Eerder deze maand kwamen de stroopwafel muffins online die ik bakte voor de verjaardagen van mijn ouders. De andere soort muffins die ik voor deze dag bakte waren deze triple chocolate muffins. Een perfect recept voor iedere chocoholic dacht ik zo. De muffin zelf is al zalig van smaak, maar de 3 soorten chocolade die door het beslag zitten maken het helemaal af. Snel aan de bak dus!

Recept afdrukken
4.70 van 10 stemmen

Triple chocolate muffins

Chocolade, meer chocolade en nóg meer chocolade. Deze triple chocolate muffins zijn voor de echte chocoladeliefhebbers. En wie is dat nou niet?
Porties: 12 muffins

Ingrediënten

  • 120 gram donkerbruine basterdsuiker
  • 250 gram bloem
  • 50 gram cacaopoeder
  • 1 tl bakpoeder
  • 1 tl baking soda
  • snuf zout
  • 2 eieren (M)
  • 250 ml melk
  • 120 ml zonnebloemolie
  • 60 gram witte chocolate chunks (of chips)
  • 60 gram melk chocolate chunks (of chips)
  • 60 gram pure chocolate chunks (of chips)

Decoratie

  • extra chocolate chunks (of chips in alle smaken)

Instructies

  • Neem twee kommen. In de ene doe je alle droge ingrediënten: suiker, bloem, cacaopoeder, bakpoeder, baking soda en zout. Roer met een spatel door elkaar.
  • In een andere kom doe je de natte ingrediënten: eieren, melk en zonnebloemolie. Klop met een garde door elkaar.
  • Voeg de natte ingrediënten toe aan de droge en spatel tot de droge ingrediënten zijn opgenomen, het is prima als er nog wat klontjes in het beslag zitten. Voeg de chocoladestukjes toe en spatel deze gelijkmatig door het beslag.
  • Verdeel het beslag over de muffinvormpjes en decoreer deze met de extra chocolade.
  • Bak de chocolademuffins in 20-24 minuten op 200 °C (boven- en onderwarmte) gaar.

Notities

  • Tip: Goed om te weten: chocolate chunks zijn wat grotere stukjes bakvaste chocolade. Je koopt deze bij (online) kook- en bakwinkels. Je kunt ook chocolate chips gebruiken of gewoon een reep chocolade in stukjes hakken.
  • Bewaren: De muffins bewaar je in een afgesloten verpakking, ze blijven dan ongeveer een week goed.

Ik mag jullie vandaag weer blij maken met een hartig hapje dat ook te bereiden is op een barbecue. Een soort van borrelhapje dat stiekem ook prima smaakt op je zomerse barbecuefeestje. Wees echter gerust, want ik maakte deze spiesjes van gehaktballetjes met pindasaus op mijn fornuis. Een barbecue is dus zeker geen vereiste. Verder maakte ik na jaren weer eens de pindasaus zoals we dat thuis altijd deden, maar voegde dit keer wel wat extra smaakmakers toe. Ik maakte die saus vroeger haast wekelijks, waardoor ik het volledig op gevoel kan maken. Voor jullie heb ik de ingrediënten toch maar netjes afgewogen zodat je deze heerlijke en super makkelijke pindasaus nu ook zelf kunt maken.

BAKTIP: Dit recept is geschikt om als borrelhapje te serveren. In Het Borrelhapjes Bakboek vind je nog meer spiesjes en meer dan 150 andere heerlijke recepten die je uitstekend op tafel kan zetten tijdens de borrel. 

Leuk feitje over die saus. Ik weet niet hoe mijn moeder aan het recept komt, maar ik heb gekeken hoe anderen hun pindasaus maken en niemand doet het zoals ik het heb geleerd. Ik kan je vertellen dat deze saus echt naar pindasaus smaakt en vele malen makkelijker is dan alle recepten die ik gevonden heb tijdens een rondje Google.

Recept afdrukken
5 van 3 stemmen

Spiesjes van gehaktballetjes met pindasaus

Een lekker borrelhapje voor op de barbeque: spiesjes van gehaktballetjes met pindasaus. Vooral de zelfgemaakte pindasaus is om te smullen!

Ingrediënten

  • 300 gram half-om-half gehakt
  • 1 ei (M)
  • 2-3 el paneermeel
  • 1 tl ketjap
  • 0,5 tl sambal
  • zout en peper

Voor de pindasaus

  • 125 gram pindakaas (met stukjes)
  • 100 ml water
  • 1 el ketchup
  • 2 tl ketjap manis
  • 0,5 tl sambal
  • 0,25 tl gemberpoeder (optioneel)
  • 0,25 tl knoflookpoeder (optioneel)

Instructies

  • Maak de gehaktballetjes door alle ingrediënten in een kom te doen en tot een smeuïg maar stevig gehakt te kneden. Blijft je gehakt te nat, voeg dan wat extra paneermeel toe.
  • Rijg per prikker drie gehaktballetjes en bak ze op een hete barbecue of grillpan in 10 minuten rondom bruin en gaar. Een andere optie is om de balletjes niet te rijgen, maar in een hapjespan te bakken. Eenmaal gaar en gebakken kun je ze op een prikker rijgen en serveren met de pindasaus.
  • Maak de saus door alle ingrediënten in een pan te doen en goed te roeren. Zet de pan op het vuur en verhit de saus terwijl je blijft roeren. Zodra het begint te borrelen is de saus heet genoeg en dus klaar.
  • Serveer de spiesjes met de pindasaus. Ik weet zeker dat jong en oud van deze gehaktballetjes met pindasaus zullen smullen.

