of marsepein. Niets vervelender dan net een klein stukje tekort komen waar je pas bij het bekleden achter komt. Heel terecht volgde daarop de volgende vraag: hoeveel fondant of marsepein heb je nodig voor een taart? Ikzelf ben jaren geleden begonnen met de tabellen van De Leukste Taarten, maar merkte al snel dat ik altijd iets te kort kwam. Ik vind het prettig om net dat beetje extra speling te hebben. In de loop der jaren heb ik die hoeveelheden dus aangepast naar aantallen die voor mij wel werken. Die deel ik natuurlijk hier met jullie!
Onderstaande hoeveelheden zijn uiteraard geheel afhankelijk van hoe dun je je fondant of marsepein uitrolt. Ik hou zelf niet van zo’n dikke laag, maar probeer het ook niet té dun te maken. Dan wordt het strak bekleden van een taart erg lastig. Ik denk dat ik mijn fondant ongeveer 2-3 mm dik uitrol. Wanneer de taart wit word, doe ik dit meestal ietsjes dikker. Dit in verband met het doorschijnen van fondant, het is niet zo mooi als je de lagen vulling en biscuit er doorheen ziet 😉 .
| Maat (∅ cm) | 15 | 16 | 18 | 20 | 22 | 24 | 25 | 26 | 28 | 30 | 35 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Fondant/marsepein (gram) | 350 | 380 | 450 | 500 | 575 | 625 | 650 | 700 | 750 | 825 | 1025 |
| Maat (cm) | 20 | 25 | 26 | 28 | 30 | 35 | 40 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Fondant/marsepein (gram) | 650 | 850 | 850 | 950 | 1100 | 1350 | 1600 |
Mijn ervaring is dat je even moet uitvinden welke hoeveelheid jij prettig vind werken. Ik gebruik dus iets meer dan in principe wordt aangeraden. Dat beetje extra ruimte vind ik prettig. Je houdt na bekleden misschien iets meer fondant of marsepein over, maar dat kun je natuurlijk prima gebruiken voor decoraties. Is het niet voor deze taart, dan wel voor een ander.
Toen ik ben begonnen met het decoreren van taarten en cupcakes gebruikte ik gelijk al fondant. Ik koos daarvoor omdat mijn moeder geen marsepein lust en tegenwoordig werk ik nog steeds graag met fondant. Ik heb ook wel eens gewerkt met marsepein, maar toch vind ik fondant het prettigst werken voor het decoreren van taarten en cupcakes. Mijn keuze voor fondant was dus gebaseerd op smaak, maar als je daar geen rekening mee hoeft te houden zijn er nog meer punten waar je op kan letten. Er zijn namelijk meerdere verschillen tussen fondant en marsepein.
Fondant is een suikerpasta, behoorlijk zoet dus. Dat is ook een reden dat niet iedereen even dol is op fondant. In combinatie met een taart of cupcake vind ik fondant zelf wel lekker, maar dan moet er niet een al te dikke laag op zitten. Ik werk zelf dus altijd met dunne laagjes fondant.
De basis van fondant is wit, deze kun je dan zelf elke gewenste kleur geven met kleurstoffen op gelbasis. Er zijn ook verpakkingen verkrijgbaar met voorgekleurde fondant, meestal per 250 gram of per kilo. Omdat de basis van fondant wit is kun je altijd hele mooie kleuren maken. Pastel kleuren nodig? Dat gaat heel goed met fondant. Kleuren als zwart en rood zijn wel lastiger om te maken, dit zijn de enige kleuren die ik voorgekleurd koop.
Fondant droogt uit aan de lucht, dat betekent dat je bij het bekleden van een taart redelijk door moet werken. Je kunt niet een lap fondant uitrollen en nog even wat tussendoor doen voordat je de taart ermee bekleedt. Het fondant droogt uit waardoor je scheuren krijgt bij het bekleden van een taart wanneer je dit niet snel genoeg doet. Kneed je fondant daarom altijd goed door zodat het mooi soepel is, dan direct uitrollen en de taart ermee bekleden.
