De allereerste vlaai die ik bakte was de rijstevlaai en dat vond ik best spannend. Ik dacht dat het ontzettend ingewikkeld zou zijn en vreesde dat hij niet goed zou lukken. Dat ik mij druk maakte om niets werd al vlot duidelijk, want het is helemaal niet zo moeilijk. Suf he, dat je geïntimideerd kan raken door een recept dat je nog nooit hebt geprobeerd. De meest gehoorde opmerking bij mijn rijstevlaai gaat over het deeg, het zou namelijk niet genoeg rijzen. Nu heb ik daar zelf weinig problemen mee, maar ik was het er mee eens dat het beter zou kunnen. Daar ben ik mee aan de slag gegaan en nu heb ik er echt een toprecept voor ontwikkeld. De rijstevlaai heeft inmiddels een update gekregen, maar ik wilde het losse recept voor de vlaaibodem ook met jullie delen. Met deze basis kun je namelijk elke vlaai maken die je maar wilt.
Het Complete Basisbakboek
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed het in 10 tot 15 minuten tot een soepel deeg. Dek de kom af en laat het deeg ongeveer een uur rijzen tot het in volume is verdubbeld.
Druk dan alle lucht uit het deeg en kneed tot een gladde bal. Rol de bal deeg uit tot hij iets groter is dan de vorm (omtrek + 2x de hoogte). Bekleed de vlaaivorm met het deeg, snijd het overtollige deeg dat over de randjes hangt weg en prik met een vork gaatjes in de bodem.
En hoe nu verder?
Bovenstaand de basis voor het maken van een vlaaibodem. De verdere bereiding verschilt per recept. Tot nu toe heb ik zelf alleen maar vlaaien gemaakt waarin de vulling gelijk wordt meegebakken, maar er zijn ook recepten waarbij je eerst de bodem even bakt.
De baktijd verschilt logischerwijs ook per recept. Mocht je zelf iets nieuws willen proberen wat vulling betreft, kan het helpen om soortgelijke recepten op te zoeken. Dan kun je daarin kijken hoe lang en op welke temperatuur die gebakken worden.
Gemiddeld worden vlaaien gebakken op 190 graden. De baktijd varieert, meestal ligt dit ergens tussen de 25 en 35 minuten.
De allereerste vlaai die ik bakte was de rijstevlaai en dat vond ik best spannend. Ik dacht dat het ontzettend ingewikkeld zou zijn en vreesde dat hij niet goed zou lukken. Dat ik mij druk maakte om niets werd al vlot duidelijk, want het is helemaal niet zo moeilijk. Suf he, dat je geïntimideerd kan raken door een recept dat je nog nooit hebt geprobeerd. De meest gehoorde opmerking bij mijn rijstevlaai gaat over het deeg, het zou namelijk niet genoeg rijzen. Nu heb ik daar zelf weinig problemen mee, maar ik was het er mee eens dat het beter zou kunnen. Daar ben ik mee aan de slag gegaan en nu heb ik er echt een toprecept voor ontwikkeld. De rijstevlaai heeft inmiddels een update gekregen, maar ik wilde het losse recept voor de vlaaibodem ook met jullie delen. Met deze basis kun je namelijk elke vlaai maken die je maar wilt.
Het Complete Basisbakboek
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed het in 10 tot 15 minuten tot een soepel deeg. Dek de kom af en laat het deeg ongeveer een uur rijzen tot het in volume is verdubbeld.
Druk dan alle lucht uit het deeg en kneed tot een gladde bal. Rol de bal deeg uit tot hij iets groter is dan de vorm (omtrek + 2x de hoogte). Bekleed de vlaaivorm met het deeg, snijd het overtollige deeg dat over de randjes hangt weg en prik met een vork gaatjes in de bodem.
En hoe nu verder?
Bovenstaand de basis voor het maken van een vlaaibodem. De verdere bereiding verschilt per recept. Tot nu toe heb ik zelf alleen maar vlaaien gemaakt waarin de vulling gelijk wordt meegebakken, maar er zijn ook recepten waarbij je eerst de bodem even bakt.
De baktijd verschilt logischerwijs ook per recept. Mocht je zelf iets nieuws willen proberen wat vulling betreft, kan het helpen om soortgelijke recepten op te zoeken. Dan kun je daarin kijken hoe lang en op welke temperatuur die gebakken worden.
Gemiddeld worden vlaaien gebakken op 190 graden. De baktijd varieert, meestal ligt dit ergens tussen de 25 en 35 minuten.
Voor iedereen die nog wel wat tips kan gebruiken voor het maken van een heerlijke vlaai komt dit artikel heel erg goed uit. Ik leg uit hoe je de lekkerste vlaaibodem bakt en hoe je de vlaai kunt vullen. Na het bakken, of hoe je de vulling meebakt. Mocht je nog aanvullende vragen hebben, laat het dan vooral weten in een reactie. Dan kun je met al deze informatie heerlijk zelf vlaaien bakken!