Notities

  • Bewaren: Heb je nog wat balletjes en saus over? Haal de gehaktballetjes van de spiesjes en doe samen met de saus in een afgesloten plastic bakje. Zo blijven ze zo’n 2-3 dagen goed in de koelkast. Om het weer op te warmen voeg je een extra scheutje water toe en warm je deze op in een pannetje of in de magnetron. Goed roeren en klaar. Lekker voor op een broodje als lunch.

Driemaal is scheepsrecht. Dat gold ook voor mij en deze pastéis de nata. Poging 1 ging best goed, maar het was niet helemaal zoals het moest zijn. Poging 2 smaakte beter, maar de vulling hechtte niet aan het bakje. Voor poging 3 paste ik het recept van de tweede keer iets aan en ik ging naar mijn ouders toe. Na flink wat research dacht ik namelijk dat het grootste probleem mijn oven was. Mijn oventje gaat niet verder dan 220 graden. Het supersonische apparaat van mijn ouders redt met gemak de 300 graden. En ja hoor, dat bleek de sleutel te zijn die tot deze succesvolle pastéis leidde.

Nog even kort over dit gebakje: ‘pastéis’ vertaal je naar taartjes, in het enkelvoud gaat het over een ‘pastel’. ‘Nata’ is room, Portugese roomtaartjes dus.

Als basis gebruik ik zelf bladerdeeg, dat doet vrijwel iedereen die ze thuis maakt. Ik houd ervan om niet al te ingewikkeld te doen en zal ze een volgende keer ook gewoon met bladerdeeg maken. Als je wel echt de klassieke pastéis wilt maken zijn er online ook recepten voor een deeg te vinden. In resultaat lijkt het op bladerdeeg, maar daarmee kun je een wat dunnere korst krijgen.

Recept afdrukken
4.95 van 17 stemmen

Pasteís de nata

Zin in een lekker taartje? Deze heerlijke Portugese zoete lekkernij: pasteís de nata, zijn echt een aanrader om zelf eens te maken!
Porties: 18 stuks

Ingrediënten

  • 1,5 rol bladerdeeg
  • 30 gram bloem
  • 300 ml volle melk
  • 250 gram fijne kristalsuiker
  • 1 kaneelstokje
  • schil van een halve citroen (snijd plakjes met een dunschiller)
  • 150 ml water
  • 1 tl vanille-extract
  • 6 eidooiers (M)

Instructies

  • In een kom doe je de bloem met 50 ml van de melk, roer door elkaar zodat je een glad papje hebt.
  • In een pannetje doe je de suiker, kaneel, citroenschil en het water. Hussel een beetje met de pan zodat de suiker helemaal vochtig is. Zet op een vuur en verhit tot 100-105 °C (gebruik een suikerthermometer). Roer niet tussendoor, je kunt hooguit het pannetje een beetje heen en weer bewegen.
  • Op het moment dat de suikersiroop op het vuur staat verhit je de overgebleven melk in een ander pannetje. Zodra dit bijna kookt haal je de pan van het vuur en voeg je het toe aan het bloemmengsel. Roer door elkaar en wacht tot de suikersiroop de juiste temperatuur heeft bereikt.
  • Wanneer de suikersiroop heet genoeg is verwijder je (voorzichtig!) het kaneelstokje en de citroenschillen. Giet de siroop rustig bij de melk terwijl je roert met een garde. Voeg de vanille toe en roer weer even goed door. Roer een tijdje met regelmaat door zodat het mengsel wat afkoelt. Het mag goed warm zijn, maar niet meer loeiheet.
  • Als het mengsel iets is afgekoeld voeg je de eidooiers toe. Roer met de garde goed door. Dek de kom af met folie en zet hem even opzij.
  • Verwarm de oven vast voor op 280 °C (boven- en onderwarmte) en plaats het rooster hoog in de oven.
  • Rol het vel bladerdeeg helemaal uit zodat er geen bakpapier meer tussen zit en rol vervolgens weer terug op. Snijd deze rol (van 1 vel) in 12 stukjes. Van het tweede vel bladerdeeg heb je dus maar de helft nodig. Halveer dit stuk deeg in de lengte, rol op en snijd in 6 stukjes. Doe dit pas wanneer je de tweede portie ook echt gaat bakken, je kunt de vulling namelijk prima even bewaren. Bladerdeeg kun je echter beter in de koelkast bewaren tot je het gaat gebruiken (en bijna bakken).
  • Vet je muffinvorm in met boter, dit kan ook met een bakspray (wat ik zelf deed). Rol de stukjes bladerdeeg zo dun mogelijk uit en bekleed de muffinvorm ermee. Ze hoeven niet helemaal tot aan de bovenkant te komen, maar probeer ze wel zo hoog mogelijk te maken. Prik met een vork wat gaatjes op de bodem.
  • Pak de kom met custard erbij en vul de vormpjes voor ¾ met de vulling.
  • Ze de bakvorm in de oven en bak de pastéis de nata in 10-15 minuten op 280 graden.
  • Houd vanaf 10 minuten de pastéis goed in de gaten, het gaat ineens snel namelijk. Je wilt dat ze goed goudbruin worden, er mogen ook best wat zwarte vlekken ontstaan op de custard.
  • LET OP: de hitte is echt heel erg belangrijk voor geslaagde pastéis. Het is mogelijk om ze op een lagere temperatuur te bakken als jouw oven niet tot 280 °C gaat, maar houd er dan wel rekening mee dat het resultaat iets anders wordt en ze meer tijd nodig hebben.
  • Laat de roomtaartjes een paar minuten afkoelen in de bakvorm voordat je ze verplaatst naar een rooster.
  • Je kunt nu op dezelfde manier de tweede portie roomtaartjes maken met het bladerdeeg en de overgebleven custard.
  • Voor serveren bestrooi je ze met poedersuiker en kaneel. Dan hoef je alleen nog maar te genieten. Warm zijn ze heerlijk, maar afgekoeld zijn ze ook nog heel erg lekker.