Marsepein is ook gemaakt van suiker, maar bevat hiernaast ook amandelen. Door die amandelen is marsepein een stuk vetter en daarmee ook plakkerig. Dat vind ik niet altijd even fijn werken en daarnaast vind ik het er ook niet mooi uitzien. Je taarten, cupcakes en decoraties hebben bijna altijd zo’n vettig, glimmend laagje.
De basis van marsepein is blank. Niet spierwit dus, wat het kleuren soms wat lastiger maakt. Een mooie lichte (pastel) kleur wordt al gauw te donker, maar als je diepe en donkere kleuren wilt zijn deze juist weer sneller te maken dan bij fondant. Marsepein kun je ook voorgekleurd kopen, ook een variant die wit is gekleurd.
Marsepein droogt niet tot nauwelijks uit aan de lucht. Dat geeft je meer tijd om een taart te bekleden, maar het betekent ook dat decoraties zacht blijven en inzakken. Wanneer je decoraties in vorm hebt gebracht, zal de zwaartekracht uiteindelijk zijn werk doen. Er zijn natuurlijk decoraties waarbij de vorm gewoon blijft, zoals de rolroosjes en blaadjes op bovenstaande foto.
Waar gaat jouw voorkeur naar uit, fondant of marsepein?
Op zoek naar de how to’s van bovenstaande foto’s? Die vind je op Laura’s Bakery: Taart vullen en bekleden | Marsepeinen roosjes en blaadjes
Wie mij op Facebook volgt heeft kunnen zien dat ik afgelopen weekend een workshop taart decoreren van Dr. Oetker heb gevolgd. Jullie reageerden enthousiast en sommigen zeiden zelfs dit ook wel te willen doen. Voor iedereen die dit wel wat lijkt heb ik nu goed nieuws: Dr. Oetker gaat namelijk op de versiertoer dit voorjaar! Door het hele land kun je tot en met juni Dr. Oetker taarten en cupcake workshops volgen. Nog leuker: deze workshops volg je met een flinke korting . Daarover later meer. Kijk je eerst mee naar mijn verslag van de taarten workshop?
Samen met nog een groepjes andere bloggers was ik uitgenodigd om kennis te maken met de taarten en cupcakes workshops die Dr. Oetker dit voorjaar door het hele land gaat geven. Wij deden dit met een groep van 12 bij Taart Je Taart in Amsterdam. Daar stonden op een tafel al allemaal decoreer spullen van Dr. Oetker klaar. Verschillende kleuren fondant, marsepein, schrijfstiften, toppings, parels, ouwelbloemen en leuke gekleurde suiker. Genoeg spulletjes om een taart mee te versieren. Er waren een paar dames (en een heer) die nog nooit met fondant hadden gewerkt en die waren dus best benieuwd. Ik kan je alvast verklappen dat iedereen met hartstikke leuke en mooie taarten naar huis ging.
Na een korte introductie over taarten decoreren mochten we zelf aan de slag. Dat begon met het vullen en afsmeren van de taart met botercrème. Zo heb je een mooie basis voor het bekleden van de taart. Ook dit bekleden van de taart werd haarfijn uitgelegd waarna we zelf weer aan de slag konden gaan. Iedereen koos een kleur fondant uit om de taart mee te bekleden en dat konden we dan gaan doorkneden. Ik koos voor de blauwe kleur, deze was lekker snel soepel gekneed. Ik kneedde er nog een beetje wit doorheen voor een gemarmerd effect en kon daarna beginnen met uitrollen en het bekleden van de taart.
Daarna kon het leukste werkje beginnen: het decoreren van de taart. Hier doe je het uiteindelijk allemaal voor natuurlijk. Er werden een aantal mallen en uitstekers tevoorschijn gehaald die we mochten gebruiken en verder hadden we de beschikking over alle Dr. Oetker materialen. Ik besloot zelf om geen uitstekers en mallen te gebruiken, in plaats daarvan gebruikte ik materialen die iedereen thuis ook heeft. Je hoeft namelijk echt geen uitgebreide decoratie uitrusting te hebben om een leuke taart te maken. Wie in zijn keukenlades en kastjes kijkt komt genoeg handige materialen tegen.
