Verwarm de oven voor op 170 °C (boven- en onderwarmte). Klop in een kom de boter en suiker tot een bleke maar romige massa. Voeg de eieren een voor een toe, klopt kort en schraap de nog niet opgenomen ingrediënten van de wand van de mengkom. Meng op de laagste stand de vanille door de botermassa. Voeg bloem, zout en zuiveringszout/bakpoeder toe en blijf kloppen tot alles is vermengd. Meng als laatst de stukjes chocolade door het beslag heen. Het ziet er dan uit zoals op onderstaande foto, jummie!

Het deeg is te plakkerig om balletjes van te kunnen draaien, we gaan dus met 2 lepels aan de slag en maken bergjes op de bakplaat. Bij mij waren deze ongeveer ter grootte van een golfbal. Je kunt natuurlijk ook het beslag in 24 gelijke porties verdelen op basis van gewicht. Ik heb gewoon uit de losse pols hoopjes geschept. Zorg dat de hoopjes voldoende ruimte om zich heen hebben omdat ze nog uitlopen.

Volgens recept moeten de koeken 10 minuten bakken tot de randen goudbruin zijn, bij mij hebben ze zeker 15 minuten in de oven gezeten. Ook heb ik halverwege de plaat omgedraaid zodat ze gelijkmatig bruin werden. Als je de koeken uit de oven haalt moeten ze nog even kort afkoelen op de bakplaat, daarna leg je ze op een rooster om ze helemaal koud te laten worden.