De zomer is begonnen en die staat bij mij behoorlijk volgepland. Met een vakantie, verhuizing en meer zat ik even in de knoop met de behind the scenes artikelen. De komende tijd verschijnen ze gewoon hoor, maar er zit zit soms wat meer of minder in dan één hele maand. Dit keer het grootste deel van juni, de rest volgt later met een stukje juli. Juni was een ontzettend productieve maand. Ik werkte ver vooruit, had de nodige bakdagen op de planning en had leuke dagjes weg op het programma staan.

Juni begon gelijk in de keuken met een bakdag en ik bakte onder andere twee cakes, een van mijn favoriete baksels om te maken. De volgende themaweek moet er maar eentje met lekkere cakes worden denk ik 😀 .

Na een dag hard werken was ik op de bank neergeploft met het idee er niet meer vanaf te komen. Tot mijn buurvrouw appte, of ik zin had om even een rondje te lopen. En dat deden we, een goede twee uur hebben we gewandeld. Grotendeels door een fijn stukje natuur, gewoon hier in Haarlem.

Het weekend was weer heerlijk met prachtig weer. Ik reisde af naar Zoetermeer voor een heerlijke Boschendal picknick. Bij dit wijnhuis ben ik vorig jaar in Zuid-Afrika geweest en dat was zo fantastisch mooi. En lekker uiteraard, we deden daar ook een wijnproeverij en aten bij het restaurant. Nu waande ik mij samen met reisgenootjes weer even terug en genoten we van lekker eten en de heerlijke wijn.

Op bakdagen ben ik altijd weer extra blij met de vaatwasser. Nadat hij vol zat zette ik hem aan, maar er bleef maar afwas bijkomen, dat was ik ‘netjes’ aan het opstapelen op het fornuis. Het gebeurt geregeld dat deze vol staat met bakvormen en beslagkommen haha.

Jullie vragen mij vaak wat ik doe met al die baksels die ik maak. Nou, ik proef van alles een klein stukje en de rest geef ik weg. Het gebeurt dus regelmatig dat ze dan en taart krijgen met een klein stukje eruit.

Ik liet jullie op Instagram stories mijn hoekje zien dat ik altijd opbouw voor het maken van foodfoto’s. Snel neergezet en werkt prima zo.

Na een ochtend in de keuken begon ’s middags de zon te schijnen. Ik pakte snel wat spullen bij elkaar en ging lekker in de tuin van mijn ouders zitten. Stuk leuker om recepten uit te werken zo in het zonnetje.

Chocolade smelten voor het laatste recept deze zomer. Ik heb hard gewerkt om zover mogelijk te zijn in de planning. Alles voor juli en augustus is nu gemaakt, de recepten zijn deels uitgewerkt en de foto’s moeten ook nog. Nog een paar dagen hard werken en dan kan ik met een gerust hart op vakantie gaan en verhuizen zonder dat ik tussendoor nog van alles moet doen.

Deze foto was erg populair op Instagram, een selfie met mijn lieve konijn Lotje. Een echte knuffelkont is het.

Tot zover het eerste deel van juni. Vandaag vertrek ik met Lian voor een paar dagen naar Newcastle, via Instagram houd ik jullie op de hoogte. Daar gaan we onder andere op zoek naar lekkere zoete lekkernijen. Eenmaal terug zal ik voornamelijk de gemaakte recepten van de laatste tijd uitwerken. En het staat op de planning om recepten te maken met dingen die nog in de vriezer liggen te wachten tot ermee gebakken wordt. Hoe dat uitpakt vertel ik je in de volgende behind the scenes!

Puddingbroodjes, wie kent ze niet? Toch zijn de puddingbroodjes zoals de meesten zullen kennen niet de echte broodjes. Ik kwam daar eigenlijk pas achter toen iemand mij via Instagram vroeg om een keer de echte puddingbroodjes te bakken en niet die je in de supermarkt vind. Niets mis met de witte opengesneden puddingbroodjes van de supermarkt, want het maakt natuurlijk voor een makkelijk en lekker gebakje. Maar je kunt jezelf ook uitdagen en de originele puddingbroodjes maken en dat is precies wat ik heb gedaan. Omdat ik geen idee had wat de originele puddingbroodjes waren, week ik uit naar het recept van Robért van Beckhoven. Ik maakte een paar kleine aanpassingen, zodat de broodjes net iets makkelijker te maken zijn. Daarnaast koos ik ook voor de heerlijk zelfgemaakte banketbakkersroom die je hier op het blog kunt vinden. 

