Zoals eigenlijk altijd wel op dinsdag het geval is komt er vandaag geen recept. In plaats daarvan nemen we jullie even mee in de traditie van Halloween, trick or treat oftewel ‘je snoep of je leven’. Misschien vieren ze bij jou in de buurt vanavond wel Halloween en staat de kom met snoepgoed al klaar. Omdat velen eigenlijk niet precies weten waar Halloween vandaan komt en we het voornamelijk kennen van de Amerikaanse films, leek het mij wel leuk om wat te delen over hoe dit soort tradities zijn ontstaan en waarom het zo grappig is dat wij ze vanuit Amerika overnemen.
Laten we beginnen bij het begin. Amerika, oftewel de Verenigde Staten, is een land opgebouwd door immigranten uit voornamelijk Europa. Heel veel typisch Amerikaanse tradities vinden hierdoor hun oorsprong in Europa. Hetzelfde geldt voor Halloween.
Allerheiligen
De meesten van jullie zullen wel bekend zijn met Allerheiligen. Dit wordt altijd gevierd op 1 november en het is een Christelijke feestdag, afkomstig uit Europa, waarop we alle heiligen eren. Op de dag daarna, Allerzielen, eren we alle doden. Alhoewel de meeste dit tegenwoordig ook gewoon op Allerheiligen doen, bij ons in ieder geval wel. De avond voor Allerheiligen is Allerheiligenavond en dit is dus altijd 31 oktober. Als je Allerheiligenavond vertaalt krijg je All Hallows’ Eve, dit werd verbasterd naar Hallows’ Eve en eventueel uitgesproken als Halloween. En zo is het woord Halloween geboren, maar waarom gaan kinderen dan verkleed langs de deuren en vragen om snoep?
Trick or treat
Allerheiligen is een Christelijk feest, maar zoals dat met de meeste Christelijke feestdagen gaat stamt het af van een heidens feest. Laten er nou al vanaf de Middeleeuwen feesten bestaan waarbij de doden rondom die datum geëerd worden. Zo gingen arme mensen rond die tijd langs deuren voor eten in ruil voor het bidden voor de doden. Ook zijn er verhalen dat mensen verkleed gingen met huidenvellen om de duivels weg te jagen en bestond er een traditie dat men een rijmpje oplas of een liedje zong, de trick, in ruil voor de treat.
De Verenigde Staten zijn ontzettend jong vergeleken met Europa en is een land dat is opgebouwd door immigranten. Verschillende culturen kwamen samen en een nieuwe cultuur met eigen tradities werd gecreëerd. Het langs de deuren gaan op All Hallows’ Eve was al bekend, ook het idee van het geven van een treat in ruil voor iets anders. Alleen ontstond er in de jaren 30 van de 20ste eeuw een nieuwe variant waarbij kinderen gingen spoken in de wijk en als je ze iets lekkers gaf dan haalden ze geen ongein uit. Het hele gebeuren kreeg dus een totaal andere wending en de volwassenen vonden het maar niets. Toch is het een ware traditie geworden die nu overal in de Verenigde Staten en tot ver daarbuiten gevierd wordt.
Snoep of je leven
De trick is niet langer meer een kunstje dat je doet in ruil voor snoep, maar het uithalen van een streek geworden. Juist daarom is het wel grappig dat we het in het Nederlands dan weer vertaald hebben naar ‘je snoep of je leven’. Het heeft een nog meer dreigende toon gekregen en is dan ook nog eens een verbastering van iets dat stamt uit onze eigen Europese geschiedenis. Gelukkig wordt het voornamelijk onder de allerjongsten gevierd en is er helemaal niets gevaarlijks aan deze uit Amerika afkomstige traditie. Ik ben benieuwd hoe Halloween zich verder zal ontpoppen over de komende jaren.
Vier jij vanavond Halloween? Misschien dat je dan nog even snel de keuken in wilt duiken om de Oreo spinnen of Halloween toetjes te maken. Boe!
Al tijden stond op mijn baklijstje een cake met cheesecake swirl, ik moest eigenlijk alleen nog maar de smaken bepalen. Dat kan nog best ingewikkeld zijn als je veel inspiratie hebt trouwens. Uiteindelijk kon ik mede dankzij Hero de knoop snel doorhakken. Al bijna 2 jaar mag ik voor hen heerlijke recepten ontwikkelen en dit keer zou ik met de vernieuwde bosbessenjam aan de slag gaan. Toen wist ik gelijk wat het ging worden: een kaneelcake met bosbessen cheesecake swirl.
Kijk trouwens ook even naar het nieuwe Hero potje. Ik heb een zwak voor leuke potjes en bewaar deze vaak na gebruik. Hier gaat dan bijvoorbeeld zelfgemaakte karamelsaus in of ik maak er een mooi laagjes dessert in. Deze leuke glazen potjes ga ik ook bewaren, vind ze zó leuk.
Een keer iets anders. Zorg voor variatie met deze lekkere kaneelcake met bosbessen cheesecake swirl.
Porties: 12plakjes (25 cm vorm)
Ingrediënten
200gramsuiker
200gramongezouten roomboter
4eieren
2-3tlkaneel
snuf zout
200gramzelfrijzend bakmeel
Swirl
170gramroomkaas (gebruik een A merk)
30gramsuiker
1elbloem
half ei (25 gram)
5-6elHero Bosbessenjam
Instructies
Maak het cakebeslag door de suiker en boter romig te kloppen. Voeg de eieren daarna een voor een toe, voeg de volgende pas toe als de eerste is opgenomen. Het zelfrijzend bakmeel, zout en kaneel kun je tegelijk toevoegen. Gebruik zoveel kaneel als je lekker vindt. Mix tot een egaal beslag, stop met mixen zodra de droge ingrediënten zijn opgenomen. Anders wordt je beslag te luchtig en inde kans groot dat de cheesecake swirl te ver in de cake zakt.
Maak dan het cheesecakemengsel. In een kommetje roer je roomkaas, suiker, bloem en ei door elkaar tot een gladde massa. Roer niet te lang, daar wordt het namelijk ook steeds dunner van.
