Snijd de schoongemaakte stelen rabarber in plakjes van 1 cm dik en zet deze opzij.
Volg het recept voor zandtaartdeeg en bewaar het halve ei dat je overhoudt. Bak de taartbodem met een blindbakvulling 20 minuten net onder het midden van de oven, op 180 °C (boven- en onderwarmte). Verwijder daarna de vulling en het bakpapier en smeer de bodem van de taart lichtjes in met wat geklutst ei. Zet de taart opnieuw in de oven en bak nog 5-8 minuten, totdat het midden lichtbruin kleurt.
Ondertussen bereid je de roomvulling. Meng suiker, vanillesuiker en eidooiers in een kom door elkaar. Voeg de bloem toe en roer door tot het helemaal is opgenomen. In een pan verhit je de slagroom en melk, zodra het begint te koken draai je het vuur uit. Voeg een scheutje toe aan het eimengsel en roer door tot de room/melk helemaal is opgenomen. Voeg de rest dan ook in delen toe en roer goed door tot het een egaal mengsel is.
Als de bodem voor de tweede keer uit de oven komt, verdeel je de rabarberstukjes erover. Giet daar voorzichtig de roomvulling overheen. Smeer de randen in met het resterende geklutste ei.
Zet de taart terug in de oven voor 45 minuten. Houd de taart tijdens het bakken goed in de gaten. Als het deeg te donker wordt, kun je de bovenkant het beste afdekken met aluminiumfolie (ik deed dit voor de laatste 20 minuten).
De taart is klaar als de vulling stevig is bij de randen, maar het midden nog een beetje wiebelt. Laat 20 minuten afkoelen in de vorm en verwijder de taart daarna voorzichtig uit de vorm en laat volledig afkoelen.
Laat de taart ten minste 4 uur (of een nacht) opstijven in de koelkast voor het serveren. Zowel met als zonder een toef slagroom heerlijk.