Wist je dat deze vorm van puddingbroodjes ook wel puddinglippen wordt genoemd? Ik vind het in ieder geval wel heel erg grappig klinken en zo zien ze er ook nog echt uit ook.

BAKTIP: Wanneer je banketbakkersroom over houdt, is dit geschikt om enkele dagen gekoeld te bewaren in een luchtdichte vershouddoos.

Recept afdrukken
4.66 van 23 stemmen

Puddingbroodjes

Probeer zeker eens dit heerlijke recept voor de originele puddingbroodjes. Of puddinglippen, hoe ze eigenlijk echt heten. Smullen!

Ingrediënten

  • 250 gram bloem
  • 1 tl zout
  • 1 ei (M)
  • 20 gram ongezouten roomboter
  • 10 gram witte basterdsuiker
  • 5 gram gedroogde gist
  • 150 ml melk (op kamertemperatuur)
  • plantaardige olie
  • klontje boter

Voor de banketbakkersroom

  • 65 gram fijne kristalsuiker
  • 16 gram vanillesuiker
  • 3 eidooiers (M)
  • 35 gram bloem
  • 350 ml melk

Instructies

  • Voor de bereiding van de banketbakkersroom volg je dit recept. Doe de afgekoelde room in een spuitzak en zet weg in de koelkast, daar stijft de room nog verder op.
  • Klop het ei los. Je hebt 1 eetlepel nodig voor het deeg en de rest is voor het bestrijken van de broodjes.
  • Los de gist op in de melk en laat zo’n 5-10 minuten staan. Doe de overige ingrediënten, met die 1 eetlepel los geklopt ei, in de kom van je standmixer en voeg het melkmengsel toe. Kneed de ingrediënten op gemiddelde snelheid in 10 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Met de hand kneed je zo’n 15-20 minuten.
  • Als het deeg te nat is voeg je een klein beetje bloem toe en bij te droog deeg een beetje water. Het deeg is goed wanneer je het tot een dun vliesje kunt trekken waar je doorheen kunt kijken, zonder dat het scheurt.
  • Draai van het deeg 6-8 bolletjes en laat 10-15 minuten rusten.
  • Rol ieder bolletje uit tot een cirkel van zo’n 10 cm en met twee opstaande randen van ongeveer 1 cm. Dit bereik je door je roller op en neer te gaan zonder volledig door te rollen. Gebruik hiervoor een dunne roller of de uiteinde van een houten pollepel.
  • Neem de plantaardige olie en smeer hierin de onderste helft van je plat gerolde bolletje in, maar niet de opstaande rand. Op de foto hierboven laat ik met mijn twee vingers zien wat je insmeert met olie.
  • Vouw je broodje dubbel en duw lichtjes aan op het plat gerolde deel. Herhaal dit voor elk bolletje. Plaats de opgevouwen broodjes op een bakplaat, zet op een tochtvrije en warme plek en laat 1 uur rijzen. Smeer in met de los geklopte ei en bak in een hete oven, voorverwarmd op 240 °C (boven- en onderwamte), in 10 minuten goudbruin.
  • Smelt ondertussen een klontje boter en smeer de broodjes hier na het bakken direct mee in. Laat de broodjes afkoelen tot kamertemperatuur.
  • Doordat de broodjes met olie zijn ingesmeerd moet je ze nu als het goed is kunnen openscheuren, door de lippen voorzichtig van elkaar af te trekken.
  • Vul de afgekoelde broodjes met de banketbakkersroom en strooi er een lekkere laag poedersuiker overheen. De puddingbroodjes zijn klaar om opgegeten te worden.

Notities

  • Tip: Lukt het openscheuren van de broodjes niet direct? maak dan eerst een kleine aanzet met een mesje. Daarna moeten de twee helften makkelijk los komen.
  • Bewaren: De banketbakkersroom kun je een dag van tevoren maken en bewaar je in de tussentijd in de koelkast. Het volledige puddingbroodje inclusief de room bewaar je ook in de koelkast, omdat het broodje er niet lekkerder op wordt kun je het beter niet langer dan 1-2 dagen bewaren.

GEVULDE BLADERDEEGKOEKJES MET SINAASAPPEL CURD

Zoals beloofd zou ik nog een recept delen met de sinaasappel curd waarvan ik het recept een tijdje terug heb gedeeld. Ik maakte er deze simpele, maar erg lekkere bladerdeegkoekjes van. Als ik curd heb gemaakt combineer ik het meestal met meringue, scones of pannenkoekjes. Met dit recept wil ik laten zien dat je er ook een andere kant mee op kunt en je het makkelijk mee kunt bakken, bijvoorbeeld in een koekje zoals ik heb gedaan van bladerdeeg. Dit koekje is in ieder geval lekker zoet en past in mijn ogen perfect bij een glas (ijs)thee.