Schep het cakebeslag in een met bakpapier beklede cakevorm. Schep dan het roomkaas mengsel erbovenop, samen met de bosbessenjam. Met een mes roer je vervolgens het cakebeslag, cheesecakemengsel en de jam door elkaar zodat er mooie swirls ontstaan. Roer niet te veel/lang, een klein beetje is meer dan genoeg. tijdens het bakken zullen de swirls namelijk ook nog wat zakken.
Bak de cake in ongeveer 60 minuten op 160 graden (boven- en onderwarmte) gaar.
Controleer de cake met een prikker. Als er nog iets aan je prikker zit, kijk dan even goed of dit cakebeslag is of cheesecake. De cheesecake zal namelijk altijd een beetje blijven plakken aan je prikker.
Wil je nog meer bakinspiratie met jam? In de Hero Jam Studio vind je nog veel meer recepten!
Dit is een samenwerking met Hero, lees mijn disclaimer voor meer informatie.
De tijd vliegt en dus is het weer de hoogste tijd voor een nieuwe behind the scenes. De afgelopen twee weken stonden vooral in het teken van heel veel bakken en vooruit werken. Mijn doel is om december rustig aan te doen en niet -zoals meestal gebeurt- nog van alles last minute maken en schrijven. Tot nu toe loopt dat hartstikke goed, daar ben ik heel erg blij mee. Kijk je mee naar mijn afgelopen twee weken?
Zaterdag begon ik ’s ochtends met wat werken, ik plaatste foto’s bij een paar artikelen. Daarna liep ik naar het station waar ik vriendinnetje Chanou zag, samen gingen we een dagje naar Leiden toe. Lang geleden dat ik hier was, maar wel weer ontzettend leuk. We shopten wat, lunchten lekker en kletsten vooral heel veel bij.
Zondagochtend begon ik met het huishouden, spannend leven nietwaar? Om het nog spannender te maken verzette ik daarna nog wat werk. Daarna ging ik naar mijn ouders waar ik van het weer genoot in hun tuin. Ik nam tompoucen mee omdat ik hier zo ontzettend veel zin in had en we speelden een leuk spelletje dat ik ook mee had genomen. Machi Koro heet het, erg leuk spel waarin je je eigen stad moet opbouwen.
Maandag stond vooral in het teken van deadlines. Ik werkte aan campagnes en zocht verder de hele middag foto’s uit van de boeklancering en bewerkte deze qua belichting. Daar ben ik overigens nog niet mee klaar, maar het schiet op. En omdat jullie Lotje zo leuk vinden deel ik ook even deze snoezige foto van haar met jullie. Ze ‘graaft’ graag in handdoeken, maar ligt er ook graag onder. Ik had van mijn ouders een stapeltje oude handdoeken gekregen waar ze weer even mee voort kan.
Dinsdag ging ik verder aan een campagne, zocht foto’s uit en schreef artikelen. Echt hoor, ik was op dreef. ’s Middags bereidde ik de bakdag voor. Daarvoor schreef ik de recepten deels al uit en ik deed alle benodigde boodschappen.
Woensdag was het zover, mijn bomvolle bakdag. Eigenlijk had ik gepland om 8 recepten te maken, maar om wat ingrediënten op te maken kwam daar nog een recept bij. Uiteindelijk maakte ik van een basisrecept nog 2 verschillende dingen waardoor ik aan het eind van de middag maar liefst 10 recepten had gemaakt en gefotografeerd. Yes, heel erg blij met zo’n productieve dag.
Donderdag was grotendeels weer een computerdagje. Ik kreeg ook mijn bestelling met wat bakspullen binnen van De Zuidmolen, onder andere 3 kilo chocolate chunks. Jaren geleden had ik die al eens gekocht, maar kon ze sindsdien niet meer vinden. Nu vond ik ze en kon ik wit, melk en puur ook per kilo bestellen. Gelijk gedaan dus 😉 . Ik gebruik deze chunks graag omdat ze bakvast zijn, ze behouden hun vorm dus in de oven en harden ook weer goed uit.
Vrijdagochtend stond ik het teken van werken. Daarna begon ik vast aan het weekend, had ik wel verdiend na zo’n productieve week vond ik 😉 . Mijn moeder kwam lunchen en ik haalde daarvoor heerlijke broodjes bij de bakker. We mogen beide creatief bezig zijn, dus dat deden we de rest van de middag. Ik maakte een leuk geboortekaartje.
Zaterdag hadden we weer een familielunch, maar nu bij mijn zusje. Ze is inmiddels verhuisd na al het klussen en ik ging haar nieuwe stek bewonderen. Ik nam een mand vol lekkers en een leuk kookboek mee voor haar en haar vriend. Ik maakte ’s ochtends nog een leuk kaartje voor erbij. Ik heb het handletteren met brushpennen helemaal ontdekt en probeer regelmatig te oefenen om beter te worden. Eenmaal thuis was het idee om productief het hele huishouden te doen, maar uiteindelijk lag ik op de bank met een goed boek. Moet kunnen nietwaar?
Zondag begon weer met dat boek en een magazine. Die laatste vond Lotje erg interessant, die scheurde er gelijk stukjes vanaf en probeerde het uit mijn handen te trekken. Kleine deugniet. Daarna moest ik van mijzelf toch echt wat doen. Ik was een groot deel van de middag bezig met de nodige administratie.
Maandag was heerlijk productief en stond ook weer in het teken van administratie. Dit keer voor Laura’s Bakery, de btw aangifte moet weer gedaan worden. Ik vind dat toch zo’n vreselijk klusje altijd. Wel fijn dat dat weer gedaan is. In de praktijk betekent dat overigens meestal dat ik pas 3 maanden later weer echt ga zitten met alle papieren, ik zou dat echt eens maandelijks moeten doen.
