Vet de springvorm in en bekleed met bakpapier. Maal de koeken fijn. Smelt de boter en roer de koekkruimels door de gesmolten boter tot een kruimelig en plakkerig mengsel. Stort het in een met bakpapier beklede springvorm en druk stevig aan.
Maak de vulling, oftewel het beslag, voor de cheesecake. Klop de roomkaas en suiker romig. Voeg de eieren één voor één toe en mix kort tot deze zijn opgenomen.
Roer de vanille-extract samen met de zure room los en voeg al mixend toe. Voeg 15 gram bloem toe en klop tot een glad geheel, maar niet te lang.
Giet het beslag op de koekbodem en strijk glad met een spatel. Bak de cheesecake in 60 minuten gaar op 150 °C in een voorverwarmde oven (boven- en onderwarmte). Zet er een ovenschaaltje met heet water op het rooster in de oven bij.
Zet na het bakken de oven uit en laat de cheesecake afkoelen met de ovendeur dicht of op een kleine kier. Zodra de cheesecake lauw of op kamertemperatuur is zet je deze in de koelkast en laat je deze minstens 4 uur opstijven.
Serveer de cheesecake bijvoorbeeld met toeven slagroom en versier met vers fruit of koekjes.
Tips
Kan jouw ovendeur niet op een kier blijven staan, steek er dan een houten pollepel tussen.
Je kunt de koekjesbodem van de cheesecake ook tegen de zijkanten van de bakvorm aan plakken, zoals ik bij mijn confetti cheesecake deed. Doe dit tot ongeveer 3 cm hoog.