Laat de blaadjes gelatine zo’n 5 minuten weken in een schaaltje koud water. In een pannetje breng je de slagroom aan de kook. Voeg het stoofperensap en de suiker toe, roer tot de suiker is opgelost. Haal de pan van het vuur, knijp de blaadjes gelatine uit en voeg deze toe aan het slagroom mengsel. Blijf roeren tot de gelatine is opgelost.
Giet de panna cotta in schaaltjes, dek ze af met folie en zet ze in de koelkast. Ze moeten minimaal 3 uur in de koelkast staan.
De topping kun je al gelijk maken, maar als je die er warm bij wilt serveren raad ik aan om hem op het laatste moment te maken.
Voor de topping snijd je de stoofpeertjes in blokjes, doe deze samen met de suiker in een pan. In een kommetje roer je het water en de maïzena tot een papje, voeg ook dit toe in de pan.
Zet de pan op het vuur, breng aan de kook en roer rustig door. Als je vindt dat het (bijna) genoeg is ingedikt haal je de pan van het vuur.
Je kunt de topping er gelijk over verdelen, maar je kunt het dus ook in een bakje in de koelkast zetten tot je de panna cotta wilt serveren.