Deeg voor de vlaaibodem
Laat ik beginnen met een verwijzing naar het basisrecept voor de vlaaibodem. Met dit recept heb je de ideale verhoudingen als je het mij vraagt. Je hebt genoeg om de bodem met gemak te bekleden en het deeg rijst ook goed. Maar uiteraard heb ik daar nog wat extra tips voor.
Een vlaaideeg is een gistdeeg, net als brood dus. Dus de tips die er zijn voor het maken van brood, kun je ook voor vlaaien gebruiken. Zo is het belangrijk om het deeg goed en lang genoeg te kneden. Ik kneed in een staande mixer op middelhoge stand het deeg 10-15 minuten. Wanneer je een mooi vliesje kunt trekken van het deeg (denk aan kauwgom helemaal uitrekken tot het bijna doorzichtig wordt) is het goed en kun je het laten rijzen. Laat het vlaaideeg rijzen tot het in volume is verdubbeld, dit zal ongeveer een uur duren. Mijn kom deeg zet ik op een warme plek naast de kachel of in het zonnetje.
En dat deeg gaat natuurlijk in een vorm, daarvoor zijn er hele fijne vlaaivormen. Of vlaaipannen eigenlijk, zo wordt een bakvorm voor vlaaien meestal genoemd. Er bestaan veel soorten en maten, maar ik ben erg blij met mijn exemplaar die een losse bodem heeft. Je vindt hem hier.
Vlaaivulling
Alle vlaaien die ik tot nu toe heb gemaakt zijn vlaaien waarbij ik de vulling gelijk mee heb gebakken. Je zult merken dat zo’n beetje alle recepten op die manier in elkaar zitten. Sommige vlaaien krijgen na het bakken nog wel een extra topping mee, maar dat hij pas gevuld wordt na het bakken komt niet vaak voor.
Mocht je wel een vlaai zonder vulling willen bakken: dan moet je de bodem blind bakken. Nadat je je vorm hebt bekleed met het deeg leg je er een vel bakpapier in met daarop een blindbakvulling. Hoewel ik hier geen ervaring mee heb, gok ik dat je een bodem van 25 cm zo’n 15-20 minuten op 190 ºC (boven- en onderwarmte) bakt. Haal dan het bakpapier met de vulling eruit en zet nog zo’n 5 minuten terug in de oven.
In de meeste recepten zul je echter zien staan dat je de vulling meebakt. Lekker een laag banketbakkersroom met fruit en een kruimellaag bijvoorbeeld. Of de bekende rijstevlaai. De mogelijkheden zijn letterlijk eindeloos. Hier heb ik geen aparte tips voor aangezien dit per recept verschilt. Volg dus vooral de instructies van het recept dat je maakt.
Het complete basisbakboek
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Sommige vlaaien hebben een mooi raster bovenop, anderen weer niet. Het is maar net wat je wilt en wat het best past bij jouw specifieke recept. Als je een raster wilt maken zijn hier twee (of eigenlijk drie) manieren voor.
Je kunt een tool gebruiken. Er bestaat een handige roller, maar er zijn ook stansen verkrijgbaar. Zelf heb ik een vlaairuitenroller van Baktotaal in huis die perfect werkt. Ze verkopen ook stansen.
Geen tool in huis? Je kunt het ook heel eenvoudig zelf maken door stroken deeg te snijden en deze te vlechten tot een mooi raster. Daar staat een hele fijne how to voor op de site.
Vlaai recepten
En dan wil je nu natuurlijk gelijk aan de slag en zelf een vlaai maken. Snap ik helemaal! We hebben al heerlijke recepten online staan, ik zet ze voor je op een rij:
Met bovenstaande recepten kun je uiteraard ook prima variëren. Vervang de abrikozen voor perziken of ander fruit dat je lekker vindt. Rijstevlaai met karamelblokjes als topping? Kan ook prima!
Wil je je recept in een ander formaat maken, gebruik dan mijn handige omrekentool. Vul de hoeveelheden in van het originele recept, geef aan hoe de vorm veranderd en deze tool doet al het rekenwerk voor je! Hoef jij alleen nog maar aan de bak te gaan.
Het gebruiken van gist schrikt veel mensen af, gist betekent dat het deeg moet rijzen en dat vereist geduld en soms ook een beetje ervaring. Gist gebruiken we voornamelijk voor brood, maar vlaaibodems en sommige wafels maak je ook met een gistdeeg. Met gist kun je dus meer maken dan alleen maar brood.
