Wanneer ik uit eten ga bij een tapasrestaurant komt er altijd ergens in een van de rondes een schaaltje patatas bravas op tafel te staan. Je hebt ze zelf ook vast wel eens op de kaart zien staan en/of gegeten. Het zijn gefrituurde aardappeltjes met een pittige tomatensaus en ik vind ze erg lekker. Tijd om zelf te maken dus, nu heb ik alleen geen frituurpan in huis wat ik graag zo wil houden. Daarom maakte ik ze in de oven, werkt ook prima. De tomatensaus heb ik wat minder pittig gemaakt omdat ik dit zelf lekkerder vind. Als jij wel van pittig houdt kun je natuurlijk gerust wat meer pit toevoegen aan de saus door middel van kruiden.
Patatas brava is een heerlijk Spaans tapasrecept dat je eenvoudig zelf kunt maken. Zeker uitproberen dus!
Porties: 3kleine porties (bijvoorbeeld als bijgerechtje)
Ingrediënten
500gramvastkokende aardappelen
scheutje olijfolie
peper en zout
Tomatensaus
1sjalot
1-2teentjes knoflook
150gramtomatenblokjes
snuf chilipoeder
snufgerookt paprikapoeder
snuf suiker
peper en zout
peterselie
Instructies
Schil de aardappels en snijd ze in kleine blokjes. Was de blokjes aardappel en dep droog met een schone theedoek. Doe ze in een kom en voeg hier een scheutje olijfolie, peper en zout aan toe. Hussel door elkaar.
Verspreid de blokjes aardappel over een bakplaat en bak ze in 30-40 minuten op 200 graden knapperig en goudbruin. Schep de aardappeltjes tussendoor een paar keer om.
Ondertussen maak je de tomatensaus. Snijd de sjalot uit en pers de knoflookteentjes uit, fruit in een pan met een scheutje olijfolie aan. Voeg de tomatenblokjes toe en roer door elkaar. Breng de saus op smaak met chilipoeder, paprikapoeder, suiker, peper en zout. Roer door elkaar en laat een paar minuten pruttelen.
Haal de aardappeltjes uit de oven en schep ze in een schaal. Verdeel de saus eroverheen en garneer met wat blaadjes peterselie. Zet de schaal met patatas bravas gelijk op tafel.
Met dit basisrecept voor zandtaartdeeg kan je alle kanten op. Gebruik het bijvoorbeeld als zanddeegbodem voor een taart of juist om koekjes mee te maken.
Zandtaartdeeg maken
Ik denk dat dit een van de meest multifunctionele basisrecepten is. Zandtaartdeeg kun je echt voor van alles en nog wat gebruiken. Ik gebruik het meestal als taartbodem voor zowel grote als kleine taarten, maar je kunt er ook prima koekjes van bakken.
Het traditionele Franse recept maakt gebruik van amandelmeel en poedersuiker voor het deeg, zoals ik mijn tartelettes maak zeg maar. Toch gebruik ik het (om het zo makkelijk mogelijk te houden) niet voor mijn zandtaartdeeg basisrecept en daar krijg ik ook overheerlijke resultaten mee. Ik geef jullie vandaag mijn basisrecept en allerlei tips.
Basisrecepten
Met dit basisrecept voor een zanddeeg kun je dus van alles maken. In Het Basisbakboek staat een volledig hoofdstuk met recepten die dit zandtaartdeeg als basis hebben. Dat boek is sowieso een aanrader voor alle thuisbakkers die de basis van het bakken onder de knie willen krijgen of als naslagwerk!
HET BASISBAKBOEK
Voor iedere thuisbakker die de basis van het bakken graag onder de knie wil krijgen heb ik Het Basisbakboek geschreven. Naast de ongeschreven bakregels en heel veel andere handige baktips, deel ik de belangrijkste (en lekkerste!) basisrecepten met je. Ook laat ik zien hoe je per basisrecept hier zelf mee aan de slag kunt om ermee te variëren. Met dit boek is bakken voor iedereen leuk en makkelijk!
Als je jouw zandtaart pas na het bakken wil vullen, dan bak je het deeg eerst blind af. Het blind bakken heeft als functie dat het voorkomt dat de bodem omhoog komt en met een bolling bakt. Op die manier zou er weinig ruimte meer over blijven om de taart na het bakken te vullen.
Er zijn verschillende vullingen waarmee je jouw zanddeegbodem blind kan bakken:
Lees in dit artikelmeer over blind bakken en over de alternatieven.
Deeg laten rusten
In onderstaand recept zul je teruglezen dat je het zanddeeg minimaal een uur moet laten rusten in de koelkast. Dat heeft niet alleen als reden dan het deeg op die manier koelt en tijdens het bakken z’n vorm beter behoudt. Je laat deeg in de koelkast rusten zodat de gluten kunnen ontspannen, met als resultaat een heerlijk knapperige zandtaartbodem.
Laat je het deeg niet voldoende rusten? Dan bestaat de kans dat het deeg krimpt in de oven, waardoor je zanddeegbodem minder mooi en ongelijk van vorm zal zijn. Lees meer over waarom een koekdeeg moet rusten in de koelkast.
Recepten met zandtaartdeeg
De meest bekende taart met een bodem van zanddeeg is denk ik de lemon meringue pie. Dit blijf ik één van de meest verrukkelijke taarten vinden die er bestaan. Maar ik heb over de jaren heen meer lekkere taarten gebakken waarbij dit zandtaartdeeg de basis vormde:
Zoals je kunt zien zit er voor elk seizoen wel een geschikte taart met zanddeegbodem tussen. Gelukkig maar, want ik zou niet graag willen hoeven kiezen tussen deze heerlijke taarten!