Dinsdag was alweer zo productief. Ik ben echt lekker op dreef de laatste tijd. Ik updatete een oud artikel met nieuwe foto’s en een nieuwe bereidingswijze (de banketbakkersroom voor wie nieuwsgierig is) en schreef een hele serie blogartikelen. Ook belangrijk: ik bereidde weer een nieuwe bakdag voor door aan de receptuur te werken. Als je benieuwd bent hoe zo’n bakdag eruit ziet, ik schreef er dit artikel over.
Woensdag alweer, ik deed ’s ochtends allerlei boodschappen voor de baksessie van de volgende dag. ’s Middags ging ik aan de slag voor een campagne waar ik ook gelijk mee lunchte. Ik werkte wat recepten uit en stapte na het eten op de fiets naar mijn boekhouder om de administratie te brengen.
Donderdag was voorlopig de laatste volle bakdag. Op twee recepten na, heb ik nu alles gemaakt tot en met de eerste week van januari. Wauw, ik ben echt onwijs trots dat het is gelukt om zo ver vooruit te bakken. De komende tijd staat dus vooral in het teken van uitwerken. Ik blijf trouwens wel gewoon bakken hoor, daar vind ik het te leuk voor. Maar het zullen niet meer zulke volle bakdagen worden als de laatste tijd. Ik lunchte met een lekker plukbrood dat ik maakte. Het duurt nog even voordat hij online komt, dat is pas in december namelijk.
Vrijdag vergat ik de wekker te zetten en schrok ik pas wakker toen ik de deur van mijn buurvrouw hoorde dichtslaan. Voor mijn doen kon ik dus uitslapen (en dat is om 8 uur wakker worden haha). De hele dag heb ik vrij rustig aan gedaan eigenlijk, maar toch ook nog best veel werk gedaan. Ik bracht een pakketje voor de goodiebag winnares naar het postkantoor, maakte dit artikel dat je nu leest af en schreef een artikel voor Handige Baktips. Na nog wat meer vooruit gewerkt te hebben, ging ik eind van de middag naar mijn ouders. Ik nam een taart mee die ik donderdag had gebakken en mijn nieuwe spelletjes. Jawel, ik speel heel graag spelletjes 🙂 .
En daarmee zijn er alweer twee weken voorbij. De komende twee weken zal ik veel bezig zijn met foto’s uitzoeken en recepten uitwerken. Maar er is meer: Lian komt naar Haarlem om twee leuke video’s op te nemen en te brainstormen, ik heb een afspraak met mijn uitgever en ik ga aan de bak voor de Foodmarket op 11 november bij boekhandel Scheltema in Amsterdam. Wie mij en mijn baksels graag in het echt wil aanschouwen is dan van harte welkom tussen 12:00 uur en 17:00 uur! Ik zal het tegen die tijd ook nog even via Facebook en Instagram aankondigen 🙂 .
Ik heb al veel geschreven over baking soda. Over wat het is, maar ook over het combineren met bakpoeder. In Amerika is het een zeer bekend ingrediënt en hier in Nederland wordt het ook steeds bekender. Ook makkelijker verkrijgbaar trouwens, want tegenwoordig ligt het gewoon in de meeste supermarkten. Inmiddels heb ik ook al heel veel mensen mogen leren dat baking soda een zuur ingrediënt nodig heeft om werkend te krijgen. Ingrediënten als citroensap en azijn liggen voor de hand, maar er zijn veel meer mogelijke ingrediënten die het nodige zuurtje bevatten. Ik maakte een handig overzicht voor jullie.
Ingrediënten die werken met baking soda
Een aantal zure ingrediënten liggen voor de hand en weten de meeste van jullie wel op te noemen. Maar er zijn ook ingrediënten die helemaal niet zuur smaken, maar toch een zuur ingrediënt hebben in de samenstelling waar baking soda op reageert. Cacaopoeder kende ikzelf bijvoorbeeld al, maar in mijn recepten speurtocht op internet kwam ik nog veel meer tegen dat werkt:
citroensap
bakpoeder (hier zit het zuurtje al in)
azijn
karnemelk
yoghurt
cacaopoeder
honing
cream of tartar
sinaasappelsap
limoensap
druivensap
zure room
chocola
maple syrup
suikerstroop
wijnsteenzuur
(licht)bruine basterdsuiker
De ingrediënten in dit lijstje werken dus ook met baking soda, maar er is nog veel meer. Zelfs ketchup werkt omdat hier azijn in zit, al zul je daar niet snel mee bakken 😉 . Vele fruitpurees werken trouwens ook, net als groente- en fruitsappen. Maar de genoemde ingrediënten uit het lijstje werken het beste. Mocht jij nog aanvullingen hebben hoor ik het natuurlijk graag!
Hopelijk hebben jullie wat aan dit lijstje en zit je niet met vraagtekens als er wel baking soda in een recept zit, maar geen duidelijk zuur ingrediënt. Nu weet je namelijk dat ook honing of cacaopoeder prima werken!
Ik vind het leuk dat Halloween steeds wat groter wordt in Nederland. Niet dat ik het vier, maar ik vind het wel leuk om wat baksels te maken in dit thema. Deze spinnenweb mini caramel shortbread taartjes zijn niet zo griezelig, maar wel héél erg lekker. Eigenlijk is het gewoon de grote bekende caramel shortcake taart (of twix taart, wat jij wilt), maar dan in het mini. En met een ander patroontje in de chocolade. Normaal gesproken geef ik gemaakte baksels weg na het proeven, behalve koeken. Die gaan in mijn koektrommel, komen altijd wel een keer van pas. Dat deed ik met deze koeken ook, maar dat was een slecht idee. Ze waren gewoon té lekker, ik kon er echt niet vanaf blijven. Gelukkig voor mij kon ik ze delen met visite zodat ze niet allemaal in mijn buik belandden.
BAKTIP: Ik gebruik dit formaat bakringen in mijn recepten. Deze bakringen zet je op een met bakpapier beklede bakplaat voordat je er deeg in doet. Na het bakken verwijder je de ringen gelijk.
Geef je een (halloween)feestje? Dan kunnen deze spinnenweb mini caramel shortbread tartelettes zeker niet ontbreken.