Hoewel ik bijna altijd gedroogde gebruik, kun je ook gistdeeg maken met verse gist. Er zit echter wel verschil tussen droge en verse gist in de manier van bereiding, hoeveel je ervan nodig hebt en de verkrijgbaarheid van het product. Het is hierbij goed om te weten dat we met droge/gedroogde gist ‘instant gist’ bedoelen. Vandaag zal ik hier enige aandacht aan besteden en proberen duidelijk te maken wat precies het verschil is tussen de twee.
droge gist (instant gist)
hoeveelheid
Laten we beginnen met de hoeveelheid gist die je nodig hebt om mee te bakken. In het algemeen is een zakje droge gist van 7 gram voldoende voor 500 gram bloem. Maar lees altijd het recept om te weten hoeveel je precies nodig hebt. Maar nu rijst de vraag. Wat als een recept vraagt om verse gist en jij hebt alleen droge gist in huis. Kun je verse gist vervangen door droge gist en zo ja, hoeveel heb je dan nodig? Het antwoord is simpel. Je kunt verse gist vervangen door droge gist. De verhouding is 3:1, dat betekent dat je 3 gram verse gist vervangt door 1 gram droge gist.
bereiding
Droge of gedroogde gist is ontzettend makkelijk in gebruik en om die reden ook het meest bekend onder de thuisbakker. Omdat het zo makkelijk is noemt men het ook vaak ‘instant’ gist, het werkt namelijk direct. Het belangrijkste aan droge gist is dat je het niet hoeft op te lossen in vloeistof, ondanks dat vele recepten dit wel zullen benoemen. Je kunt droge gist dus direct toevoegen aan het bloem.
verkrijgbaarheid
Droge gist is zeer goed verkrijgbaar. Je vind het in kleine zakjes die per 7 gram verpakt zijn. Een supermarkt met een afdeling met bakproducten heeft ook altijd droge gist in het assortiment. Je vindt het vaak naast de bakpoeder- en vanillesuiker zakjes. Omdat droge gist goed verkrijgbaar is wordt dit ook het meeste gebruikt door mensen.
verse gist
hoeveelheid
Verse gist kun je in verschillende hoeveelheden kopen, maar als het in de supermarkt ligt is het vaak een klein blokje van zo’n 40 gram. Ook hier is het afhankelijk van het recept hoeveel je nodig hebt. Maar waarschijnlijk wil je graag weten of je droge gist kunt vervangen door verse gist. Alhoewel dit niet zo snel zal voorkomen, werkt het omrekenen natuurlijk ook andersom. De verhouding blijft hetzelfde alleen omgedraaid. Je gaat dus uit van 1:3, wat betekent dat je 1 gram droge gist vervangt door 3 gram verse gist. Let alleen wel op de bereiding, want daar kan, afhankelijk van het recept, verschil tussen zitten waar je dan rekening mee dient te houden.
bereiding
Verse gist heeft een andere bereiding nodig dan droge gist. Je zult het eerst moeten oplossen in een vloeistof. Ga geen extra vloeistof toevoegen aan het recept. Vaak zegt het recept dat je al iets van lauw water of lauwe melk aan het deeg moet toevoegen, hier verkruimel je de verse gist in en zorg je dat het is opgelost voordat je de bloem toevoegt. De meeste recepten die droge gist gebruiken zullen zeggen dat je het gist moet oplossen in water, dit hoeft eigenlijk niet maar dus wel als het om verse gist gaat. Zo zie je hoe de bereiding van verse gist nog steeds zichtbaar is in recepten die met droge gist werken.
verkrijgbaarheid
Verse gist is vaak iets minder goed verkrijgbaar. Het wordt meestal ook verkocht onder de naam bakkersgist. Daarnaast moet je verse gist niet zoeken bij de bakproducten. Omdat het een vers product is ligt het in de koeling. Waar het precies ligt verschilt weer per supermarkt. Ik zie het meestal liggen bij de gekoelde bakproducten, zoals croissantdeeg. Jammer genoeg zit verse gist niet in het assortiment van iedere supermarkt. Vraag een medewerker of ze verse gist -bakkersgist- in het assortiment hebben als je het niet kunt vinden.
Op zoek naar verse gist en je kunt het niet vinden in de supermarkt(en) bij jou in de buurt? Informeer dan eens bij de plaatselijke bakker of hij een beetje bakkersgist voor jou heeft.
Ik hoop dat je nu iets beter begrijpt wat het verschil is tussen droge en verse gist. Met beide producten kun je prima een gistdeeg maken. Het enige verschil zit ‘m dus in de bereiding, de hoeveelheid die je nodig hebt en de verkrijgbaarheid van het product. De werking is uiteindelijk hetzelfde.
Het is weer eens tijd voor een vlaai recept! Sinds ik een paar maanden geleden een rijstevlaai bakte ben ik over mijn angst voor vlaaien heen. Ik dacht altijd dat het een soort van hogere wiskunde was, maar het is dus echt hartstikke simpel. Deze aardbeienvlaai is zelfs nog makkelijker te maken dan de rijstevlaai. Dat komt mede door de blikjes vlaaivulling die ik gebruikte. Ik had nog overwogen om vers fruit te gebruiken en een soort gelei achtig iets erbij te maken, maar uiteindelijk overheerste het ‘waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan’ gevoel. Dus ik koos voor blikjes vlaaivulling, ook hartstikke lekker! Verder gaf ik deze aardbeienvlaai het echte vlaaien uiterlijk door het raster bovenop. Ook dat was weer kinderlijk eenvoudig met de ruitenroller van Baktotaal. Even rollen, uitrekken en klaar! Je begrijpt dat ik wel moest gniffelen toen ik bij deze foto op Instagram zoveel reacties kreeg over het mooie raster, ik hield nog mooi even geheim hoe makkelijk dat eigenlijk is.