Zanddeeg maken
Hoe kan ik koekjes bakken van dit deeg?
Bereid het deeg volgens het recept t/m stap drie en gebruik koekuitstekers om leuke koekvormen uit het deeg te steken. Leg ze op een bakplaat (niet té dicht op elkaar) en bak ze afhankelijk van de grootte in 12-15 minuten op 180 graden.
Kan ik het zandtaartdeeg voorbereiden?
Absoluut, daar is het heel geschikt voor. Zanddeeg is eigenlijk een soort koekdeeg en daarom kan het prima enkele dagen (goed verpakt in folie) in de koelkast bewaard worden. In de vriezer kun je het zelfs tot drie maanden bewaren. Maak er dan eventueel eerst een dunne plak deeg van voordat je het invriest, dan ontdooit het ook makkelijker.
Waarom zakken of krimpen de randen van mijn taartbodem?
Hoogstwaarschijnlijk heb je het deeg niet of niet voldoende laten rusten. Daardoor hebben de gluten niet kunnen ontspannen en krimpt het deeg tijdens het bakken. Lees meer over waarom een zandtaartdeeg moet rusten. Ook is het mogelijk dat je teveel boter door het deeg hebt gemengd en de randen daarom naar beneden zijn gezakt.
Hoe voorkom ik dat mijn bodem scheurt?
Door met een vork gaatjes te prikken in de zanddeegbodem voordat deze de oven in gaat. Zorg ervoor dat je de gaatjes goed verdeelt over de gehele bodem.
In welke bakvorm past dit zanddeeg?
Ik gebruik meestal een ronde bakvorm met een losse bodem, maar je kunt ook kiezen voor een rechthoekige vorm zoals ik bij de aardbeien zandtaart heb gedaan. Met de ‘recept omrekenen’-knop in de receptkaart, reken je het recept heel gemakkelijk naar elke gewenste bakvorm om. Als je het liefst onderstaand recept aanhoudt, dan zijn deze bakvormen heel geschikt:
Met dit basisrecept voor zandtaartdeeg kan je alle kanten op. Gebruik het bijvoorbeeld als zanddeegbodem voor een taart, maar ook om koekjes mee te maken.
Doe alle ingrediënten tegelijk in een kom en kneed tot een stevig deeg. Als het nog wat kruimelig is, kneed je het deeg met de hand verder. Verpak het deeg in folie en laat minimaal een uur rusten in de koelkast.
Omdat je dit deeg meestal zult gebruiken als taartbodem, beschrijf ik deze werkwijze. Ik kom straks terug op andere toepassingen.
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad tot ongeveer 5 mm dikte. Bekleed je bakvorm met het deeg en snijd de overtollige randjes weg.
Baktijd
De baktijd en oventemperatuur verschilt per recept. Soms bak je de bodem blind om hem later te vullen, soms bak je de vulling gelijk mee en dan zijn er ook nog de verschillende formaten van taart. Gebruik daarom dit recept als basis voor allerlei soorten taarten, en volg het recept voor de tijd en temperatuur.
Om je toch een beetje een richtlijn te geven: wanneer ik deze bodem blindbak in een 25 cm vorm staat hij 30 minuten in de oven op 180 graden. 20 Minuten met de blindbakvulling en 10 minuten zonder. Kleine taartjes van ongeveer 10 cm bak je op deze manier 15 minuten met blindbakvulling op 180 graden en 5 minuten zonder de vulling.
Onlangs maakte ik bekend dat ik druk bezig ben met boek nummer 2: Het Laura’s Bakery Bakboek. Een boek dat nog meer in lijn ligt met dit blog. Er zitten natuurlijk zoete hoofdstukken, maar de borrelhapjes die hier op Laura’s Bakery zo belangrijk zijn geworden mogen ook niet ontbreken. Eigenlijk heb je aan dit boek dus genoeg voor al je feestjes. Je kan lekker gebak op tafel zetten, maar ook lekkere hartige hapjes. En dan zijn er ook nog desserts om van te genieten. Meer dan genoeg lekkers dus. Het boek heb ik inmiddels al ingeleverd en de eerste ronde met een redacteur zit er ook al op. Hoogste tijd om jullie eens even op de hoogte te brengen van het hele proces tot nu toe!
Recepten bepalen
Zoals ik vorige keer aangaf weet ik dus al sinds oktober 2016 dat ik dit boek ga maken. Ik besloot echter te wachten tot het nieuwe jaar om er echt mee aan de slag te gaan. Het najaar heb ik het al druk genoeg met de blogs, dus daar heb ik mij in die periode op gefocust.
In januari ging ik echt aan de slag met mijn tweede boek. Voor het voorstel had ik al een lijst gemaakt van recepten, maar ik wilde dit nog wat concreter uitwerken. Zo had ik veel soorten gebak bedacht, maar had ik nog niet de smaak bedacht. Een cheesecake bijvoorbeeld, maar welke smaak die moest krijgen wist ik nog niet.
Daar heb ik dus even flink voor zitten brainstormen. Het bedenken van lekkere recepten vind ik niet moeilijk, maar in een boek moet je wel zorgen voor genoeg diversiteit. Niet alles met chocola bijvoorbeeld, of heel veel met aardbeien. Ik heb dus flink zitten strepen en schuiven maar had uiteindelijk een mooie lijst met recepten.