Ingrediënten
125gramongezouten roomboter
90gramfijne kristalsuiker
snufzout
0,5ei(ongeveer 25 gram)
200grambloem
1tlbakpoeder
Karamelvulling
30gramongezouten roomboter
200blikjegecondenseerde melk(is een half blikje)
2eldonkerbruine basterdsuiker
Chocoladetopping
150grammelkchocolade
45gramwitte chocolade
Instructies
Mix boter, suiker, zout en het ei tot een romige massa. Voeg bloem en bakpoeder toe en kneed tot een samenhangend deeg. Laat het deeg een uurtje rusten in de koelkast.
Bestuif je werkblad met bloem en rol het deeg uit tot 4-5 mm dikte. Neem een uitsteker die een paar maten groter is dan je bakringen (mijn bakringen zijn 8 cm in doorsnede). Steek een lapje deeg uit en bekleed je bakring hiermee. Snij de overtollige randjes deeg weg en plaats de ring met deeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik gaatjes in de bodem.
Bak de tartelettes in 15 minuten op 180 °C (boven- en onderwarmte).
Na het bakken laat je ze even afkoelen voordat je de ringen eraf haalt. Wacht hier niet té lang mee, anders kunnen de randjes beschadigen (ja, dat gebeurde mij dus ? ).
Vullen
Als de koekbodems zijn afgekoeld, kun je verder met de vulling. Maak eerst de karamel door alle ingrediënten in een steelpan te doen. Zet de pan op een lag vuur en blijf goed roeren tot de suiker is opgelost. Daarna blijf je wederom roeren, maar nu tot je de juiste dikte hebt. Je wilt uiteindelijk een karamel die stevig is, een soort dikke spread die je nog zou kunnen smeren. Als je die dikte bijna behaald hebt, dan draai je het vuur uit en verdeel je de karamel direct over de koekbodems.
Werk vlot door, want als de karamel afkoelt, dikt deze verder in en is het minder goed te verspreiden over de bodem van je taartjes. Terwijl de karamel afkoelt. Smelt je beide soorten chocolade au Bain-marie.
Begin met de melkchocolade. Smelt twee derde van de chocolade au Bain-marie, wanneer dit helemaal gesmolten is haal je de kom van de pan en voeg je de resterende chocolade toe. Roer even door en smelt dan de witte chocolade op dezelfde manier. Roer in beide soorten chocola tot het helemaal gesmolten is. Ze zullen ongeveer tegelijkertijd klaar zijn.
Het is handig om de taartjes in 2 of 3 delen af te maken, je wilt namelijk niet dat de chocolade al gestold is voordat je het spinnenweb maakt. Schep ter voorbereiding vast de witte chocolade in een spuitzak waar je met een schaar een klein puntje afknipt.
Zet een paar koekbodems voor je neus en schep hier wat melkchocolade op. Spreid gelijkmatig uit en pak dan de spuitzak met witte chocolade erbij, spuit vanuit het midden een spiraal op het taartje. Met een cocktailprikker trek je vanuit het midden strepen naar buiten door de chocola (prik niet in de karamel), zo ontstaat er een spinnenweb patron. Blijven de strepen een beetje ‘open staan’? Tik dan met het taartje een paar keer op je werkblad, de chocolade vloeit zo weer uit.
Maak op deze manier alle mini caramel shortbread taartjes af en laat de chocolade helemaal stollen.
Notities
Lees hier meer over het tempereren van chocolade zonder thermometer.
Het is bijna Halloween en daarom vonden wij het wel leuk om een Halloween hapje te presenteren. Zeker als je besluit een Halloween feestje te geven is het fijn om zowel zoete als hartige hapjes op tafel te kunnen zetten. Deze eitjes heb je heel erg snel gemaakt en eigenlijk gaat de meeste tijd zitten in het decoreren ervan. Even opstijven in de koelkast en je hebt griezelig lekkere, maar ook grappige gevulde eieren waar iedereen zijn tanden in kan zetten.
Ik kan nu alles over Halloween vertellen, maar dat bewaar ik voor jullie in een apart artikel dat dinsdag online komt. Daarom geen praatjes, maar gewoon het recept voor deze Halloween gevulde eieren.
BAKTIP: Doe de rode vulling in een wegwerp spuitzak waar je een klein puntje af kunt knippen of vouw een cornetje. Spuit hiermee aderen over de gevulde eieren.
Geef jij dit jaar een Halloween feestje? Dan mogen deze gevulde eieren niet ontbreken op tafel! Ze zijn ook nog eens heel eenvoudig te maken.
Porties: 12hapjes
Ingrediënten
6eieren(hardgekookt)
2elmayonaise
2etlmosterd
1rijpe avocado
peper en zout
Ter decoratie
ketchup
rode kleurstof(optioneel)
zwarte olijven
Instructies
Snijd de gekookte eieren in de lengte doormidden en verwijder het eigeel. Pureer het eigeel samen met de mayonaise, mosterd en avocado tot een glad geheel. Breng op smaak met peper en zout.
Neem een spuitzak en vul deze met de vulling, maar houd een beetje achterwege. Vul de eihelften met de vulling.
Snijd een paar olijven in dunne schijfjes en plaats op de toef.
Voeg een beetje ketchup toe aan de achtergehouden vulling. Optioneel kun je er ook wat rode kleurstof aan toevoegen voor een fellere rode kleur. Doe deze rode vulling in een dichte spuitzak waar je een klein puntje af kunt knippen of vouw een cornetje. Spuit hiermee aderen over de gevulde eieren.
Vul de olijven met ketchup en plaats de eieren in de koelkast tot serveren.
Het maken van deze Halloween gevulde eieren is een eitje en mocht je nou geen fan zijn van avocado, dan kun je ook een beetje groene kleurstof gebruiken. Je bent natuurlijk ook vrij om andere kleuren te gebruiken, wat jij wilt! Geef jij dit jaar een Halloween feestje?