BAKTIP: Om de bladerdeegkoekjes met ei te bestrijken gebruik ik zelf het liefst een siliconen bakkwast, omdat deze makkelijk schoon te maken zijn en vaatwasserbestendig zijn.

recept GEVULDE BLADERDEEGKOEKJES MET SINAASAPPEL CURD

GEVULDE BLADERDEEGKOEKJES MET SINAASAPPEL CURD bakken
Recept afdrukken
5 van 2 stemmen

Gevulde bladerdeegkoekjes met sinaasappel curd

Gevulde bladerdeegkoekjes met sinaasappel curd klinkt natuurlijk ontzettend lekker. En dat is het ook! De zelfgemaakte sinaasappel curd maakt het helemaal af!
Porties: 20 koekjes

Ingrediënten

Instructies

  • Haal het bladerdeeg uit de verpakking en laat 10 minuten ontdooien. Snijd ieder plakje bladerdeeg in vieren. Neem 20 kleine plakjes en leg op ieder een flinke theelepel curd. Strijk een beetje uit, maar houd een halve centimeter voor de rand vrij.
  • In de overige plakjes snijd je horizontale inkepingen, waarbij je opnieuw minstens een halve centimeter voor de rand vrijhoudt.
  • Plaats de plakjes bladerdeeg met inkepingen op de bladerdeeg met sinaasappel curd en duw de randen met een vork goed aan.
  • Klop het ei los en smeer je bladerdeegkoekjes er mee in. Bak de koekjes in een voorverwarmde oven van 220 °C (boven- en onderwarmte) in 15 minuten krokant en goudbruin.

Notities

  • Tip: Een plak bladerdeeg geeft twee koekjes. Afhankelijk van hoeveel plakken bladerdeeg je uit de vriezer haalt, kun je het recept makkelijk kleiner of groter maken.
  • Bewaren: Je bewaart de koekjes 3-4 dagen in een afgesloten trommel. Houd er wel rekening mee dat bladerdeeg bij het bewaren zijn knapperigheid verliest. De koekjes zijn daarom het lekkerst als je ze zo snel mogelijk opeet.

Er was een tijd dat ik met enige regelmaat quesedilla’s maakte als avondeten. Nu ik dit opschrijf vraag ik mij gelijk af waarom ik dit al zolang niet meer heb gedaan. Daar moet ik verandering in gaan brengen. Ik maakte laatst wel deze mini quesedilla’s met spinazie. Zelfde idee, maar dan al gesneden in klein snack formaat waardoor je ze heel goed bij een verjaardag of andere gezellige gelegenheid op tafel kunt zetten. Ik at ze zelf op tijdens een filmmiddag, ook een perfecte moment voor deze kleine quesedilla’s. 

Recept afdrukken
Nog geen beoordeling

Mini quesedilla's met spinazie

Deze mini quesedilla's met spinazie en pesto zijn een heerlijk hapje voor op een feestje of een picknick. Of misschien voor de lunch. Lekker zijn ze in ieder geval zeker!
Porties: 16 hapjes

Ingrediënten

  • 4 mini tortilla’s
  • groene pesto (volgens recept)
  • spinazie (vers)
  • zongedroogde tomaatjes (in stukjes)
  • feta (in blokjes)
  • geraspte kaas
  • peper en zout

Instructies

  • Smeer de helft van de tortilla’s in met een dun laagje pesto. Verdeel hier wat blaadjes spinazie overheen. Daarna volgen de zongedroogde tomaatjes, fetablokjes en geraspte kaas. Sluit af met peper en zout naar smaak.
  • Leg de kale tortilla’s hier bovenop en zet een koekenpan op het fornuis. Wanneer deze heet is leg je er een quesedilla in, bak deze aan beide kanten goudbruin tot de kaas is gesmolten. Om te voorkomen dat de helft van de vulling eruit valt tijden het omkeren (of ben ik de enige die dit heeft?) kun je hem eerst naar een bord verplaatsen. Tussen twee borden omdraaien en weer terug de pan in laten glijden. Heel simpel en geen geknoei.
  • Snijd de quesedilla’s in kleine puntjes en server gelijk.

Notities

  • Tip: Je kunt natuurlijk eenvoudig meer tortilla’s gebruiken als je meer hapjes wilt maken.
  • Tip: Je kunt de quesedilla’s ook bereiden tussen de twee platen van een grill. 

WANNEER IS MIJN BAKSEL GAAR?

In een recept vind je altijd een baktijd met bijbehorende temperatuur. Daarna is je baksel klaar. Of althans, meestal dan. De tijden en temperaturen in recepten gelden altijd als richtlijn, iedere oven is anders en het kan best zo zijn dat het bij jou iets meer of minder tijd nodig heeft. Zo had de oude oven van mijn ouders bijvoorbeeld altijd een paar minuten extra nodig. Mijn huidige oven is daarentegen bij sommige recepten vaak een paar minuten sneller. Hoe vaker je je oven gebruikt, hoe beter je weet hoe hij werkt. En dan weet je ongeveer wel hoe lang een bepaald (formaat) baksel nodig heeft in de oven totdat deze gaar is. Maar heb je die ervaring nog niet, dan kan soms de twijfel toeslaan als de kookwekker afgaat. Want is die cheesecake nu wel of niet gaar? Moeten de brownies nog wat langer in de oven of haal je ze er al uit? Gelukkig is er bij ieder baksel een richtlijn en zijn er trucs waarmee je kunt zien of je baksel gaar is. Over die trucs vertel ik je vandaag meer. Per soort baksel, wel zo duidelijk.