Deze lijst is overigens wel nog een paar keer veranderd. Want dan stond ik in de keuken en vond ik toch dat het anders moest, of ik had gewoon een lekkerdere variant bedacht. Ik heb zelfs nog recepten weggestreept en vervangen door een heel anders soort baksel.
Schrijven en voorbereiden
In februari begon ik met het schrijven. Intro’s, stukjes theorie en wat andere dingen. Ik was nog niet begonnen met bakken omdat ik het liefst wilde wachten tot het weer wat beter werd en de dagen langer licht waren.
Wat ik wel al kon doen was het uitwerken van de recepten. Of nou ja, eigenlijk het maken van een eerste versie. Dat doe ik graag om een beetje houvast te hebben als ik echt aan de bak ga. Eenmaal in de keuken veranderd dit vaak nog, maar dan weet ik in ieder geval wat ik allemaal nodig heb.
Nog iets wat ik kon voorbereiden: een planning. Ik ben gek op het maken van planningen en lijstjes, lastiger vind ik het om mij aan zo’n planning te houden. Slechte eigenschap die ik al heb zolang ik mij kan herinneren. Het zal je (en mij ook niet) dus niet verbazen dat ik mij niet aan die planning hield. Ik had aparte boekdagen gepland om te bakken, maar uiteindelijk vond ik het toch fijner werken om blog- en boekrecepten op dezelfde dag te maken. Dat deed ik dus ook en paste mijn planning daar deels op aan.
Aan de bak
In maart begon ik dan echt met bakken. De eerste 2 weken hield ik mij nog perfect aan mijn gemaakte planning, toen paste ik hem al aan. En in de loop der tijd is hij ook nog vaak aangepast. Ha, af en toe werd ik gek van mezelf met die planning die maar bleef veranderen.
Wat ik wel had veranderd in mijn werkwijze ten opzichte van mijn eerste boek was het fotograferen van de baksels. Dat deed ik vorig jaar gelijk toen een baksel af was. Nu bakte ik eerst alles zodat ik dan achter elkaar alles op de foto kon zetten. Mijn fotohoekje stond wel constant klaar zodat ik af en toe ook een extra foto kon maken van een beslag dat net in de vorm zat bijvoorbeeld. Dat werkte heel fijn.
De bakdagen zelf plande ik uiteraard ook, dat is dan een planning waar ik mij wel weer prima aan kan houden. Ik schrijf dan op in welke volgorde ik alles wil maken en voorbereiden. Ik schreef er laatst een artikel over op Handige Baktips. Die bakdagen gingen dus helemaal prima! Uiteraard lukte niet alles in een keer of was ik gewoon niet tevreden genoeg. Dus dan kwam zo’n recept weer opnieuw op mijn planning te staan. Er staat een taart in het boek die ik zelfs drie keer opnieuw maakte voor ik echt helemaal tevreden was.
Nog iets wat bij deze bakdagen hoort: heel veel bende. De keuken stond propvol en de vaatwasser draaide overuren. De eettafel betrok ik er ook al snel bij om mijn spullen kwijt te kunnen en zelfs dan moest ik tussendoor regelmatig opruimen om het een beetje geordend te houden. Dat ging overigens ook beter dan vorig jaar. Elke keer na een bakdag moest ik van mijzelf alles opruimen, ook al had ik het de volgende dag alweer nodig.
Fotoshoot
Halverwege mei was het tijd voor een fotoshoot. Deze dag zouden we de foto voor de cover schieten en nog meer sfeerfoto’s voor in het boek. Ik ben weer ontzettend blij met alle gemaakte foto’s. Ik kan jullie er binnenkort denk ik wel al een paar laten zien. Dat zal ik doen wanneer ik ook de cover mag laten zien!
Puntjes op de i
Toen alle baksels af waren was het tijd voor de laatste dingen. Het uitwerken van de laatste recepten, het schrijven van de laatste stukjes tekst en het uitzoeken van de foto’s. Daar zijn in de laatste dagen voor mijn deadline nog behoorlijk wat uren in gaan zitten.
Daarna heb ik alle teksten en foto’s ingeleverd bij mijn uitgever die het weer doorzette naar de vormgever en redacteur. De redacteur ging als eerst aan de slag met het checken van al mijn teksten. Dat kreeg ik daarna weer terug zodat ik het ook nog eens door kon lezen en waar nodig aanpassen of aanvullen. Dat heb ik inmiddels dus ook gedaan en nu ligt mijn boek bij de vormgever. Ik kan niet wachten om het eerste resultaat te zien!
Overigens hebben we ook de titel iets veranderd. Niet te veel, alleen de volgorde van de woorden is iets anders. Dat vonden we nog beter en onderscheid zich iets meer van mijn eerste boek, we willen natuurlijk niet dat er verwarringen ontstaan in winkels. Dus de definitieve titel is ‘Het Laura’s Bakery Bakboek’, dat dekt de lading van het boek ook perfect.
En dat is hem dan alweer. Het boekproces tot nu toe! De komende tijd staat er ook nog genoeg op de planning hoor, de vormgeving uiteraard, de marketing rondom het boek waar ik al hele toffe plannen voor heb en nog veel meer puntjes die op de i gezet moeten worden. Dit vind ik zelf een hele leuke fase in het maken van een boek, alles begint nu vorm te krijgen. Al die losse teksten en foto’s worden samengevoegd tot een geheel en dat is heel gaaf om te zien.
Wanneer we weer wat verder zijn in dit proces schrijf ik natuurlijk weer een nieuwe update. Mocht je nog vragen hebben over dit proces dan hoor ik het ook graag, dan kan ik het meenemen in de volgende update.