In mijn vorige artikel over margarine zette ik alle feiten en fabels op een rij. Ik heb er zelf heel veel van geleerd en het is allemaal een stuk duidelijker geworden, voor veel van jullie ook begreep ik uit de reacties. Leuk om te lezen! Niet iedereen is overtuigd, maar dat mag natuurlijk ook. Vooral de oorsprong van margarine is hierin een belangrijk punt merkte ik. Waar ik aangaf dat ik margarine wel degelijk een natuurlijk product vind gezien de herkomst van de ingrediënten, vinden anderen dat het door de bewerking niet meer natuurlijk te noemen is. Nu is het niet mijn doel om jullie in dit artikel over te halen om margarine dan toch een natuurlijk product te gaan vinden, maar wel om jullie te informeren over het proces en de herkomst van de ingrediënten. Eigenlijk wat je kort al kon lezen bij de feiten en fabels, maar nu licht ik het uitgebreider toe en geef ik mijn kijk hierop.
Wanneer is een product natuurlijk
Zoals je vorige keer hebt kunnen lezen, is margarine een natuurlijk product. Alle ingrediënten zijn immers afkomstig uit de natuur. Uit bloemzaden wordt olie geperst, uit wortels wordt caroteen gehaald en zo hebben ook de rest van de ingrediënten een oorsprong die in de natuur ligt. Een enkele lezer merkte op dat uiteindelijk alles wat op aarde bestaat uit de natuur komt, zo ook de bestanddelen van plastic. Een product dat we niet natuurlijk noemen. Dat klopt, maar ik denk dat je per product moet kijken hoe het geproduceerd wordt, wat de functie is en dan pas kunt vaststellen of je het wel of niet natuurlijk vindt. En zelfs dan zal dit per persoon nog verschillen. Zoveel mensen, zoveel meningen. En om het nog ingewikkelder te maken heeft de term ‘natuurlijk’ geen duidelijke definitie, iedereen kan dit op een net iets andere manier interpreteren.
Meest gehoorde reden waarom margarine niet als natuurlijk wordt gezien, is dat er te veel chemische processen aan vooraf gaan. Ik heb zelf al eens margarine gemaakt met huis-, tuin- en keukeningrediënten, dus hier ben ik het niet helemaal mee eens. Ja, de oliën worden gezuiverd, maar dat gebeurt ook met de flessen olie (bijvoorbeeld zonnebloemolie) die je in de supermarkt koopt voordat je ze gebruikt. Daar is ook niets mis mee toch?
Ook niet geheel onbelangrijk; als de oliën niet geraffineerd worden, zijn ze niet goed toe te passen in producten. Er zitten van nature namelijk vetten in die snel reageren op zuurstof en als reactie dan oxideren. De olie krijgt dan een bittere smaak en is maar heel beperkt houdbaar. Om olie rijk aan onverzadigde vetten te geschikt te maken om mee te smeren, bakken of braden zijn een aantal processen belangrijk. Een geraffineerde heldere olie is dus belangrijk.
Het proces achter margarine
Om het goed uit te leggen beschrijf ik voor jullie de samenstelling en het proces achter margarine, dat geeft een beter beeld over het product.
De margarineproducten van Becel worden gemaakt met een mix van plantaardige oliën van zonnebloemzaad, koolzaad en lijnzaad. Deze oliën vormen de basis van het margarinerecept.
De zaden worden na de oogst gescheiden van de bloemen en vervolgens geperst waarbij een grote hoeveelheid olie vrij komt. Er blijft ook altijd wat olie achter in de zaden, en om die niet te verspillen wordt die er alsnog uitgehaald door een organisch oplosmiddel te gebruiken, dat heet extraheren. Daarna wordt de olie gedestilleerd om het organische middel weer te verwijderen, dit gebeurt middels verwarming van de olie zodat het oplosmiddel verdampt. Het organische oplosmiddel kan daarna gewoon weer opnieuw gebruikt worden.
Nog even over dat organische oplosmiddel. Ik begreep dat niet helemaal (hoe kan een oplosmiddel nou natuurlijk zijn?), dus heb het even nagevraagd. Het oplosmiddel dat wordt gebruikt is hexaan. Dat wil je als mens niet binnenkrijgen, daarom wordt het ook weer verwijderd. Wees gerust, hier zijn zeer strenge controles voor. Zonder dit oplosmiddel zou echter de olieopbrengst uit zonnebloempitten maar liefst 30% lager liggen. Om dan nog een stapje verder te gaan: dan zou er dus ook weer meer grond en water nodig zijn omdat voor dezelfde hoeveelheid olie meer zonnebloemen nodig zijn. Er is overigens ook biologische margarine (ook in het assortiment van Becel), waarbij geen hexaan wordt gebruikt en de zaden worden ook niet bespoten met pesticide. Omdat de opbrengst van olie lager ligt en er meer zaden nodig zijn, is de biologische variant iets duurder.
De oliën moeten ook nog gezuiverd worden om zaadrestjes te verwijderen, hiervoor worden ze verhit tot 200 graden. Eigenlijk net zoals bij jou thuis in de pan, alleen komt er in de fabriek geen zuurstof bij, dat zorgt voor een betere kwaliteit. De olie is vaak nog bruin van kleur voordat het gezuiverd wordt, dit komt door de achtergebleven zaadresten. Uiteindelijk krijg je een olie zoals je dit ook in de supermarkt kunt kopen.
Alleen olie maakt nog geen margarine, daar zijn nog een paar ingrediënten voor nodig. In de fabriek worden de oliën vermengd met een klein beetje verwarmde palmolie, dit zorgt ervoor dat de oliën smeerbaar worden. Citroensap houdt de oliën vers en geeft het een neutrale smaak. Er zitten ook nog natuurlijke aroma’s in het recept, er wordt caroteen (uit een wortel) toegevoegd voor de kleur en het wordt verrijkt met vitamine A en D. De vitamines hebben ook een natuurlijke oorsprong. Vitamine A komt uit het caroteen dat ook voor de kleur wordt gebruikt, vitamine D wordt uit gist gehaald. Als laatste bevat margarine ook lecithine uit de zonnebloemzaden en water, lecithine wordt gebruikt om het water en de vetten met elkaar te laten binden. Zonnebloemlecithine heeft exact dezelfde functie in margarine het als in de celwand van de zonnebloemzaadjes heeft.