Het complete basisbakboek
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Voor mij gaat er in de zomer weinig boven een taart met verse aardbeien, een krokante zanddeegbodem en een heerlijke vulling van banketbakkersroom. Maar ik heb nog veel meer lekkere aardbeientaarten ter inspiratie voor jullie, perfect voor als het aardbeien seizoen in volle gang is:
Begin met het maken van het deeg voor de bodem. Hiervoor doe je de bloem, gist, suiker en zout in een kom. Voeg hier de boter, ei en melk aan toe. Kneed tot een zacht en soepel deeg dat niet meer plakkerig is. Dek het deeg af en laat rijzen tot het in volume verdubbeld is, dat duurde bij mij iets langer dan een uur.
Druk dan het lucht uit het deeg en kneed tot een gladde bal. Twee derde van het deeg gebruik je om de bodem te bekleden, de rest is voor het raster bovenop. Rol twee derde van de bal deeg uit zodat hij in de vorm past. Bekleed de vorm met het deeg. De stukjes deeg die over de vorm hangen kun je nog even zo laten, dat verwijderen we tegelijk met overtollige stukjes van het raster.
Prik een paar gaatjes in de bodem en laat deze zo’n 15 minuten afgedekt staan. Ondertussen rol je het deeg voor het raster uit in een ovale vorm, zorg dat hij iets langer is dan de doorsnede van de vorm. Met de ruitenroller rol je het rasterpatroon in het deeg. Trek dit vast uit elkaar op je werkblad.
Bak de vlaaibodem erbij en strooi wat paneermeel op de bodem, verdeel de vlaaivulling over de bodem. Ik gebruikte 2 blikjes omdat mijn vlaaivorm vrij diep is, zorg in ieder geval dat je hem niet tot de rand vult met de vlaaivulling. Dan het raster, ik hing deze over de deegroller zodat ik iets rustiger en beter kon bepalen hoe ik hem over de taart heen legde. Rol met de deegroller over de vlaaivorm, de stukjes deeg die over de rand hangen snij je hiermee af.
Met het overgebleven geklopte eitje smeer je het raster in, dit gaat het makkelijkst door alleen een hoekje van een kwastje te gebruiken, anders neem je de vlaaivulling ook mee. Strooi tot slot de kristalsuiker of rietsuiker over de taart heen.
Bak de aardbeienvlaai in 25-30 minuten op 190 °C (boven- en onderwarmte).
Dit artikel is een samenwerking met Baktotaal, lees mijn disclaimer voor meer informatie.
Eerder deze week vertelde ik nog hoe mijn recepten ontstaan en dat ik vrijwel nooit een recept exact namaak. Een enkele keer dus wel, zo ook deze rijstevlaai. Ik had nog nooit eerder een vlaai gemaakt, het leek mij dus niet zo’n succes om direct zelf een recept te bedenken. Eerst maar eens aan de slag met een bestaand recept, dan kan ik een volgende keer gaan variëren. Ik pakte het Nederlands bakboek van de plank en ging op zoek naar een recept voor rijstevlaai. Daar hadden jullie immers om gevraagd. Onder het motto ‘u vraagt, wij draaien’, haalde ik alle benodigdheden in huis en ging aan de slag. Stiekem had ik verwacht dat het maken van een vlaai heel moeilijk zou zijn, maar dit viel dus echt reuze mee. Verrassend simpel zelfs!
UPDATE: januari 2018 heeft het recept voor de bodem een update gekregen. Je hebt nu wat meer deeg en het rijst beter wat voor lekkerdere en mooiere resultaten zorgt. Reacties (over de bodem) van voor die tijd hebben dus betrekking op de oude samenstelling.
Begin met het maken van het deeg voor de bodem. Hiervoor doe je de bloem, gist, suiker en zout in een kom. Voeg hier de boter, ei en melk aan toe. Kneed tot een zacht en soepel deeg dat niet meer plakkerig is. Dek het deeg af en laat rijzen tot het in volume verdubbeld is, ik had hiervoor iets meer dan een uur nodig.
Terwijl je deeg rijst, kunt je de vulling vast gaan maken. Je kunt gelijk beginnen, maar je kunt ook even wachten tot je deeg al een half uurtje tot drie kwartier heeft gerezen. Dan sluit het maken van de verschillende onderdelen straks net wat beter op elkaar aan.
Doe de melk en vanille extract in een pan, breng het aan de kook en voeg dan de rijst en suiker toe. Roer even los en breng weer aan de kook. Zet het vuur dan laag en laat het geheel inkoken tot de rijst gaar is. Het moet nu nog wel een vochtig papje zijn. Blijf tijdens het inkoken roeren om te voorkomen dat je rijst aanbrandt. Haal dan de pan van het vuur en roer de opgeklopte eieren door het rijstmengsel.