Ik ben groot fan van citroenen om mee te bakken, maar de laatste tijd heb ik ook steeds vaker limoenen in de koelkast liggen. Hoogste tijd om daar eens mee aan de bak te gaan vond ik. Ik heb al eens eerder citroenkoekjes met glazuur gemaakt die in Het Basisbakboek staan. Die vielen hier ontzettend goed in de smaak, daarom besloot ik daar nu een variatie op te maken met limoenen. Deze limoenkoekjes met glazuur zijn wel iets anders dan de citroenkoekjes in mijn boek, maar zeker niet minder lekker. Probeer ze maar eens.
Zoete koekjes met een lekker fris zuurtje: limoenkoekjes met glazuur. Voor je het weet zijn ze op!
Porties: 24stuks
Ingrediënten
150gramongezouten roomboter
70gramwitte basterdsuiker
70grampoedersuiker
1ei
250grambloem
1tlbakpoeder
rasp van 2 limoenen
snuf zout
Glazuur en topping
160grampoedersuiker
2ellimoensap
2-3elwater
limoenrasp
Instructies
Klop boter met de basterdsuiker en poedersuiker tot een romig geheel. Voeg het ei toe en mix tot deze is opgenomen.
Voeg dan bloem, bakpoeder, limoenrasp en zout toe. Kneed tot een stevig koekdeeg. Verpak het in folie en laat minimaal een uur rusten.
Maak balletjes van het deeg en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat, druk ze met je hand een heel klein beetje platter.
Bak de koekjes in ongeveer 15 minuten op 190 graden.
Laat de koekjes een paar minuten op de bakplaat liggen voor je ze naar een rooster verplaatst om ze daar helemaal af te laten koelen.
Eenmaal afgekoeld kun je het glazuur voor de koekjes maken. In een kommetje doe je poedersuiker met het limoensap en 2 eetlepels water. Roer goed door. Eventueel kun je ook de derde eetlepel water toevoegen als je het glazuur nog te dik vindt.
Drizzle het glazuur over de koekjes heen, gevolgd door wat rasp van een limoen.
Al een paar jaar geleden maakte ik schuimbakjes die ik vulde met lemon curd, helemaal nieuw is dit idee dus niet. Ik heb er echter wel een twist aan gegeven en vond het resultaat zo leuk en lekker dat ik het graag met jullie wilde delen. De bakjes werden een stuk kleiner en ik voegde ook biscuitjes toe. Zo ontstonden deze lemon meringue pie bites. Deze hapjes hebben alles wat de lemon meringue pie ook heeft, alleen is de meringue gebakken bij deze kleine zomerse hapjes. Ze zijn perfect als petit fours op feestjes en je kunt ze lekker makkelijk uit de hand eten. Ik kan eigenlijk geen nadeel bedenken, alleen maar dat ze veel te snel op zullen zijn.
Klop de eiwitten met de suiker in een vetvrije kom tot stijve pieken. Voeg dan de poedersuiker toe, klop dit erdoor tot het is opgenomen. Je moet nog steeds pieken kunnen maken.
Neem een spuitzak met rond glad spuitmondje (opening van ongeveer 1 cm doorsnede) en vul deze met meringue. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Spuit eerst een klein cirkeltje van ongeveer 3,5-4 cm, op de buitenste rand spuit je nog 2 lagen meringue om zo een bakje te vormen. Maak op deze manier alle schuimbakjes tot de meringue op is.
Bak de schuimpjes in 1,5 uur op 100 graden.
Ze zijn klaar wanneer ze makkelijk loslaten van het bakpapier.
Wanneer ze zijn afgekoeld kun je ze vullen met lemon curd, dit kan eventueel ook met een spuitzak. Breek of snijd een paar biscuitjes in stukjes en steek deze in de schuimbakjes met lemon curd.
In de zomer staat de oven bij mij maar weinig aan en ik denk dat ik daar niet de enige mee ben. De afgelopen dagen was het gewoon echt te warm, maar zomers ben je nu eenmaal ook meer buiten en wil je andere dingen doen. Barbecuen bijvoorbeeld. Dus ik besloot om wat lekkers voor bij de barbecue te maken. De gewone kruidenboter kennen we nu allemaal wel, dus ik gaf er een twist aan en maakte kruidenboter met zongedroogde tomaat. Daar fleur je die stukjes stokbrood wel mee op terwijl je wacht tot er een heerlijk stukje vlees van de barbecue komt.
BAKTIP: Op zoek naar nog meer inspiratie? In Het Borrelhapjes Bakboek staan nog veel en veel meer sauzen, dips en spreads.
Deze kruidenboter met zongedroogde tomaat is een heerlijk smeerseltje voor op een stokbroodje, zeker tijdens het barbecuen deze zomer.
Porties: 1portie
Ingrediënten
150gramzachte ongezouten roomboter
4zongedroogde tomaten(op olie)
2teentjes knoflook
1-2elcitroensap
Italiaanse kruiden
peper en zout
Instructies
Doe de zachte boter in een kommetje en roer even door. Snijd de zongedroogde tomaten in kleine stukjes en pers de teentjes knoflook uit. Voeg dit toe aan de boter en roer er doorheen.
Voeg citroensap, Italiaanse kruiden, peper en zout naar smaak toe. Proef tussendoor even en ga zo door tot de smaak helemaal naar wens is.
Zet de kruidenboter in de koelkast tot je hem nodig hebt. Haal hem er een kwartiertje van tevoren uit.
