Snij de citroenen in dunne plakjes van 0,5 cm dik. De kontjes gebruik je niet.
Breng de citroenschijfjes (of -schillen) in een pan met ruim water aan de kook, laat ongeveer een minuut koken en giet af. Herhaal dit nog twee keer en doe de citroenschijfjes daarna in een bak met koud water. Laat vervolgens uitlekken.
Neem een steelpan en doe het water en 250 gram suiker suiker hierin. Breng aan de kook (officieel moet de suikersiroop ongeveer tussen de 105 en de 110 ⁰C zijn) en laat de suikersiroop een minuut doorkoken.
Leg de citroenschijfjes voorzichtig in de pan (terwijl het vuur uit is) en laat ze erin zitten tot de siroop volledig is afgekoeld. Daarna leg je de schijfjes op een rooster.
Voeg nog 50 gram suiker toe aan de siroop en breng opnieuw aan de kook, laat een minuut koken. Leg de citroenschijfjes weer voorzichtig terug in de dikkere suikersiroop (terwijl het vuur onder de pan uit is). Laat de schijfjes staan totdat de siroop is afgekoeld en herhaal nog een keer.
Als de schijfjes 5-6 uur hebben gedroogd op een rooster kun je ze eventueel in extra suiker dippen voor een feestelijk effect. Laat ze opnieuw even drogen en dip daarna nog één keer in de suiker.
Tips
Probeer mooie, dunne plakjes te snijden. Dunne plakjes laten zich het beste konfijten. Dikkere plakjes of dikkere stukjes schil kunnen het beste 10 - 15 minuten worden meegekookt in de siroop.
Bewaren
In een afgesloten bakje zouden de gekonfijte citroenschijfjes wel maanden goed moeten blijven in de koelkast. Zo lang hebben ze het bij mij nog nooit overleefd :)