Zoals je ziet hebben we flink wat rommel gemaakt op tafel. Vooraan zie je mijn gemaakte taartje staan: het bewijs dat je niet veel in huis hoeft te hebben om zelf ook een leuke taart te maken. Dat mesje heb je zelf wel en een deegroller zal in de meeste huishoudens ook niet ontbreken. Verder hoef je dan alleen nog maar even langs de supermarkt om de Dr. Oetker producten te kopen.
Ik heb zelf gebruik gemaakt van de biscuit mix, mix voor botercrème, 3 pakjes blauwe fondant, 1 pakje witte fondant, doosje met marsepein kleurtjes en de ouwel bloemetjes. Van de fondant, marsepein en bloemetjes hou je zelfs genoeg over om nog een keertje cupcakes te maken.
Mijn oordeel:
Een leuke leerzame workshop voor iedereen die graag een keer een taart wil decoreren maar stiekem niet goed durft of niet weet waar hij/zij nu eigenlijk moet beginnen. Wat hulp is natuurlijk altijd welkom en dat krijg je zeker in deze workshop. Je komt er al snel achter dat een taart decoreren helemaal niet zo moeilijk is als het lijkt. Wedden dat je thuis gelijk langs de supermarkt gaat om het Dr. Oetker schap te plunderen?
Leuk zo’n workshop. Maar welk prijskaartje hangt hier nu aan?
Iedereen die de workshop volgt krijgt ook nog een leuke goodie mee naar huis.
Voor deze prijs kun je dus niet in je eentje, maar met zijn tweeën de workshop volgen. Met de actie van Dr. Oetker mag de tweede persoon namelijk gratis mee! Hier hoef je alleen maar twee actieproducten voor te kopen, welke je herkent aan de groene actiesticker. De workshops zijn door het hele land te volgen, op de site van Dr. Oetker staat een uitgebreid overzicht.
Ga jij een workshop volgen?
Wie wel eens een taart heeft gedecoreerd, kent het misschien wel: een dijkje spuiten. Het klinkt misschien een beetje gek, maar eigenlijk is het heel logisch. Je spuit een dijkje om de taartvulling in de taart te houden. Van sommige vullingen wil je dat die niet in aanraking komen met de bekleding van fondant of marsepein, dan kan het namelijk smelten. Maar waarmee en wanneer spuit je nu eigenlijk een dijkje?
voor het spuiten van een dijkje gebruik je een 1:1 botercrème. Hierbij zijn de verhoudingen tussen ongezouten roomboter en poedersuiker gelijk. Gebruik je 100 gram boter? Dan ook 100 gram poedersuiker. Hoeveel je nodig hebt verschilt per maat taart, maar hangt ook af van hoe dik/groot jij je dijk wilt hebben.
De boter en suiker klop je lekker luchtig en romig, zo kun je er eenvoudig een dijkje mee maken. Je vult een spuitzak met de botercrème en spuit zo eenvoudig rondom een mooie dijk om de vulling tegen te houden. Ik kies er meestal voor om een dun en hoog dijkje te spuiten, ik maak dus twee laagjes. Je kunt ook een dikkere -en dus hogere- dijk spuiten, maar dan heb je dus ook een groter deel van deze crème in je taart.
Je spuit een dijkje wanneer je een vochtige vulling gebruikt. Door het vocht uit een vulling kan je fondant of marsepein smelten, door de dijk zorg je dat de vulling niet in aanraking komt met de bekleding. Voorbeelden van vochtige vullingen zijn slagroom, bavarois en jam.