In de proefvideo zag je hem al voorbij komen: de lolly cake! Deze lekkernij is in Nieuw-Zeeland heel populair en doet mij een beetje denken aan een chocoladesalami. Qua bereiding dan, want hier komt geen chocola aan te pas en er zitten snoepjes doorheen. En dat verklaart ook gelijk de naam, want in Nieuw-Zeeland zijn lolly’s namelijk snoepjes. Daar valt van alles onder zoals je in de video al hebt kunnen zien. De snoepjes die ik gebruikte heten Eskimo’s en doen mij heel erg denken aan de stevige schuimpjes die hier met Pasen, Sinterklaas en Kerst in de winkels liggen. Dus je zult waarschijnlijk nog even moeten wachten tot je zelf met dit recept aan de slag kunt gaan (tenzij ik het snoepschap niet goed ken en dit soort snoepjes het hele jaar door te verkrijgen zijn).
Het is een typisch Nieuw-Zeelands recept en hoewel we het hier ook prima kunnen maken, zal het wel een beetje afwijken. De koekjes die ik gebruikte zijn een beetje rood-bruin van kleur en die kennen we hier helaas niet. Jouw lolly cake zal dus iets lichter zijn van kleur.
Deze Nieuw-Zeelandse Lolly cake is zeker het proberen waard. Je hebt geen oven voor nodig om deze cake op tafel te toveren.
Porties: 20plakjes
Ingrediënten
100gramongezouten roomboter(gesmolten)
250grambiscuitjes
200gramgecondenseerde melk
180gramschuimpjes(de stevige schuimpjes dus, niet die op basis van eiwitten en suiker)
geraspte kokos
Instructies
Smelt de boter en laat deze een beetje afkoelen. Vervolgens stamp je de koekjes fijn tot kleine stukjes/kruimels. Snijd ook de schuimpjes in stukjes.
In een kom doe je boter, biscuitjes, gecondenseerde melk en de schuimpjes bij elkaar. Roer goed door elkaar. Stort het mengsel op een stuk keukenfolie en vorm tot een rol. Wikkel de folie er omheen en rol nog even over het werkblad zodat hij goed stevig is.
Haal het folie er dan weer vanaf en rol de lolly cake door geraspte kokos, het werkt het makkelijkst om de kokos op een snijplank te strooien. Verpak de rol dan weer in folie.
Leg de rol minimaal 2 uur in de koelkast. Je kunt het proces versnellen door hem een kwartiertje in de vriezer te leggen.
Nadat de rol gekoeld is kun je hem in plakjes snijden en serveren.
In vergelijking met de voorgaande weken waren de afgelopen twee heel rustig. En weet je, daar heb ik van genoten. Al moet ik toegeven dat vaak vrij snel het ook alweer begint te kriebelen om van alles en nog wat te doen. De afgelopen twee weken nam ik een toffe proefvideo op, ging ik klussen bij mijn zusje, ging ik naar het zuiden van het land op kraamvisite, keek veel Netflix en nog veel meer. Lees je mee?
We beginnen met het eerste weekend van juni. Nadat ik ’s ochtends de laatste dingen voor mijn boek had gedaan stapte ik op de fiets naar het huis van mijn zusje en haar vriend. Een paar dagen eerder kregen ze de sleutel en nu kon er geklust worden. Dus daar heb ik een dag mee geholpen. Vrijwel de hele dag stond ik in een heel charmant pak de tegels van de muren in de badkamer te slopen.
Zondag ging ik al vrij vroeg op pad naar het mooie Limburg, op kraambezoek bij Lian. Eindelijk kon ik haar lieve kleine Zoë in het echt zien. Wat een schatje is het zeg!
Maandag was het Pinksteren. Ik deed wel een paar werkdingetjes, want de werkzaamheden voor het blog liepen behoorlijk achter. Verder maakte ik er een heerlijk lui dagje van. Ik begon aan House of cards wat ik binnen een week allemaal heb gekeken. Moet eerlijk zeggen dat ik dit seizoen een beetje vond tegenvallen. Pas de laatste 2-3 afleveringen kwam er pas wat actie in, de rest ging wat traag en was erg voorspelbaar.
Dinsdag stond ik even in de keuken voor een lekker hartig hapje en maakte ik een blogplanning voor deze maand. Verder gebeurden er weinig bijzondere dingen deze dag.
Woensdag daarentegen was een stuk specialer. Ik reisde naar Rotterdam voor een lunch bij Unilever. Dit was onderdeel van een kick off van een Becel campagne die binnenkort van start gaat. Daarover zal ik je binnenkort dus nog meer vertellen. Maar kijk nou eens hoe tof de locatie was aangekleed. Het was net of we in een veld vol bloemen plaats namen.
Donderdag was een computerdagje. ’s Middags ging ik even een stukje lopen, bestemming was het huis van mijn ouders. Zij zijn op vakantie en omdat mijn zusje druk is met haar eigen huis ben ik verantwoordelijk voor de plantjes. Dus ik heb de tuin even lekker water gegeven voordat ik weer naar mijn eigen huisje wandelde.
Vrijdag haalde ik een zalige watermeloen, mijn favoriete zomerfruit! Ik snijd ze altijd in blokjes die ik in een grote bak in de koelkast zet zodat ik steeds lekker koude watermeloen kan snacken. ’s Avonds bleven mijn zusje en haar vriend eten en daarna ging ik ze helpen met klussen.
Het weekend had ik gereserveerd om heerlijk te luieren, even helemaal niks moeten. Zaterdag bracht ik het grootste deel van de dag Netflix kijkend door op de bank, maar ik maakte ook nog wat lekkere hapjes. Zondag ging ik weer naar mijn ouders om de tuin water te geven, maar ook om lekker in hun tuin te zitten. Ik heb zelf geen buiten helaas en dat mis ik zeker met dat mooie weer echt gigantisch. Dus daarom maakte ik fijn gebruik van hun tuin.