Ik hoop dat jullie nu een duidelijker beeld hebben van de productie van margarine. Hoewel ikzelf al heel veel wijzer ben geworden de laatste weken, is er nog veel meer dat ik wil weten en zien. Ik ga binnenkort een kijkje nemen in de fabriek waar ik verslag over zal doen, en ik ga ook thuis aan de slag met het zelf maken van margarine. Ik zal je uiteraard vertellen hoe je dit zelf ook kunt doen.
Heb jij nog vragen of opmerkingen? Laat het vooral weten! Houd het wel leuk in de reacties. Dat iedereen een andere mening heeft is natuurlijk prima, maar probeer dit op een respectvolle manier te verwoorden.
Dit artikel is in samenwerking met Becel gemaakt, lees mijn disclaimer voor meer informatie.
Op Laura’s Bakery kun je al meer dan genoeg basisrecepten vinden, maar tot mijn verbazing ontbrak er nog eentje die ik wel heel vaak gebruik: Zwitserse room. Meestal schrijf ik dat recept gewoon steeds weer opnieuw uit wanneer het nodig is bij een ander recept. Toch leek het mij handig om er een los recept van te maken, omdat ik er regelmatig vragen over krijg. Bij deze dus, een van mijn favoriete basisrecepten met extra tips en trucs.
Klop de slagroom stijf. Dit hoeft niet met suiker, omdat de banketbakkersroom al zoet genoeg is. Roer de banketbakkersroom even goed door zodat hij makkelijker te verwerken is.
Spatel rustig de slagroom door de banketbakkersroom tot het een egale room is. Zodra het is vermengd stop je met spatelen om te voorkomen dat de room te dun wordt. Zet hem in de koelkast tot gebruik, je zult zien dat hij dan ook weer wat steviger wordt.
Geen idee hoe je de Zwitserse room kunt verwerken? Ik heb wel een paar ideetjes voor je:
Veel mensen denken dat ik dagelijks sta te bakken, maar dat is echt niet zo. Meestal probeer ik één keer per 1 á 2 weken een bakdag in te plannen waarop ik dan allerlei verschillende recepten maak. Soms maar 3, maar soms ook wel 8 of meer. Vorige week heb ik op één dag bijvoorbeeld 10 recepten gemaakt en op de foto gezet. Op andere dagen bak ik niks, of slechts 1 recept als ik daar zin in heb. Als ik een drukke bakdag heb, probeer ik altijd een kijkje achter de schermen te geven via Instagram stories. Daar wordt altijd enthousiast op gereageerd en ik krijg er ook vaak vragen over. Hoe doe ik dat nu eigenlijk zo’n bakdag? Ik schreef al eens een artikel over het maken van een bakplanning, en dat vul ik vandaag aan met een kijkje achter de schermen van zo’n dag in de keuken.
voorbereidingen
De voorbereidingen beginnen al eerder. Voor het blog plan ik altijd vooruit zodat ik en Lian weten wat er gemaakt moet worden. Meestal hebben we zo’n 1-1,5 maand vooruit gedacht en kunnen we daarmee aan de slag. Ik maak een lijst van alle recepten die ik moet maken en kijk of er dingen tussen zitten die het best tegelijk gemaakt kunnen worden. Zoals meerdere soorten muffins, bladerdeeghapjes of andere baksels die ergens gelijkenissen tonen. Dat werkt voor mij sneller.
Als ik eenmaal heb bepaald welke recepten ik per dag wil maken, ga ik aan de slag met hoe de recepten eruit moeten komen te zien. Ik heb een notitieboek waarin ik mijn recepten deels uitwerk. Soms staan er alleen de ingrediënten en moeten alle hoeveelheden nog bepaald worden, andere keren heb ik daar wel al richtlijnen voor opgeschreven. Tijdens het bakken ligt dit boekje altijd naast me met een pen zodat ik gelijk kan opschrijven wat ik doe en eventueel aanpas.
Wanneer de recepten qua benodigde ingrediënten zijn uitgewerkt, kan ik een boodschappenlijst maken. Die doe ik dan al een dag voor de bakdag zelf, zodat dat vast geregeld is. Dan kan ik op mijn bakdag gewoon gelijk aan de slag. Het laatst wat ik doe aan voorbereidingen is een grove planning van de dag zelf. In welke volgorde wil ik de (delen van) recepten maken. Ik probeer ook altijd een lunchmoment in te plannen omdat dat er vaak bij inschiet op bakdagen. Wat ik er ook altijd op zet als reminder is dat ik boter en eventuele andere dingen uit de koeling moet halen.
De bakdag zelf
Wanneer ik ’s ochtends in de keuken sta om mijn ontbijtje te maken haal ik gelijk de boter uit de koelkast. En in het geval van de bakdag die vandaag laat zien haal ik er ook deeg uit dat ik al eerder had gemaakt. Terwijl ik ontbijt, rustig wakker word en een paar werkdingen zoals mijn mail doe, kan dat vast op temperatuur komen. Er staan 6 recepten op de planning, dus dat moet helemaal goed komen.
Daarna ruim ik de keuken op, ruim de vaatwasser leeg en zet klaar wat ik voor het eerste recept nodig heb. Belangrijk vind ik zelf dat de vaatwasser leeg is, ik heb geen grote keuken en vieze spullen kan ik zo gelijk uit het zicht zetten. In een ontplofte keuken kan ik niet snel werken, dus dat probeer ik ook gedurende de dag goed bij te houden door tussendoor steeds op te ruimen. Dat werkt uiteindelijk fijner.
Camera klaar
Alle bakbenodigdheden voor het eerste recept staan klaar, maar ook mijn camera staat er op de statief bij. Wanneer ik bij recepten een sfeerfoto wil maken of een stap uit het proces vast wil leggen heb ik hem er zo bij gepakt.
