• Vet de bakvorm in en bekleed deze met bakpapier.
• Klop de boter en suiker romig. Voeg het ei en zout toe, mix tot een egale massa. Als laatst voeg je de bloem en citroenrasp toe, meng dit goed door het deeg heen.
• Verdeel het deeg over de bodem van de bakvorm. Met een spatel of de bolle kant van een lepel kun je het deeg mooi glad maken in de vorm.

Vulling

• Klop het ei los en kneed de helft hiervan in een aparte kom met de amandelspijs tot een smeuïg mengsel. Verdeel de spijs over het deeg dat al in de bakvorm zit.
• Schil de appels en snij deze in partjes. Leg de partjes gewaaierd op de boterkoek, druk ze een beetje vast in de spijs. Bestrijk de bovenkant van de boterkoek met het resterende losgeklopte ei.
• Bak de boterkoek in 35 minuten gaar op 180 °C (boven- en onderwarmte). Hij wordt iets minder goudbruin dan je van boterkoek gewend bent, dat komt door de appels. Laat hem niet in de oven staan tot hij wel mooi goudbruin is, want daar wordt de koek droog van.
• Laat de koek afkoelen en snij in stukjes.