Maandag kwam Mariette langs. We kletsten gezellig bij en namen een nieuwe proefvideo op met lekker uit Nieuw-Zeeland. Je kunt hem al bekijken, want hij kwam afgelopen weekend online.
Dinsdag en woensdag bracht ik voornamelijk achter de computer door om aan artikelen te werken. Ook ontving ik leuke foodpost van onder andere Oreo, ze hebben nu ook superdunne koekjes en die zijn heerlijk! Op Instagram laat ik in mijn stories trouwens vaak zien welke foodpost ik krijg, zo ben je helemaal op de hoogte van nieuwe (zoete) producten. Zo vertelde ik op woensdag namelijk over de nieuwe chocoladerepen van Verkade.
Donderdag was ik druk bezig met het editen van de proefvideo. Ik word hier steeds wat beter in, hopelijk gaat het binnenkort ook wat sneller. Ben toch altijd best wel een tijdje bezig met het editen hiervan. Maar, dan ben ik ook wel heel blij met het resultaat. Ik ging ook nog even lunchen met mijn zusje en gaf de tuin van mijn ouders water.
Vrijdag was een boekdag! Ik had alle teksten van de redacteur teruggekregen en nu was het mijn beurt om alles nog eens goed na te kijken. Ik controleer de recepturen dan nogmaals en kijk ook of het met de gemaakte wijzigingen nog steeds klopt.
En dan zitten de afgelopen twee weken er alweer op. Komende tijd ben ik voornamelijk veel thuis aan het werk. Half juli ga ik op vakantie en ik wil vast goed vooruit werken. Door alle drukte rondom het boek heb ik nu maar weinig vooruit geschreven en gebakken, dus daar ga ik verandering in aanbrengen. Benieuwd wat ik allemaal ga maken de komende tijd? Volg mij dan op Instagram!
Het maken van proefvideo’s vind ik ontzettend leuk om te doen. Een vriendin op wereldreis komt dan ook wel heel goed uit bij het willen proeven van al dit lekkers over de grens. De vriendin in kwestie heeft bijna een jaar in Nieuw-Zeeland gewoond en ik vroeg haar wat er daar op zoet gebied allemaal voor lekkers is. Dat klonk zo heerlijk, dat ik haar vroeg om het een en ander op te sturen. En zo geschiedde, Nina stuurde een doos vol met Nieuw-Zeelands snoep op. Samen met Mariette proefde ik alles en we laten in de video ook gelijk weten wat we ervan vinden. Ik kan alvast verklappen dat er één ding tussen zat dat we écht niet lekker vonden.
Kun je de video niet zien? Bekijk hem dan hier! Als je geen video’s wilt missen, abonneer je dan op mijn YouTube kanaal. Hier komen ook video’s met baktips online die niet op Laura’s Bakery verschijnen.
Ben jij bekend met snoep uit Nieuw-Zeeland? We zijn benieuwd wat jij ervan vindt!
Ook als jij nog een ander land of thema weet voor een nieuwe proefvideo horen we het graag 😀
Kleine bladerdeeghapjes doen het hier altijd goed op verjaardagen en feestjes. Ikzelf mag graag een bakvorm voor mini muffins gebruiken om zo kleine gevulde hapjes te maken. Ze zijn makkelijk om te maken en erg leuk om te serveren. Mocht je de vorm niet in je bezit hebben kun je ook gevulde flapjes op de bakplaat maken natuurlijk. Dat werkt ook prima voor deze spinazie-ricotta hapjes. De combinatie van spinazie en ricotta is je waarschijnlijk niet helemaal onbekend. Het is een populaire smaakcombinatie die vooral veel bij pasta’s wordt gebruikt, maar dit recept laat zien dat het ook in kleine hartige hapjes niet misstaat.
Bladerdeeghapjes doen het altijd goed op feestjes. Deze spinazie-ricotta hapjes zullen waarschijnlijk ook binnen no time opgepeuzeld zijn!
Porties: 32stuks
Ingrediënten
8plakjes bladerdeeg
200gramdiepvries spinazie(ontdooid)
150gramricotta
1ei(m)
75gramgeraspte kaas
zout en peper
extra ei voor bestrijken
Instructies
Haal de plakjes bladerdeeg uit de vriezer en laat deze ontdooien. Doe hetzelfde met de spinazie, eventueel kun je dit proces versnellen door het in een pannetje op een heel laag vuur te zetten. Eenmaal ontdooid doe je de spinazie in een zeef en druk je al het vocht eruit.
In een kom klop je de ricotta met het ei los. Voeg de geraspte kaas en spinazie toe en roer dit er doorheen. Breng het mengsel op smaak met peper en zout. Proef van tevoren even of je tevreden bent over de smaak.
Snijd alle plakjes bladerdeeg horizontaal en verticaal door zodat je vier kleine vierkantjes krijgt uit elk plakje. Bekleed de holtes van een mini muffin vorm met de plakjes bladerdeeg. Je kunt eventueel eerst een strookje bakpapier in de vorm plaatsen zodat je ze er uiteindelijk makkelijker uit krijgt.
Prik een paar gaatjes op de bodem en vul de holtes dan met het mengsel. Gebruik ongeveer een volle theelepel per hapje. Trek de puntjes van het bladerdeeg iets uit en vouw ze over de vulling heen, knijp de puntjes in het midden samen. Smeer het bladerdeeg in met een geklopt eitje.