Maak je zelf een nieuw recept of pas je een recept dusdanig aan dat je niet meer weet of de originele baktijd volstaat? Dan is mijn tip om een vergelijkbaar recept met hetzelfde formaat op te zoeken, dat geeft je wel een idee. Hier lees je meer over het aanpassen van de baktijd en -temperatuur wanneer je wijzigingen maakt in een recept.

Wanneer zijn mijn koekjes gaar?

Koekjes kunnen lastig zijn. Ze zien er gaar uit, maar wanneer je er eentje wilt pakken om te testen blijken ze nog superzacht te zijn en vallen uit elkaar. En dat kan kloppen, koekjes komen namelijk altijd zacht uit de oven, die laat je een paar minuten afkoelen op de bakplaat en daarna op een rooster. Dan zul je zien dat ze perfect zijn.

Om te weten of koekjes gaar zijn, zul je goed moeten kijken. Bij lichte koekjes controleer je de rand, als die goudbruin gekleurd is zijn ze goed. Dat is bij chocoladekoekjes natuurlijk wat lastig, maar ook daarbij kun je wel wat verschil zien. Als je het echt niet zeker weet, raad ik je aan om heel voorzichtig het randje te voelen, die zou wel al iets harder moeten zijn (maar nog steeds redelijk zacht dus). Probeer dat anders gewoon eens een paar keer bij de lichte koekjes, dan weet je vanzelf wat ik bedoel.

Heb je een taartbodem van zanddeeg gemaakt? Die controleer je net zoals je bij koekjes doet. Alleen hoeft hier niet alleen de rand goudbruin te zijn, je wilt dat de bodem zelf ook al een beetje lichtbruin is.

WANNEER IS MIJN BAKSEL GAAR?
maken

Wanneer is mijn cake gaar?

Cakes kun je beter controleren, namelijk met een prikker. Er zijn speciale caketesters te koop, maar ik gebruik altijd een houten satéprikker. Aan het eind van de baktijd steek je die prikker in het midden van de cake en dan trek je hem er weer uit. Komt de prikker er schoon uit, dan is de cake gaar. Een paar kruimeltjes die er al goed uitzien is ook niet erg. Wanneer er nog beslag of plakkerige stukjes cake/beslag aan de prikker zit is hij nog niet goed. Snel het ovendeurtje dicht en nog wat langer in de oven die cake.

Je kunt trouwens op precies dezelfde manier controleren of je cupcakes of muffins gaar zijn.

Wanneer is mijn cheesecake gaar?

Weer een baksel waar je je ogen voor moet gebruiken. Cheesecakes controleer je door de vorm een klein beetje heen en weer te bewegen. De taart is goed zodra de vulling stevig oogt, maar nog wel een beetje wiebelig is. Daarna haal je hem niet uit de oven, cheesecakes laat je afkoelen in de oven, met de deur op een kleine kier (bijvoorbeeld door er een pollepel tussen te steken).

Wanneer zijn mijn schuimpjes klaar?

Schuimpjes of meringues zijn klaar wanneer ze makkelijk loslaten van het bakpapier. Ze zijn in het midden van vaak nog wat zachter. Vind ik zelf perfect, maar laat ze gerust wat langer in de oven staan als jij dat niet wilt. Schuimpjes bak ik zelf vaak in grote hoeveelheden, dus om het echt zeker te weten kun je er ook gewoon vast even proeven. Voor het beste resultaat laat je hem dan buiten de oven even afkoelen omdat het midden vaak nog wel iets steviger wordt (die paar minuutjes langer voor de rest maken niet een heel groot verschil).

Wanneer is mijn brownie gaar?

Veel mensen testen brownies net zoals een cake, vervolgens hoor je dan dat de brownies te droog zijn. Kan kloppen, want voor een smeuïge brownie werkt deze prikker test ook helemaal niet. Een brownie is goed wanneer de bovenkant er droog uit ziet en ietwat mat is. Haal hem dan uit de oven en laat in de vorm helemaal afkoelen. Echt helemaal, anders breekt hij in vele stukken. Wanneer je genoeg geduld hebt kun je daarna van een heerlijke brownie genieten.

WANNEER IS MIJN BAKSEL GAAR?
2

Wanneer is mijn biscuit gaar?

Om te kijken of een biscuit gaar is gebruik je je hand. Druk heel voorzichtig op de bovenkant van je biscuit, wanneer deze weer terugveert is hij gaar. Je hebt ook hier dus geen prikker nodig. Deze techniek gebruik ik zelf trouwens ook vaak bij plaatcakes, werkt ook prima.

Wanneer is mijn brood gaar?

Bij een brood klop ik altijd even op de onderkant van het net gebakken brood. Wanneer dit hol klinkt weet je dat het brood gaar is en zo niet, dan mag je brood nog even terug de oven in. Als je deze truc niet vertrouwt, dan kun je ook een digitale thermometer gebruiken. Ik leg dat uitgebreider uit in dit artikel dat ik specifiek schreef over wanneer je weet of een brood gaar is.

Ontbreekt er nog een baksel volgens jou in dit artikel? Laat het me dan even weten!