Ik begin met het maken van een cake voor een campagne. Dat zijn de recepten waar altijd meer tijd in gaat zitten. Die wil ik nog perfecter maken dan andere recepten, en er zijn vaak specifieke foto’s die gemaakt moeten worden. In dit geval eentje van de benodigde ingrediënten en een stap voor stap foto.
Wanneer de cake in de oven staat, rol ik het reeds gemaakte deeg uit en bekleed de bakringen ermee. Die staan te wachten om de oven in te gaan en ik ga gelijk verder met het beslag voor pancakes. Het makkelijkste recept van de dag dat uiteindelijk mis ging. Überhaupt de eerste keer dat pancakes mislukten haha. De smaak was goed, maar ik vond de structuur niet fijn. Ik bedacht gelijk een nieuw recept, maar had helaas geen melk meer in huis. Ja, er zitten ook wel eens mislukkelingen tussen. De pancakes maak ik dus op een later moment in de week. Dat is een eenvoudig recept dat ook nog wel even tussendoor kan.
Wel zet ik alvast de cake op de foto. Ik haal mijn salontafel leeg en bouw deze om tot fotostudio. Deze kan gelijk blijven staan tot ik het laatste recept van de dag heb gefotografeerd.
Lunch en computerwerk
Omdat ik al honger heb en de taartbodempjes nog niet goed zijn afgekoeld, besluit ik vast te lunchen. Dat doe ik achter de laptop waar ik gelijk wat mails wegwerk. Er waren ook wat belangrijke dingen binnengekomen die ik even snel moest afhandelen. Daarmee verlies ik tijd in mijn bakplanning, maar ook dat hoort er soms bij.
Weer aan de bak
Tijd om weer de keuken in te gaan! ik maak mijn werkblad weer even goed schoon. Na elk recept ruim ik de spullen die ik niet meer nodig heb op, dat geeft meer ruimte en werkt fijner.
Ik ga eerst verder met de kleine taartjes. Ik maak karamel en smelt chocolade en voor ik het weet zijn ze klaar. Terwijl de chocolade uithardt, ga ik door naar de hartige recepten. Eerst het soda bread en daarna de hartige bladerdeeg pakketjes.
op de foto
Het is nu half 5 en ik twijfel of ik aan het laatste recept van mijn planning ga beginnen. Het is donker in huis door het slechte weer en ik vrees dat ik geen goed licht meer zal hebben voor de fotografie. Ik besluit dus om eerst de andere gemaakte baksels op de foto te zetten nu het nog wel licht genoeg is. Een prima besluit zo bleek, want bij het fotograferen van het laatste baksel moest ik al flink spelen met het licht en de instellingen op mijn camera.
Wanneer ik daar klaar mee ben besluit ik om het laatste recept van de dag toch te verplaatsen naar een ander moment. Door het werken op de computer tijdens/na de lunch ben ik toch iets teveel tijd verloren en het licht werkt niet meer mee als er ook nog eens donkere wolken met een flinke regenbui aankomen.
afronden en opruimen
Half 6 en alles wat gemaakt is, staat op de foto. Tijd om de keuken en fotostudio op te ruimen. Hoewel ik het zoveel mogelijk bijhoud is dat toch altijd nog wel een klusje. De fotostudio wordt weer afgebroken en omgetoverd tot huiskamer en voor ik het weet zijn alleen de baksels op het aanrecht het bewijs van mijn bakdag.
Nog even een snelle check van mijn mail en dan vind ik het mooi geweest. Het was weer een prima bakdag. Geen extreem volle en ik heb ook nog wat andere werkdingen kunnen doen. De volgende bakdag die gepland stond was wel een stuk voller, die met 10 recepten. Toen heb ik mijn computer niet gezien, ik wilde per se alles afhebben en verwachtte ook geen belangrijke mails met deadlines.
Ik hoop dat jullie het leuk vonden om een keertje mee te kijken hoe een bakdag er voor mij uit kan zien. In het najaar bak ik trouwens ook vaak minder op een dag dan in de zomer. Wanneer het langer licht is, maak ik daar optimaal gebruik van. Dan ruim ik soms om 9 uur ’s avonds de keuken pas op. Soms bak ik wel door in de herfst en winter, maar dan fotografeer ik mijn baksels gewoon een dagje later bij goed licht. Dat kan gelukkig prima met veel taartjes en koekjes.
Heb jij wel eens een bakdag waarop je heel veel lekkers maakt? Hoe pak jij dat aan?
Als ik iets fijn vind aan kouder weer, dan is het wel dat de oven weer wat vaker aangaat. Niet alleen maar om zoete baksels te maken, maar ook om maaltijden uit de oven te toveren. Aardappel gratin vind ik zo’n typisch klassiek ovengerecht dat ik altijd wel lekker vind om te eten, mits de gratin lekker romig is en goed van smaak. Deze mozzarella aardappel gratin met pesto vind ik dan ook heel erg lekker en voldoet die aan al mijn eisen.
Ik ben wel een beetje lui gebleven en heb gebruik gemaakt van voorgegaarde aardappelschijfjes. Je kunt natuurlijk prima zelf de aardappels voorkoken en in schijfjes snijden, maar ik vind dit voor een gratin net wat fijner werken. Voorgegaarde aardappelen zorgen er ook voor dat de gratin wat minder lang in de oven hoeft en het eten dus sneller op tafel staat.
Een eenvoudig recept voor een heerlijk gerecht: mozzarella aardappel gratin met pesto. Lekker voor de koudere dagen, maar natuurlijk ook erg smakelijk tijdens warmere dagen!
Verwarm de oven voor op 200 °C (boven- en onderwarmte) en vet een ovenschaal in met boter.
Doe de slagroom met de pesto, 75 gram van de geraspte kaas, uienpoeder, peper en zout in een kom en meng door elkaar. Voeg de aardappelen toe en zorg dat alle schijfjes bedekt zijn met wat kaas en het roommengsel.