Bak de hapjes in ongeveer 15 minuten op 225°C (boven- en onderwarmte).
Het heeft even geduurd voor ik doorhad hoe ik een goede chocolade fondue op tafel moest zetten. Inmiddels heb ik zoveel getest dat ik jullie het perfecte basisrecept voor een chocolade fondue kan presenteren en daarnaast lekkere tips voor fruit en andere lekkernijen om erin te dippen.
Welke chocolade voor chocolade fondue?
Bij het maken van chocolade fondue gaat het om de juiste consistentie van de chocolade. Ik gebruik ‘gewone’ chocolade (Callebautis mijn favoriete chocolademerk) in combinatie met ongeklopte slagroom om deze consistentie te bereiken. Met als resultaat een makkelijk recept die goed te gebruiken is voor stenen fondue sets.
Als je een chocoladefontein wil gebruiken, dan zou ik niet onderstaand recept gebruiken maar kiezen voor de specifieke fontein chocolade van Callebaut. Aan deze chocolade is extra cacaoboter toegevoegd waardoor de chocolade na het smelten extra mooi vloeibaar is.
Je kunt natuurlijk ook zelf extra cacaoboter toevoegen aan de chocolade die je voor de fontein wil gebruiken. Voeg dan 10% cacaoboter van de totale hoeveelheid chocolade toe.
Zelf chocolade fondue maken
Ik heb redelijk wat blunders begaan tijdens mijn zoektocht voor het beste chocolade fondue recept. Zo gebruikte ik een keer een plastic kom om de chocolade au bain marie te smelten die vervolgens een soort van vacuüm zoog en vervormde. Ik vergat ook een keer te roeren in een stenen fondue set, waardoor de hele bodem volledig aangekoekt en aangebrand was en we de helft van de fondue konden weggooien.
En dan als laatst: nadat ik die stenen fondue set na lang weken en schrobben weer schoon had gekregen, heb ik het voor elkaar gekregen om het te laten breken tijdens de chocolade fondue, waarschijnlijk door de hitte. Zo af en toe kan ik dus een flinke kluns zijn in de keuken. Maar daardoor kan ik jullie behoeden van al deze beginnersfouten. 😉
HET FEESTDAGEN BAKBOEK
Ben jij net als ik dol op de feestdagen en dan eigenlijk vooral op het maken van leuke baksels daar omheen? Dan is Het Feestdagen Bakboek echt wat voor jou. Met dit boek bak je het hele jaar door voor de feestdagen en zelfs buiten de feestdagen om kun je dit boek er perfect bij pakken. Van koekjes en brownies tot desserts en prachtige taarten, voor ieder moment vind je een geschikt recept.
Veel mensen denken dat je een echte fondue set nodig hebt als je aan de slag wil met chocolade fondue, maar dat hoeft echt niet per se. Persoonlijk gebruik ik regelmatig een mooi kommetje en giet het chocolademengsel daarin (zie de foto boven het recept). Als je te lang wacht dan gaat het mengel wel indikken en uiteindelijk stollen, maar in mijn ervaring is de chocolade fondue vrij snel op. 😉
Werk je wel liever met een fondue set zodat je de chocolade kunt blijven verwarmen? Dan zijn dit je opties:
Denk bij het gebruik van een verwarmde fondue set goed aan het regelmatig roeren van je vloeibare chocolade en neem de bodem hierbij ook goed mee.
Wat kun je dippen in een chocolade fondue?
Eigenlijk kun je alles wat los en vast zit in de chocolade dippen, als jij het maar lekker vindt in combinatie met chocolade. Favorieten hier zijn fruit, maar ook cakejes staan eigenlijk altijd wel op tafel. Ik zal hieronder op een rijtje zetten wat ik allemaal al eens heb gebruikt, maar weet dat er dus nog veel meer mogelijk is!
Fruit
aardbeien
ander rood fruit: frambozen, bramen, blauwe bessen, kersen etc.
Wat ik nog nooit heb gedaan, maar wat me wel heel tof lijkt om erin te dippen: truffels! Hier vind je een overzicht met mogelijke opties.
Ook erg leuk: een paar extra toppings op tafel zetten waarmee je hetgeen dat je zojuist in de chocolade hebt gedipt kunt versieren. Denk bijvoorbeeld aan gehakte nootjes, kokosschaafsel of sprinkles. Dat kan niet anders dan een hele gezellige chocolade fondue worden!
Na veel testen en experimenteren kan ik jullie het perfecte recept voor chocolade fondue presenteren dat niet kan mislukken.
Porties: 4personen
Ingrediënten
400gramchocoladesmaak naar keuze
scheut slagroom
Eventueel:
scheut likeurkoffielikeur of amaretto
Instructies
Smelt de chocolade au bain marie. Als de chocolade gesmolten is, voeg je een scheutje slagroom toe. Roer goed door tot dit is opgenomen.
Voeg eventueel meer slagroom toe als je het mengsel wat te dik vindt. Ik voeg zelf de room per 2-3 eetlepels tegelijk toe en ga door tot ik tevreden ben.*
Als je alleen met volwassenen gaat fonduen, kun je ook nog een scheutje likeur door de chocolade roeren.
Chocolade fondue serveren
Je kunt deze chocolade fondue serveren in een stenen fondue set die verwarmd wordt, maar vergeet dan niet om regelmatig te roeren.
Je kunt het chocolademengsel ook overgieten in een mooi schaaltje, zoals ik heb gedaan. Als je direct aan tafel gaat en de chocolade af en toe even doorroert, stolt het echt niet ontzettend snel.