Twijfel je of je nu wel of niet een dijkje moet spuiten? Dan kun je het best gewoon eentje maken, dat kan zeker geen kwaad. Liever een dijkje teveel, dan de bekleding die van de taart smelt 😉
Deze witte chocolade botercrème is een heerlijke taartvulling die eenvoudig te maken is. Hij is zo lekker dat je er iedere taart en ander soort gebak lekker mee maakt.
Een taartvulling die zo lekker is dat je er maar van blijft eten. Zo kan ik deze witte chocolade botercrème het best omschrijven, ik bleef maar ‘proeven’ om te kijken of de crème wel goed op smaak was. Je moet natuurlijk wel echt zeker weten of je taart lekker wordt, nietwaar? 😉
Voor dit recept gebruikte ik mijn basisrecept voor botercrème, waar ik witte chocolade aan heb toegevoegd. Omdat er toch wel wat dingen zijn waar je op moet letten besloot ik er een apart artikel van te maken. Dat verdient zo’n heerlijke taartvulling ook gewoon natuurlijk.
BAKTIP: In dit artikel laat ik je zien hoe je met één spuitmondje (1M) wel vier verschillende soorten prachtige toeven kunt spuiten. Dit spuitmondje zit in deze set spuitmondjes die ik ontzettend vaak gebruik.
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Nu ik jullie voorzie van dit overheerlijke recept voor witte chocolade botercrème, is natuurlijk de volgende vraag: welke recepten kun je hiermee maken? Eigenlijk kun je in elk recept waarin ik mijn basisrecept voor botercrème gebruik, deze botercrème met witte chocolade gebruiken om die te vervangen.
Om je een paar lekkere voorbeelden te geven, dit zijn een aantal recepten waar deze witte chocolade botercrème erg goed bij smaakt:
Maar ook in een frambozen-citroen cakerol is deze botercrème niet te versmaden. In dat geval meng je nog een beetje citroenextract door de botercrème om het weglaten van de lemon curd te compenseren.
Als je cupcakes met deze botercrème wil decoreren, dan zul je zo’n 16-20 toeven kunnen spuiten. Een taart van 20 centimeter kun je hier twee keer rijkelijk mee vullen. Je houdt waarschijnlijk zelfs nog wat over om de taart (dun) mee af te smeren.
Dat kan zeker! De minst foutgevoelige manier om dit te doen, is door een smaakextract door de crème te mengen. Maar er zijn nog veel meer manieren. In dit artikel geef ik al mijn tips over het toevoegen van smaken aan botercrème.
Je kunt de witte chocolade vervangen door een gelijke hoeveelheid melkchocolade, Ruby chocolade of pure chocolade. Wel moet je er rekening mee houden dat de crème wat steviger zal worden, omdat witte chocolade op zichzelf de meest zachte soort chocolade is.
Je crème is geschift als je een soort van witte stukjes ziet ontstaan in wat daarvoor nog een mooie, gladde botercrème was. De ingrediënten willen zich op dat moment niet meer aan elkaar binden en splitsen juist. Hartstikke zonde! Een geschifte botercrème ontstaat meestal doordat de ingrediënten niet op kamertemperatuur waren op het moment dat ze werden samengevoegd. Gelukkig kun je het goed oplossen. Lees hier hoe je dat kunt doen.
Ik gebruikte hiervoor deze stervormige spuitmond, waarmee je trouwens nog veel meer soorten toeven kunt spuiten dan degene die ik op deze foto’s laat zien. Mijn gouden regel is dat je de spuitzak altijd goed recht boven de cupcake moet houden. Om je verder te helpen laat ik je via onderstaande linkjes op video zien hoe je het beste een spuitzak met botercrème kunt vullen en hoe je met die stervormige spuitmond vier verschillende toeven kan spuiten:
Met dit recept krijg je een heerlijk luchtige en niet te vette botercrème, maar voor de combinatie met fondant of marsepein bevat het teveel vocht. Deze witte chocolade botercrème is daarom niet geschikt om te gebruiken wanneer je een taart wil afsmeren om vervolgens te bekleden met bijvoorbeeld fondant.
Het beste kun je dan een 1:1 botercrème gebruiken, wat betekent dat je gelijke delen boter en suiker gebruikt.
