Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed tot een mooi deeg. Verpak het in keukenfolie en leg het een uurtje in de koelkast.

Ondertussen bereid je de vulling voor. Schil de appels en peren, verwijder de klokhuizen en snijd in blokjes. Doe deze in een kom met de noten (je kunt ook ander soort noten gebruiken als je wilt) en de speculaaskruiden. Voeg eerst één theelepel toe en proef even voordat je eventueel een tweede toevoegt. De speculaassmaak moet in de vulling niet té aanwezig zijn.

Haal het deeg uit de koelkast en rol het uit tot een ronde lap van ongeveer 5 mm dik, het is handig om dit gelijk op een vel bakpapier te doen. Strooi het paneermeel erover, laat hierbij de randen vrij. Verdeel dan de vulling over het stuk waar de paneermeel ligt.

Vouw de randen van het deeg over de vulling zodat het er al uit ziet als een echte galette. Klop het eitje even los, en smeer het deeg ermee in. Strooi amandelschaafsel over de randen. Verplaats het geheel -met bakpapier- nu naar een bakplaat.

Laat de galette even afkoelen op de plaat wanneer hij uit de oven komt. De randen zullen dan ook knapperig worden, het is normaal dat deze nog zacht zijn wanneer de taart net uit de oven komt.