Vroeger toen ik nog een kleine uk was ging ik vaak met mijn vader mee boodschappen doen. Soms kreeg ik bij de kassa dan een reepje Kinder chocolade (toen ze slechts 25 guldencent kostten), ik mocht zelf kiezen of ik hem gelijk opat of later. Meestal lag er een lege wikkel op de band tussen de rest van de boodschappen. Tot op de dag van vandaag vind ik deze chocolade ontzettend lekker. Zo lekker, dat ik besloot om er eens iets mee te maken. Dat werden deze no bake Kinder chocolade mini cheesecakes. Hele mond vol, maar ik verzeker je dat je ervan zult smullen.

Recept afdrukken
4.72 van 53 stemmen

No bake Kinder chocolade mini cheesecakes

Dol op Kinder chocolade? Wie niet? Deze no bake Kinder chocolade mini cheesecakes zijn dan echt perfect voor jou!
Porties: 6 stuks

Ingrediënten

  • 100-120 gram koekjes (ik gebruikte digestives)
  • 200 gram roomkaas
  • 125 gram Kinder chocolade
  • 200 ml slagroom
  • 1 el fijne kristalsuiker
  • extra Kinder chocolade ter decoratie

Instructies

  • Verkruimel de koekjes tot fijne kruimels/stukjes, ik doe dit zelf met de hand. Verdeel de koekkruimels over de bakjes.
  • Roer de roomkaas los in een kom. Smelt de Kinder chocolade au Bain-marie. Terwijl de chocolade aan het smelten is klop je de slagroom met suiker stijf. Schep 4 (volle) eetlepels slagroom in een apart schaaltje, dit gebruik je straks voor de decoratie.
  • Voeg de gesmolten chocolade toe aan de roomkaas, roer door elkaar. Wanneer dit bijna volledig is opgenomen voeg je de slagroom toe. Spatel rustig door tot het mengsel egaal van kleur is. Verdeel het over de bakjes en strijk de bovenkant recht.
  • Met twee eetlepels vorm je de apart gehouden slagroom tot quenelles (soort langwerpig balletje), leg op elk cheesecakeje een quenelle. Zet de schaaltjes afgedekt in de koelkast voor minimaal 1 uur.
  • Voor serveren halveer je een aantal Kinder chocoladereepjes in de lengte, decoreer de kleine cheesecakejes hiermee.

Notities

  • Bewaren: afgedekt in de koelkast zo’n 3-4 dagen houdbaar.
frambozen-citroen-pancakes-1a

Voorlopig sluiten we de zoete basisrecepten reeks af met een derde deel en deel ik weer drie heerlijke basisrecepten met drie lekkere variaties die je kunt vinden op het blog. Hopelijk heeft deze reeks je laten zien dat je ontzettend veel lekkers kunt maken met een paar goede basisrecepten. En heeft het jou geïnspireerd om ook zelf te gaan variëren. Een goede basis van makkelijke recepten is natuurlijk waar we hier bij Laura’s Bakery immers voor staan en ik vond het dan ook heel erg leuk om weer eens in die basis te duiken voor jullie. Vandaag heb ik pancakes, pavlova en amandelspijs voor je klaar staan.

american-pancakes-recepten

American pancakes

Wie houdt er nou niet van pannenkoeken? Ik in ieder geval wel. Vooral American pancakes zijn bij mij favoriet, dus deel ik in dit overzicht de drie lekkerste variaties op het basisrecept. Ik houd van frambozen, dus deze frambozen-citroen pancakes vallen bij ons thuis in de smaak. Maar je kunt me zeker ook wakker maken voor deze Oreo pancakes of de dieprode Red Velvet pancakes.

Het basisrecept voor American pancakes vind je hier!

pavlova-recepten

Maak het basisrecept voor pavlova en varieer met vullingen en toppings. Zo simpel is het. In het basisrecept artikel vind je eigenlijk alle info, maar bij dezen wil ik laten zien dat je buiten de smaak, fruit en pavlova is gewoon heerlijk, ook in vorm kunt varieëren. Maak er een mooie krans van, kies voor mini pavlova’s of ga voor groots en ovaal.

Het basisrecept voor pavlova vind je hier!

 

amandelspijs-recepten

Amandelspijs

Amandelspijs is zo’n basisproduct dat we vooral rond Sinterklaas veel eten, maar natuurlijk ook de basis vormt voor een sloffenbodem. Dat je er ook andere dingen mee kunt maken laat ik graag aan jullie zien. Zo kun je er koekjes van maken, zoals deze Weespermoppen en gevulde koeken. Of combineer je ze met schuddebuikjes en maak je er een speciaal ontbijt croissantje van.

Het basisrecept voor amandelspijs vind je hier!

We hopen dat je weer volop geïnspireerd bent. In het geval dat je de vorige delen gemist hebt, vind je hier deel 1 en deel 2 van de zoete basisrecepten reeks. Houden je meer van hartig? Onze favoriete hartige basisrecepten vind je hier.

