Het maken van deze ijsjes is ontzettend simpel. Klop de slagroom stijf en voeg hier de gecondenseerde melk en vanillepasta aan toe. Spatel rustig door elkaar tot er een egaal mengsel ontstaat. Verdeel in twee gelijke delen.
Pureer de frambozen en voeg toe aan de ene helft van de ijsbasis, spatel er doorheen tot het mooi gelijkmatig van kleur is.
Aan de andere helft voeg je de abrikozenjam toe, spatel ook dit er weer gelijkmatig doorheen. Op het moment dat ik deze ijstaart op een stokje maakte kon ik helaas geen verse (en rijpe!) abrikozen vinden, daarom gebruikte ik uiteindelijk abrikozenjam. Mocht jij wel abrikozen vinden en de tijd hebben om ze te laten rijpen is dat ook een perfecte optie. Ik denk dat je dan aan twee (of drie) abrikozen genoeg hebt.
Bekleed je cakevorm goed met plastic huishoudfolie. Dan kun je de ijstaart gaan maken! Ik was zelf lang in twijfel hoe ik hem zou maken. Eerst wilde ik twee lagen maken, maar uiteindelijk besloot ik om de mengsel meer door elkaar in de vorm te doen. Je kunt hier dus doen wat je zelf wilt. Als je de ijsjes wilt maken zoals ik dat deed, schep je afwisselend het abrikozen en frambozen mengsel in de cakevorm.
Dek de vorm strak af met huishoudfolie en doe een elastiek om de vorm zodat het stevig blijft zitten. Bepaal hoe dik je de plakjes ijs wilt maken en waar de stokjes moeten komen. Met een mesje prik je op die plekken gaatjes in het folie. Steek de houten ijsstokjes (online in vele shops te vinden) in de gaatjes, ze blijven zo goed staan.
Zet de vorm minimaal 6 uur in de vriezer.
Daarna kun je de gehele ijstaart uit de vorm halen. Verwijder het folie en snijd met een scherp mes in plakken.