Terwijl je rijst staat te koken kun je even kijken of het deeg voor de bodem al is verdubbeld. Druk dan het lucht uit het deeg en kneed tot een gladde bal. Rol de bal deeg uit zodat hij in de vorm past. Bekleed de vorm met het deeg. Je hebt altijd stukjes die overlappen, dit kun je mooi afsnijden door je deegroller te gebruiken. Rol over de rand van de vorm heen (over het overlappende deeg dus) en je zult zien dat al het overtollige deeg netjes wordt afgesneden.
Prik nu wat gaatjes in de deegbodem, dek hem af en laat hem even een kwartiertje staan.
Nog even voor de duidelijkheid. Je kunt de bodem dus uitrollen en de vorm bekleden terwijl je rijst staat te koken. Vergeet niet de rijst met enige regelmaat door te roeren.
Wanneer je bodem en vulling klaar zijn, giet je de vulling in de vorm. Schuif de vorm in de oven en bak de vlaai in 25-30 minuten op 190 °C (boven- en onderwarmte). De vulling moet net gestold zijn. Laat de taart even in de vorm afkoelen voordat je hem eruit haalt en op een rooster helemaal laat afkoelen.
Als de taart helemaal is afgekoeld, kun je de slagroom aanbrengen. Dit kun je het best kort voor serveren doen, dan blijft hij het mooist.
Klop de slagroom op met de suiker en breng aan op de vlaaibodem. Chocolade schaafsel kun je eenvoudig maken van een reep pure chocola, hier zie je hoe je dat doet.
April 2018 vond de allereerste editie van De Bakstrijd plaats en sindsdien is het uitgegroeid tot een online bakwedstrijd waar maandelijks ontzettend veel mensen met plezier aan deelnemen. Toch kondigen we vandaag de (voor nu) laatste editie aan. Daar hebben we meerdere redenen voor en deze beslissing is dan ook niet zomaar genomen. Naast dat het ons iedere maand weer een hoop tijd kost, merken we ook dat er veel mensen zijn die door het wedstrijdelement niet altijd hun baksels in durven te sturen.
En dat vinden we jammer, iedereen is immers ergens begonnen (geloof mij, mijn allereerste baksels waren ook echt niet zoals het nu is hoor). Ook is de behoefte voor een ander soort community uit zowel ons als jullie gegroeid de laatste maanden. Dit gaven jullie massaal aan in de enquete en er werden steeds meer andere baksels in de Facebookgroep gedeeld. Wat we overigens ontzettend leuk vinden om te zien, maar het overzicht was daarmee wel kwijt. Een tweede Facebookgroep runnen gaan we niet redden (oh, wat heb ik toch graag meer uren in een dag), dus we hebben een heel leuk idee!
Na deze maand veranderen we de Facebookgroep van De Bakstrijd in een Laura’s Bakery Facebookgroep. Wel zullen we hier iedere maand nog een thema aankondigen voor de mensen die het heerlijk vinden om met een beetje uitdaging aan de slag te gaan iedere maand, maar het wedstrijdelement verdwijnt. Ook maakt dit ruimte voor het delen van al jullie andere baksels. Ik weet zeker dat dit een ontzettend gezellige online bakgroep gaat worden. Volgende maand zullen we jullie duidelijk uitleggen hoe het er exact uit komt te zien, want voor nu gaan we eerst nog een keer knallen voor De Bakstrijd. Hopelijk doen jullie massaal mee!
DIT IS DE BAKSTRIJD
Geen idee wat De Bakstrijd is? Hier een korte samenvatting:
Elke eerste van de maand delen we het nieuwe thema; deze maand dus voor de laatste keer
We geven 1 á 2 richtlijnen als opdracht
Ter inspiratie krijgen jullie een aantal voorbeeldrecepten
Passend bij elk thema worden de nodige baktips gedeeld
Ga zelf aan de bak binnen het thema en zet je baksel mooi op de foto
Deel je baksel in de speciale besloten Facebookgroep De Bakstrijd
Voor De Bakstrijd van februari konden jullie meedoen aan twee verschillende categorieën binnen het thema vlaaien: smaken in de vulling of een mooi raster. De hele maand door heb ik tips en inspiratie recepten met jullie gedeeld. Maar wat een ook veel leuke eigen creaties voorbij. Van traditionele rijstevlaaien tot aan verrassende smaken van brownies, tompouce en stroopwafel. Ook met de mooie rasters zijn jullie creatief aan de slag gegaan. Ik heb een paar van deze inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.
Het was onwijs leuk om tussen alle inzendingen twee winnaars te zoeken. Ik zag dat een aantal van jullie voor het eerst aan de slag zijn gegaan met vlaai bakken. En dat er onderling ook veel informatie werd uitgewisseld met tips en tricks om de beste bodem te maken. Echt super leuk! Nu is het hoog tijd om de twee winnaars bekend te maken.
In de eerste categorie, op basis van de smaken in de vulling, heeft gewonnen: de Schwarlzwalder kirch vlaai van Miranda Van Eekelen. Een heerlijke vlaaibodem, gevuld met kersen, mascarpone, chocoladecake en afgetopt met kersen en vlokken. Heerlijk toch!?