Soms is het resultaat niet wat je ervan verwacht, maar is het alsnog erg lekker. Deze kruidige koekjes zouden eigenlijk bastognekoeken moeten worden. Na een zoektocht online kwam ik maar één soort recept tegen, met ingrediënten als kandijstroop en kandijsuiker die in Nederland niet goed verkrijgbaar zijn. Niet onder die naam in ieder geval. Ik gebruikte dus suikerstroop en donkerbruine basterdsuiker. Zou naar mijn idee (ongeveer) hetzelfde moeten zijn. Nu weet ik niet hoe het resultaat is met de genoemde ingrediënten, maar mijn koekjes leken qua smaak in ieder geval niet op bastognekoeken. Verre van zelfs. Lekker, dat waren ze wel. Heel erg lekker zelfs. Ze doen mij eerder nog iets denken aan taaitaai, maar dan in koekjesvorm dus. Hoewel ze in de koekjesweek dus niet online kwamen, wil ik je deze heerlijke kruidige koekjes niet onthouden.

Recept afdrukken
5 van 2 stemmen

Kruidige koekjes

Dankzij de suikersiroop, kaneel en kruidnagel en zijn deze koekjes heel lekker kruidig. Kruidige koekjes dus. Makkelijk te maken én heel lekker!
Porties: 25 koekjes

Ingrediënten

  • 90 gram ongezouten roomboter
  • 40 gram donkerbruine basterdsuiker
  • 50 ml suikerstroop (72 gram) (ik gebruikte en fles pannenkoekenstroop)
  • 1,5 eidooier (M)
  • 1 tl vanille-extract
  • 150 gram zelfrijzend bakmeel
  • 0,75 tl kaneel
  • 0,25 tl kruidnagel (gemalen)
  • snuf zout

Instructies

  • Klop boter en suiker romig. Voeg dan de suikerstroop toe en mix tot deze volledig is opgenomen, doe hetzelfde met de eidooiers en het vanille-extract.
  • Zelfrijzend bakmeel, kaneel, kruidnagel en zout kun je tegelijk toevoegen. Kneed tot een mooi koekdeeg. Dit deeg is iets zachter en kan licht plakkerig zijn, dat is prima. Verpak het deeg in folie en laat minimaal een uur rusten in de koelkast, een hele nacht is nog beter.
  • Draai balletjes van het deeg en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Druk ze met een vork een beetje plat.
  • Bak de koekjes in 15 minuten op 175 °C (boven- en onderwarmte).
  • Laat ze enkele minuten afkoelen op de bakplaat voordat je ze naar een rooster verplaatst om helemaal af te koelen.

Notities

  • Tip: Dip je vork in een kommetje water voordat je deze in de koekjes drukt, zo blijft je vork niet plakken aan het deeg.
  • Bewaren: de koekjes bewaar je in een koektrommel, hier blijven ze 1-2 weken goed.

Je voelde hem na afgelopen maandag al aankomen waarschijnlijk. Met die zelfgemaakte kersenvlaaivulling moest natuurlijk ook iets lekkers gebakken worden. En omdat ik zo’n vlaaivulling het liefst combineer met MonChou besloot ik een variatie op mijn MonChou taart te maken. Dit keer geen Bastogne bodem, maar een cake als basis. Een heerlijk frisse citroencake om precies te zijn. Samen met de topping zorgt dat voor een grandioos lekkere zomerse MonChou citroencake.

BAKTIP: Voor de citroencake heb je citroenrasp nodig. Hiervoor gebruik ik de rasp van Microplane. Deze heeft een goede grip en raspt erg fijn.

Recept afdrukken
4.13 van 8 stemmen

MonChou citroencake

Zelf gemaakte kersenvlaaivulling past perfect bij deze MonChou citroencake. Een lekker fris zomers recept.
Porties: 12 personen

Ingrediënten

Cake

  • 100 gram fijne kristalsuiker
  • 100 gram ongezouten roomboter
  • 2 eieren (M)
  • 100 gram zelfrijzend bakmeel
  • snuf zout
  • rasp van 1 (grote) citroen

Topping

Instructies

  • Begin met het maken van de cake. Hiervoor klop je suiker en boter romig. Voeg de eieren een voor een toe en mix tot deze zijn opgenomen. Schep het zelfrijzend bakmeel erbij en voeg ook zout en citroenrasp toe. Mix tot deze droge ingrediënten zijn opgenomen.
  • Stort het beslag in een met bakpapier beklede bakvorm en spreid gelijkmatig uit.
  • Bak de cake in 20-25 minuten op 160 °C (boven- en onderwarmte) gaar en goudbruin.
  • Laat de cake helemaal afkoelen voordat je de toppings aanbrengt. Deze vast voorbereiden kan natuurlijk wel.
  • De kersenvlaaivulling maak je volgens recept. De MonChou topping maak je als volgt: in een kom klop je de slagroom stijf. In een andere roer je de suiker, het vanille-extract en de MonChou romig. Voeg de slagroom eraan toe en meng rustig tot een egaal mengsel. Zet de vulling in de koelkast zodat hij nog wat kan opstijven.
  • Wanneer de cake volledig is afgekoeld breng je de MonChou topping aan. Daarover verdeel je de kersen. Ik hield nog wat kersenvlaaivulling over, maar gebruik gerust alles als je dat wilt.

Notities

  • Bewaren: De cake bewaar je afgedekt in de koelkast, hier blijft hij 3-4 dagen goed. Alle onderdelen kun je overigens ook goed voorbereiden en enkele dagen bewaren.