Verdeel de aardappelschijfjes over de ovenschaal en giet het resterende mengsel hierover heen tot de aardappelschijfjes onder staan. Strooi de resterende mozzarella kaas over de bovenkant en bak de pesto mozzarella gratin in 30-40 minuten zacht en goudbruin.
Scheur vlak voor serveren wat verse basilicumblaadjes over de mozzarella gratin.
De verse basilicum geeft net wat meer smaak, maar kan natuurlijk op een doordeweekse dag ook weggelaten worden. Houd jij van pesto, dan kun je besluiten iets meer pesto toe te voegen. Hetzelfde geldt voor de kaas, natuurlijk. Ik ben benieuwd of er nog meer gratin liefhebbers zijn en of deze versie je wat lijkt.
Het heeft even moeten plaatsmaken voor een te gekkewinactie, maar vandaag deel ik negen baksels die perfect passen bij het najaar. Zeker nu het weer is omgeslagen kan ik echt blij worden van de geur van speculaaskruiden, kaneel, gebakken appels en karamel. Als jij daar ook zo over denkt, dan weet ik zeker dat je een paar lekkere recepten gaat (her)ontdekken. Onderstaande baksels geven mij allemaal het ‘met een dekentje op de bank en kacheltje aan’-gevoel en zijn voor mij een inspiratie om weer lekker te gaan bakken in het najaar.
1. Speculaas crumble
We beginnen met een lekker makkelijk receptje. Speculaas en warme appels zijn altijd een goede combinatie en ook een lekker recept als Sinterklaas weer in het land is.
Brownies geven mij altijd een lekker warm gevoel. Deze brownies met de warme smaak van pindakaas en pretzel laat zien dat je niet altijd naar de kaneel hoeft te grijpen. Warm de brownies op voor absoluut genot.
Vind jij het niet erg om met de gebakken peren te zitten? Dan moet je dit toetje vooral maken en hopen dat je bezoek niet op komt dagen. Daar komt het spreekwoord namelijk vandaan.
Wat lekker om een galette met speculaaskruiden op smaak te brengen. Ik vind dit een echt herfstachtig recept die je zo op tafel zet om met z’n allen op te eten.
Ik eindig met een echte klassieker. De appelflap kan natuurlijk niet ontbreken in de herfst en zo makkelijk om zelf te maken. Voeg rozijnen toe als je daar van houdt of laat ze lekker weg zoals ik zou doen.
Met deze recepten was bakken in het najaar nog nooit zo lekker geweest. Welk baksel trek jij vanmiddag nog uit de oven?
Een aantal jaar geleden had ik ze in alle kleuren van de regenboog: candy melts. Ik dipte mijn cakepops en ander lekkers op een stokje erin, gebruikte ze voor het decoreren van taarten en maakte er ook ooit een candy bark van. Typisch Amerikaans dat laatste, net als de candy melts zelf overigens. Daar worden ze veelvuldig gebruikt en ingezet als een soort chocolade. Een soort chocolade ja, want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, is dit geen chocola. Ikzelf heb momenteel eigenlijk nooit meer candy melts in huis omdat ik liever chocolade gebruik, maar ik zal niet uitsluiten dat ik ze voor een speciaal project toch weer aanschaf.
Wat zijn candy melts
Candy melts bestaan voornamelijk uit suiker en vetten. De smaak is -meestal, afhankelijk van het merk- een beetje vanille achtig en de structuur heeft ergens iets weg van chocolade. Hoewel het daar het best mee te vergelijken is, zijn candy melts absoluut geen chocola. Er zit namelijk geen cacaoboter in, een belangrijk ingrediënt in chocolade.
Er zijn verschillende merken die candy melts in het assortiment hebben. Wilton is de meest bekende, Merckens vond ik zelf het fijnst werken. Nadeel is alleen dat die niet goed verkrijgbaar is in Nederland (de winkel waar ik ze kocht bestaat helaas niet meer). Het merk Wilton kun je kopen in de meeste kookwinkels en (online) taartdecoratiewinkels.
Verschil candy melts en chocolade
In veel (web)shops worden candy melts aangeduid als smeltchocolade, een verkeerde benaming dus. En nee, het is ook geen witte chocolade met een kleurtje. Die bevat namelijk wel cacaoboter en dat is gelijk het grootste verschil. Kijk maar eens naar de ingrediënten van witte candy melts en witte chocolade:
Zoals je ziet ontbreekt de cacaoboter in de candy melts. Oké, heel officieel is witte chocola ook geen chocola omdat er geen cacao in zit, maar die cacaoboter is toch wel heel belangrijk. Het zorgt ervoor dat chocolade goed smelt, terwijl dat bij candy melts wat lastiger is. Dit blijft vaak dikker en heeft nog wat handelingen nodig om het goed werkbaar te krijgen.
Hoe verwerk je candy melts?
Candy melts zijn voor vele verschillende dingen te gebruiken, meest bekende is het dippen van Oreo- of cake pops. Ik heb ze zelf ook regelmatig gebruikt, en dat werkte altijd prima. Het laagje om de Oreo stolt snel en blijft er mooi uitzien.
Ze smelten wel minder goed dan chocolade, dat komt door het ontbreken van cacaoboter. De melts blijven wat dikker wat niet zo fijn werkt. Gelukkig is het vrij eenvoudig om candy melts te verdunnen, ik vertel er alles over in dit artikel.
Gek genoeg is het ontbreken van cacaoboter ook weer een voordeel van candy melts, je hoeft het namelijk niet te tempereren en bent er dus zeker van dat de coating goed uithardt. Bij witte (en melk en pure) chocolade is tempereren juist wel belangrijk. Alleen dan stolt de chocolade goed en gaat het er niet dof uitzien.
Mijn voorkeur gaat toch uit naar chocolade. Smaak is de belangrijkste reden, ik vind het gewoon veel lekkerder dan candy melts. En oké, het tempereren is even iets dat je onder de knie moet krijgen, maar dan werkt dat ook heel fijn zonder extra toevoegingen te moeten doen.
Heb jij wel eens candy melts gebruikt? Wat vond/vind je ervan?