En de tweede winnaar, een mooi raster, is geworden: de abrikozen-appel vlaai van Corina Boom Hovestadt. Wat een werk moet dat zijn geweest om het raster zo mooi en precies te krijgen. Maar het eindresultaat mag er zeker wezen.
Gefeliciteerd Miranda en Corina.
Nogmaals gefeliciteerd! De cadeaubonnen van €75,- te besteden bij Baktotaalzijn van jullie.
BAKSTRIJD MAART 2021
De (voorlopig) laatste Bakstrijd staat geheel in het thema van Pasen! Van heerlijke paasontbijtjes met ei tot aan gebak met chocolade paaseitjes erin verwerkt: ik weet zeker dat jullie genoeg leuke recepten hebben om iets lekkers te maken binnen dit thema. Je kunt meedoen binnen deze verschillende categorieën:
Categorie 1: paasontbijt
Categorie 2: gebak
Onderstaand staan alle voorwaarden nog eens op een rij. Ook vind je daar de prijs en een aantal recepten ter inspiratie. Uiteraard volgt er later deze maand ook nog een lekker recept van mijn kant. Veel bakplezier!
Thema: Pasen Voorwaarden: bak iets wat typisch past bij het Paasontbijt of gebak wat goed bij Pasen past. Vergeet niet aan te geven in welke categorie jouw baksel meedoet. Let op: gebak doet niet mee in de categorie ‘ontbijt’. Prijzen: Iedere winnaar ontvangt een cadeaubon ter waarde van €75,- te besteden bij Baktotaal
Via Facebook doe je mee door de foto van je baksel in het daarvoor bestemde fotoalbum te delen in De Bakstrijd Facebookgroep. Een handleiding hoe je dit via de computer of met je mobiele telefoon kunt doen vind je in de groep onder de bestanden.
FOTO DELEN VIA #DEBAKSTRIJD INSTAGRAM
Je kunt ook meedingen naar de prijs via Instagram. Zodra je je foto van jouw baksel deelt met #DeBakstrijd en je profiel op openbaar hebt staan doe je mee. Zo simpel is het. Op Instagram kun je ook het De Bakstrijd Instagram account taggen in de foto. Op die manier missen we je foto nooit!
Wie is er nu niet dol op een overheerlijke kersenvlaai? Wist je dat het helemaal niet moeilijk is om zelf een vlaai te bakken? Met dit recept maak je thuis je eigen klassieke kersenvlaai.
Zelf kersenvlaai maken
Voor een kersenvlaai begin je met het maken van een gistdeeg, dit is voor de bodem en het deksel van de vlaai. Na het rijzen van dit deeg kun je de taartbodem bekleden, ik gebruik voor vlaaien altijd een vlaaivorm van 25 cm. Bij deze kersenvlaai moet je wel zorgen dat je wat deeg overhoudt voor het raster bovenop.
Dat raster kun je op verschillende manieren maken. Je kunt stroken deeg op de vlaai leggen en deze ‘vlechten’, ik heb een handige how to gemaakt waarin ik uitleg hoe je zelf een vlaairaster kunt maken. Een alternatief is het gebruik van een vlaairuitenroller. Daarmee maak je eenvoudig een mooi raster. Rol je deeg eerst uit met een deegroller en vervolgens rol je er met de ruitenroller overheen. Deze maakt inkepingen in het deeg, trek het deeg daarna voorzichtig uit elkaar en je krijgt een prachtig raster voor je vlaai.
Kersenvlaaivulling
Ik heb je al een hoop verteld over het deeg voor een vlaai, maar er is nog een zeer belangrijk onderdeel: vlaaivulling! Voor deze kersenvlaai gebruikte ik mijn zelfgemaakte kersenvlaaivulling. Ideaal voor als je veel kersen in huis hebt, maar vooral ook heel erg leuk om te maken. Je kunt trouwens gewoon kersen uit een pot gebruiken om deze vlaaivulling te maken.
Geen kersen in huis en wil je je vlaai wat sneller in de oven kunnen schuiven? Dan kun je natuurlijk ook prima een blik kersenvlaaivulling kopen. Zelf vind ik het dan lekker om de kersen uit het blik te scheppen zodat je extra veel kersen hebt ten opzichte van de vulling.
Meer vlaairecepten
Dol op vlaaien? Dan wil je misschien nog wel meer vlaaien bakken nadat je deze kersenvlaai hebt geprobeerd. Op het blog is al een fantastisch lekkere rijstevlaaite vinden en een aardbeienvlaai, daarnaast staat er een zalige abrikozen kruimelvlaai met banketbakkersroom in Het Laura’s Bakery Bakboek.
Bereid de kersenvlaaivulling voor volgens recept (zie de link naar het recept in de ingrediënten) en zet opzij.
Begin met het maken van het deeg voor de bodem. Hiervoor doe je de bloem, gist, suiker en zout in een kom. Voeg hier de boter, ei en melk aan toe. Kneed tot een zacht en soepel deeg dat niet meer plakkerig is. Dek het deeg af en laat rijzen tot het in volume verdubbeld is, dat duurde bij mij iets langer dan een uur.