Wel is het mogelijk om je taart te vullen met deze botercrème met witte chocolade. Spuit dan eerst een dijkje met de 1:1 botercrème en vul de taart binnen dit dijkje met deze witte chocolade botercrème. Hierna smeer je de volledige taart opnieuw af met de 1:1 botercrème, die je met een gerust hart met fondant of marsepein kunt bekleden.
In mijn how to over taart vullen en bekleden lees je er alles over!
Ik vind het leuk dat Halloween steeds wat groter wordt in Nederland. Niet dat ik het vier, maar ik vind het wel leuk om wat baksels te maken in dit thema. Deze spinnenweb mini caramel shortbread taartjes zijn niet zo griezelig, maar wel héél erg lekker. Eigenlijk is het gewoon de grote bekende caramel shortcake taart (of twix taart, wat jij wilt), maar dan in het mini. En met een ander patroontje in de chocolade. Normaal gesproken geef ik gemaakte baksels weg na het proeven, behalve koeken. Die gaan in mijn koektrommel, komen altijd wel een keer van pas. Dat deed ik met deze koeken ook, maar dat was een slecht idee. Ze waren gewoon té lekker, ik kon er echt niet vanaf blijven. Gelukkig voor mij kon ik ze delen met visite zodat ze niet allemaal in mijn buik belandden.
BAKTIP: Ik gebruik dit formaat bakringen in mijn recepten. Deze bakringen zet je op een met bakpapier beklede bakplaat voordat je er deeg in doet. Na het bakken verwijder je de ringen gelijk.
Deze snelle cinnamon rolls staan binnen een half uur op tafel om van te smullen. In het recept leg ik je natuurlijk uit hoe je deze kaneelbroodjes zelf maakt. Het is een makkie, dat kan ik alvast verklappen.
Alles waar kaneel in zit vind ik lekker, maar van cinnamon rolls word ik wel heel erg gelukkig. In het weekend gebeurt het regelmatig dat ik verschrikkelijk veel zin heb in de cinnamon rolls met karamelsaus die al op mijn blog staan. Nadeel is alleen dat ik het liefst gelijk wil eten en het bereiden toch wel even duurt met een deeg dat nog moet rijzen.
Klinkt dit ‘probleem’ bekend? Daar heb ik nu een oplossing voor: snelle cinnamon rolls! Je hebt maar een klein half uurtje nodig voordat je kunt aanvallen. Nee, ze zijn niet helemaal hetzelfde, maar ook van deze kaneelbroodjes word ik heel erg gelukkig. En jij waarschijnlijk ook, probeer ze maar eens.
BAKTIP: Ik maak deze snelle rolls vaak op een met bakpapier beklede bakplaat, ik heb zelf deze kleine bakplaat in huis welke veel wordt gebruikt. Het is echter ook mogelijk om ze in een ovenschaal te bakken, dan vet je de schaal in voordat je de rolls erin legt.
Wat is nou eigenlijk het verschil tussen cinnamon buns, rolls en kaneelbroodjes? Daar kan ik kort over zijn: dat is letterlijk alleen de naam (of eigenlijk de taal), want het komt allemaal op hetzelfde neer.
Kanelbulle zou je ook nog aan het rijtje kunnen toevoegen, want dat is Zweeds voor kaneelbroodje. Over het algemeen wordt aangenomen dat kaneelbroodjes oorspronkelijk afkomstig zijn uit Zweden, dus eigenlijk zouden we ze gewoon kanelbulle moeten noemen. 😉
Wil je zien hoe ik deze snelle kaneelbroodjes heb gemaakt? Bekijk dan deze video!
Wil je een meer luxe variatie maken op deze snelle kaneelbroodjes? Voor een verjaardag of feestdag wellicht, probeer deze deluxe variant dan eens. Je eet je vingers er nog net niet bij op.