Cantuccini zijn Italiaanse amandelkoekjes die twee keer worden gebakken. Eerst als een rol deeg die in plakjes wordt gesneden en daarna gaan ze nogmaals de oven in. Dat maakt ze ontzettend lekker en met dit recept maak je ze gemakkelijk zelf!
Italiaanse cantuccini koekjes
De allereerste keer dat ik cantuccini at had ik geen idee wat ik kon verwachten. Ik nam enthousiast een hap, maar brak mijn tanden bijna op het keiharde koekje. Oef, die had ik niet zien aankomen. Dit Italiaanse koekje was verre van bros kan ik je vertellen.
De reden dat cantuccini koekjes zo hard zijn, is omdat ze twee keer gebakken worden. Eerst als een rol deeg, daarna snijd je die in plakjes en bak je de losse koekjes nogmaals. Deze bakmethode is nu net zo speciaal aan dit typisch Italiaans koekje.
Niet gek dan ook dat de Italianen ze zelf meestal in een likeur of in hun kopje koffie dopen voor ze het eten. Ikzelf knabbel ze gewoon zo op, zonder likeur of koffie, maar ik kijk wel uit voordat ik een hap neem. 😉
BAKTIP: Het is belangrijk om het voorgebakken deeg met een goed scherp mes in plakjes te snijden. Laat het deeg eventueel 5 minuten staan als het nog te zacht is, maar wacht zeker niet te lang.
Wat is het verschil tussen cantuccini, cantucci, biscotti?
Wij kennen deze Italiaanse amandelkoekjes het beste bij de naam cantuccini, maar ze worden in Italië nog regelmatig biscotti of cantucci genoemd. Het verschil tussen cantucci en cantuccini heeft vooral te maken met de grootte, de kleinere koekjes zijn de cantuccini en de grotere cantucci.
Biscotti is simpelweg een ander woord voor dezelfde koekjes. De oorspronkelijke naam is Biscotti di Prato, omdat een patissier genaamd Prato in de 16e eeuw dit amandelkoekjesrecept heeft herontdekt. Biscotti is afgeleid van het Latijnse woord ‘biscotos’, wat twee keer gebakken betekent.
Later is de naam van de koekjes weer veranderd naar cantucci / cantuccini, afgeleid van het Latijnse woord ‘cantellus’, wat sneetje brood betekent.
Als je net als ik weg bent van amandelen, kijk dan ook eens tussen al mijn recepten met amandelen.
Meer Italiaanse recepten
Ik heb echt een zwak voor de Italiaanse keuken en volgens mij ben ik niet de enige. Ik heb bijna iedere dag wel zin om een Italiaans recept op tafel te zetten en dan heb ik het natuurlijk niet alleen over pizza. 😉
Deze Italiaanse recepten staan hoog in mijn favorietenlijstje:
Makkelijke recepten voor 50 heerlijke koekjes. Maak zelf klassiekers als stroopwafels en gevulde koeken. Of kies voor de mateloos populaire en ontzettend lekkere chocolate chip cookies. Naast 50 overheerlijke recepten leer je ook meer over het bakken van koekjes zelf. Van de werking van ingrediënten tot op maat gemaakte tips voor ieder recept.
Amandelen zijn een belangrijk onderdeel van deze Italiaanse koekjes. Ik gebruik altijd ongebrande amandelen en vaak met het velletje er nog aan. Maar je kunt ook blanke amandelen gebruiken, dat maakt niet zoveel uit.
Waar doop je cantuccini’s in?
Koffie of thee zijn natuurlijk voor de hand liggende kandidaten om de koekjes lekker in te dippen tot ze wat zachter zijn. Italianen (vooral in de Toscaanse regio) mogen ze ook graag in Vin Santo dippen als aflsuiter van de maaltijd. Vin Santo is een zoete dessertwijn.
Kan ik extra smaakmakers aan de koekjes toevoegen?
Zeker weten! Voeg bijvoorbeeld eens de rasp van een sinaasappel of van een citroen toe aan onderstaand recept, of voor een extra sterke amandelsmaak kun je een halve theelepel amandelextract toevoegen.
Dit typische Italiaanse amandelkoekje (ook wel biscotti genaamd) heeft een zeer knapperige structuur en is hartstikke lekker bij een kopje koffie of glaasje likeur.
Voeg in een kom zelfrijzend bakmeel, suiker en zout samen; roer door elkaar. Voeg ook de gehakte amandelen toe en meng deze door het bloemmengsel. Voeg de eieren en vanille extract toe en kneed (ik deed dit met de hand, maar het kan ook met de deeghaken van de mixer) tot een stevig deeg. Het mag best nog wat plakkerig zijn.
Maak een rol van het deeg die zo’n 5-6 centimeter is in doorsnede, verdeel deze in 2 stukken. Meer kan ook als dat beter op je bakplaat past. Leg de rollen deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en druk ze een klein beetje platter.
Bak de rollen deeg in 20-25 minuten op 160 °C (boven- en onderwarmte), ze moeten een klein beetje beginnen te kleuren aan de randen.
Haal de plaat uit de oven en snijd de staven deeg met een goed scherp mes in plakjes. Laat eventueel 5 minuten staan als je het deeg lastig te snijden vindt omdat het nog zacht is. Wacht zeker niet te lang, anders lukt het niet meer om ze te snijden.
Leg de plakjes nu weer op de met bakpapier beklede bakplaat. Bak de koekjes in 15 minuten op 140 °C (boven- en onderwarmte).