Druk dan het lucht uit het deeg en kneed tot een gladde bal. Twee derde van het deeg gebruik je om de bodem te bekleden, de rest is voor het raster bovenop. Rol twee derde van de bal deeg uit zodat hij in de vorm past. Bekleed de vorm met het deeg. De stukjes deeg die over de vorm hangen kun je nog even zo laten, dat verwijderen we tegelijk met overtollige stukjes van het raster.
Prik een paar gaatjes in de bodem en laat deze zo’n 15 minuten afgedekt staan. Ondertussen rol je het deeg voor het raster uit in een ovale vorm, zorg dat hij iets langer is dan de doorsnede van de vorm. Met de ruitenroller rol je het rasterpatroon in het deeg. Trek dit vast uit elkaar op je werkblad.
Pak de vlaaibodem erbij en strooi wat paneermeel op de bodem, verdeel de vlaaivulling over de bodem. Of je de vlaaivulling nu zelf maakt of niet, zorg er in ieder geval voor dat je hem niet tot de rand vult met de vlaaivulling. Dan het raster, ik hing deze over de deegroller zodat ik iets rustiger en beter kon bepalen hoe ik hem over de taart heen legde. Rol met de deegroller over de vlaaivorm, de stukjes deeg die over de rand hangen snij je hiermee af.
Met het overgebleven geklopte eitje smeer je het raster in, dit gaat het makkelijkst door alleen een hoekje van een kwastje te gebruiken, anders neem je de vlaaivulling ook mee. Strooi tot slot de kristalsuiker of rietsuiker over de taart heen.
Bak de kersenvlaai in 25-30 minuten op 190 °C (boven- en onderwarmte).
We zijn de eerste Bakstrijd van 2021 goed begonnen! Wat een heerlijke broden heb ik voorbij zien komen, zo leuk allemaal. Ik heb er lang over na moeten denken om de twee winnaars te kiezen, maar het is uiteindelijk gelukt! En wat ook super leuk is, jullie hebben zelf mee kunnen denken over de verschillende categorieën van nieuwe Bakstrijd van deze maand. Nieuwsgierig geworden? Je lees het allemaal hieronder.
DIT IS DE BAKSTRIJD
Geen idee wat De Bakstrijd is? Hier een korte samenvatting:
Elke eerste van de maand delen we het nieuwe thema
We geven 1 á 2 richtlijnen als opdracht
Ter inspiratie krijgen jullie een aantal voorbeeldrecepten
Passend bij elk thema worden de nodige baktips gedeeld
Ga zelf aan de bak binnen het thema en zet je baksel mooi op de foto
Deel je baksel in de speciale besloten Facebookgroep De Bakstrijd
Voor De Bakstrijd van de afgelopen maand konden jullie kiezen uit twee thema’s: brood bakken zonder rijs en brood bakken met rijs. Ik ben zelf echt groot fan van versgebakken brood uit de oven, met een beetje boter erop. Smullen! En aan de inzendingen te zien hebben jullie zelf ook heerlijk zitten smullen van alle broden. Wat een variaties kwamen er langs: van kleine zoete broodjes tot aan hartige breekbroden, en van heerlijk wit brood tot aan broden met allerlei pitten en zaden erin. Daarom heb ik voor jullie een paar van de inzendingen op een rijtje gezet.
Het is onwijs leuk om te zien dat zo veel van jullie aan de slag zijn gegaan met brood bakken. Want dat is niet altijd makkelijk, met rijzen en kneden. Maar ik hoop dat jullie geïnspireerd zijn geraakt om vaker zelf brood te bakken, ook voor degenen die dit nog nooit eerder hadden gedaan. De inzendingen van deze Bakstrijd liepen dan ook enorm uiteen, des te moeilijker om een winnaar te kiezen. Gelukkig mocht ik twee winnaars kiezen. Een inzending voor brood zonder rijs en een inzending voor brood met rijs.
In de eerste categorie, brood zonder rijs, hebben de gevulde broodjes met haloumi op Turkse wijze van Suzanne Moor gewonnen. De broodjes zien er onwijs lekker, en mooi, uit! Ik raak gelijk geïnspireerd om te gaan variëren met verschillende lekkere vullingen voor deze broodjes.
Als tweede winnaar, in de categorie brood met rijs, hebben de kartoffel (aardappel) broden van Luce Raithel gewonnen. Het lijkt me super leuk om deze broden een keer zelf te maken, als ik wat aardappelen over heb. Ook de decoratie van deze broden is heel goed gelukt.
Gefeliciteerd Suzanne en Luce!
Nogmaals gefeliciteerd! De cadeaubonnen van €75,- te besteden bij Baktotaalzijn van jullie.
BAKSTRIJD FEBRUARI 2021
De nieuwe Bakstrijd van februari staat in het teken van vlaai! Toen ik zelf voor de eerste keer een vlaai bakte, vond ik dat best spannend. Maar wat bleek? Het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn om een vlaai te bakken. Dus mocht je dit zelf ook nog niet eerder hebben gedaan, raad ik je aan om het zeker te gaan proberen en lekker mee te doen met deze nieuwe Bakstrijd. Deze maand hebben jullie zelf ook meegedacht over de twee verschillende categorieën:
Categorie 1: smaken in de vulling
Categorie 2: mooi raster
Onderstaand staan alle voorwaarden nog eens op een rij. Ook vind je daar de prijs en een aantal recepten ter inspiratie. Uiteraard volgt er later deze maand ook nog een lekker recept van mijn kant. Veel bakplezier!