En dan voor alle mensen die graag lekker uitgebreid aan de bak gaan in het weekend en zelf hun kaneelbroodjesdeeg willen maken. Ook daar heb ik recepten voor! Te beginnen met het basisrecept, maar ook een aantal hele lekkere variaties daarop.
Heb jij al wel eens zelf cinnamon rolls gemaakt? Ga je het liefst voor de klassieker of voor een smaak variatie?
Als je net zoals heel erg van kaneel houdt, neem dan ook eens een kijkje tussen al mijn recepten met kaneel.
Dat kan, maar het eindresultaat is wel heel anders. Croissantdeeg is een gistdeeg en dat is bladerdeeg niet. Dus als je onderstaand recept met bladerdeeg maakt, dan krijg je een wat platter en knapperiger zoet bladerdeeghapje met kaneel, suiker en boter.
Dat zou ik persoonlijk niet doen. In principe zijn ze zo snel te maken dat het eigenlijk ook niet nodig is. Je kan ze wel van tevoren afbakken en nog even opwarmen als je de rolls wil gaan eten.
Absoluut! Bijvoorbeeld door dit recept voor karamelsaus te gebruiken (die je goed kunt voorbereiden, trouwens).
Ik zou dit zelf niet aanraden, maar een lezer heeft het wel eens (per ongeluk) gedaan en het resultaat bleek nog steeds hartstikke lekker! De kaneelbroodjes worden dan iets minder zoet en knapperig.
Ik houd van tartelettes. Zowel om van te smullen als om te maken. Een paar recepten om zelf tartelettes te maken staan dan ook al online. Die maken jullie graag merk ik, maar over de bodem zelf krijg ik ook veel vragen. Daarom focussen we ons vandaag alleen even op die bodem. Een goed begin is immers het halve werk, dus ga ik jullie uitleggen hoe je goed begint. Ik gebruik zelf altijd een recept dat ik ooit kreeg tijdens een middag bij Petit Gateau. Die vind ik fijn werken en ook nog eens heel erg lekker.
BAKTIP: Ik gebruik dit formaat bakringen in mijn recepten. Deze bakringen zet je op een met bakpapier beklede bakplaat voordat je er deeg in doet. Na het bakken verwijder je de ringen gelijk.
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Ik bak mijn tartellettes meestal eerst en vul ze daarna pas. In dat geval houd je bovenstaande beschrijving aan. Er zijn echter ook recepten (bij mij nog niet online) waarbij je de vulling al meebakt. Wat dacht je van een frangipane met wat andere fijne smaakmakers. Heerlijk!
In zo’n geval houd je de bereidingswijze aan in het recept van de tartelettes. Je kunt dus prima dit deeg als basis gebruiken, op het moment dat je de vulling maakt ga je dan verder met het andere recept.
Mijn bakringen zijn van Baktotaal en ze worden hier heel veel gebruikt. Ik kan het je dus zeker aanraden om ze aan te schaffen. Ik gebruikt ze zelf voornamelijk voor rondo’s en tartelettes, maar je kunt in weze allerlei soorten gebak in deze ringen maken.
Mocht je ze nu niet willen aanschaffen, dan kun je ook een cupcakevorm gebruiken. Het werkt minder prettig, maar het is op zich wel te doen. Ik zou wel een bakpapiertje op de bodem leggen voor de zekerheid zodat ze niet vast komen te zitten. Nog een optie is kleine taartvormpjes, daar kun je ook prima tartelettes in bakken.
Een tartelette bodem is de basis voor zo’n beetje ieder mogelijk taartje. In mijn boek maakte ik heerlijke tartelettes met karamel en chocola. Op mijn blog vind je een heerlijk recept met kersenjam en ganache. Maar zomerse versies met room en vers fruit zijn ook heerlijk. Binnenkort deel ik een lekker recept met jullie voor een zomerse tartelette.
Eigenlijk kun je zo precies zo vullen als je zelf wilt. Mocht je wat inspiratie voor vullingen zoeken kun je natuurlijk altijd even een kijkje nemen bij deze recepten.
Waar zou jij je tartelettes mee vullen?