Thema: vlaai Voorwaarden: bak een vlaai en geef bij je inzending aan voor welke categorie je meedoet: smaken in de vulling of mooi raster. Vergeet bij de categorie smaken in de vulling uiteraard niet te vermelden welke smaken in je vlaai zitten. Bij de selectie voor het mooie raster wordt er niet gekeken naar de smaken van de vulling. Prijzen: Iedere winnaar ontvangt een cadeaubon ter waarde van €75,- te besteden bij Baktotaal.
Via Facebook doe je mee door de foto van je baksel in het daarvoor bestemde fotoalbum te delen in De Bakstrijd Facebookgroep. Een handleiding hoe je dit via de computer of met je mobiele telefoon kunt doen vind je in de groep onder de bestanden.
FOTO DELEN VIA #DEBAKSTRIJD INSTAGRAM
Je kunt ook meedingen naar de prijs via Instagram. Zodra je je foto van jouw baksel deelt met #DeBakstrijd en je profiel op openbaar hebt staan doe je mee. Zo simpel is het. Op Instagram kun je ook het De Bakstrijd Instagram account taggen in de foto. Op die manier missen we je foto nooit!
Wat jammer dat het eigenlijk alweer juni is, want wat hadden we een lekker thema te pakken afgelopen maand. Jullie zijn massaal gaan rollen en dippen om mee te doen met de uitdaging om truffels te maken. Veel nieuwe gezichten die meededen, maar ook de oude-vertrouwde deelnemers. Superleuk om te zien hoe actief iedereen was. Maar de maand zit erop en dat betekent dat Laura en ik een winnaar hebben gekozen. Daarnaast wordt het tijd voor het nieuwe thema en zijn we ontzettend benieuwd of jullie deze uitdaging ook aangaan.
DIT IS DE BAKSTRIJD
Geen idee wat De Bakstrijd is? Hier een korte samenvatting:
Elke eerste van de maand delen we het nieuwe thema
We geven 1 á 2 richtlijnen als opdracht
Ter inspiratie krijgen jullie een aantal voorbeeldrecepten
Passend bij elk thema worden de nodige baktips gedeeld
Ga zelf aan de bak binnen het thema en zet je baksel mooi op de foto
Deel je baksel in de speciale besloten Facebookgroep De Bakstrijd
Hieronder enkele van de deelnames die zijn ingezonden voor de Bakstrijd van de afgelopen maand.
Zo leuk om alle verschillende smaken en inzendingen te zien. We hebben er zelf ook weer voldoende inspiratie uit weten te halen voor nieuwe truffelsmaken. Hoe tof ook dat jullie de truffels ook zijn gaan vullen met fruit. Iedereen bedankt voor het meedoen en jullie lekkere truffels!
Dan is het nu natuurlijk tijd voor de bekendmaking van de winnaar. Deze maand hebben wij gekozen voor Geertje Schouten met haar Baileys ameretti truffels. Een smaak die wijzelf niet zo snel uit zouden kiezen, maar door de originele combinatie én prachtige fotografie in onze ogen een terechte winnaar.
Nogmaals gefeliciteerd Geertje. De cadeaubon van €50,- te besteden bij Baktotaal is van jou.
DE BAKSTRIJD JUNI 2019
Kun je al zien wat het thema is? Als Limburgse had ik natuurlijk wel een zegje hierin, want vlaaien zijn hartstikke lekker en worden eigenlijk te weinig gebakken. Daar brengen we deze maand verandering in. Zelf zijn wij ook aan de slag gegaan met vlaai voor deze maand en we vinden het hartstikke leuk als jij dat ook gaat doen. De opdracht is simpel: bak een vlaai van gistdeeg. De vulling mag je helemaal zelf bepalen, maar ter inspiratie vind je hieronder enkele varianten. Ook vind je daar het recept voor de bodem.
Thema: Vlaai Voorwaarden: Bak een vlaai van gistdeeg Prijs: Cadeaubon ter waarde van €50,- te besteden bij Baktotaal
Via Facebook doe je mee door de foto van je baksel in het daarvoor bestemde fotoalbum te delen in De Bakstrijd Facebookgroep. Een handleiding hoe je dit via de computer of met je mobiele telefoon kunt doen vind je in de groep onder de bestanden.
FOTO DELEN VIA #DEBAKSTRIJD INSTAGRAM
Je kunt ook meedingen naar de prijs via Instagram. Zodra je je foto van jouw baksel deelt met #DeBakstrijd en je profiel op openbaar hebt staan doe je mee. Zo simpel is het. Op Instagram kun je ook het De Bakstrijd Instagram account taggen in de foto. Op die manier missen we je foto nooit!