Voordat mijn vakantie begon bakte ik de overheerlijke Bros cheesecake, wat waren jullie enthousiast! Zo ontzettend tof om te zien hoeveel mensen de taart al hebben gemaakt. Je kon je toen ook inschrijven als insider waar massaal gehoor aan werd gegeven. Inmiddels hebben alle insiders een box ontvangen en konden ze gaan bakken met Nestlé chocolade. De lekkerste creaties zijn ontwikkeld, van prachtige taarten tot truffels. Ik heb weer een flinke dosis inspiratie opgedaan kan ik je vertellen. Om jullie ook wat inspiratie te geven deel ik 10 insider creaties met jullie.
Bros bonbons
Hanne van het blog Miss Havermout bedacht de BROS bonbons op bovenstaande foto. Als basis heeft ze een Nestlé BROS BUBBEL genomen welke omhuld is met een cakelaagje van eierkoeken, gesmolten witte chocolade en gecrunchte KITKAT. Ik zet er het liefst nu nog mijn tanden in.
Chocoladebom
Is deze taart van Bakkriebels geen plaatje? Hij bestaat uit een biscuit dat onder andere gevuld is met BROS mousse, BROS saus en BROS fudge. Je ziet het, multifunctioneel die Nestlé BROS!
Frambozen kwarktaart
Deze prachtige kwarktaart van Gerdien vind ik er zó mooi uitzien. De bodem is gemaakt van KITKAT, er zitten BROS BUBBELS door de frambozenkwark en bovenop zie je stukken CRUNCH.
Choco tulband
Men (of eigenlijk Marleen, zij maakte deze taart) neme een chocolade tulband, vult deze met karamelbotercrème en LION en topt hem af met nog meer karamel en ROLO. Meer dan geslaagd dit Nestlé chocolade baksels als je het mij vraagt.
KITKAT cheesecake
De Nestlé KITKAT als bodem van baksels heb ik veel voorbij zien komen, een erg goed idee als je het mij vraagt. Lieke topte deze bodem af met een cheesecakemengsel dat is gemaakt met de witte CRUNCH reep.
SMARTIES regenboog
Kitty besloot met de kleurrijke Nestlé SMARTIES aan de slag te gaan. Aan de buitenkant ziet dat er al leuk uit, maar wanneer je de taart aansnijdt is dat helemaal fantastisch. Helemaal gelijk in kleuren aan de buitenkant!
Choco pavlova
Deze pavlova’s met Nestlé chocolade zijn een creatie van Ingeborg Simone. Door allerlei soorten chocola door de meringues te spatelen kun je oneindig veel variaties maken.
dubbele taart
Kun je niet kiezen? Daar bedacht Dien deze dubbele taart voor. De onderkant is een taart met ROLO en CARAMAC. Bovenop staat een Nestlé AFTER EIGHT exemplaar. Wil je niet kiezen? Dan neem je gewoon van beide een puntje.
Fudge
Fudge is altijd goed. Lianne maakte deze variant met Nestlé CRUNCH en BROS voor een goed gevuld en crunchy resultaat.
Choco spektakel
Ziet deze taart er niet spectaculair uit? Jose maakte deze taart en verwerkte er heel veel soorten Nestlé Chocolade in door de choco stukken bovenop hiermee te versieren.
Begrijpen jullie dat het echt heel erg lastig was om mijn favorieten uit te kiezen? Stel je maar eens voor dat ik uit 100 van dit soort baksels moest kiezen, niet te doen natuurlijk. Wat is jouw favoriete baksel uit dit overzicht?
De winnaar
In het artikel waar je je kon opgeven als insider vertelde ik ook dat je een keukenmachine kon winnen. Nestlé heeft uit alle inzendingen Annemieke Kroeze-Riksten uitgekozen! Zij zat in de groep insiders van 2WMN en maakte een romige chocoladetaart met KITKAT en ROLO!
Dit artikel is een samenwerking met NESTLÉ, lees mijn disclaimer voor meer informatie.
Normaal gesproken denk ik niet echt na over hoe ik mijn plaattaart beleg. Ik verdeel de toppings gewoon een beetje gelijkmatig over de bodem. Bij deze plaattaart met courgette en geitenkaas dacht ik er echter wel over na. Ik sneed de groentes in mooie plakjes die ik -in banen- dakpansgewijs op de bodem van bladerdeeg legde. Nog steeds niet moeilijk, maar zo ziet het er wel net even wat leuker uit.
Zoals je ziet speelt courgette de hoofdrol bij deze plaattaart, afgewisseld met tomaat, rode ui en gegrilde paprika. Als topping koos ik voor geraspte kaas en geitenkaas, die laatste geeft het geheel net even wat meer pit. Maar mocht je er niet van houden kun je die natuurlijk ook gewoon achterwege laten.
BAKTIP: Als je het lastig vindt om de courgette met een mes in dunne plakjes te snijden, kun je ook gebruik maken van een mandoline.
Het Borrelhapjes Bakboek
Met ruim 150 recepten organiseer jij voortaan borrels waar iedereen op afkomt. De recepten zijn opgedeeld in verschillende hoofdstukken zodat je makkelijk kunt kiezen tussen borrelhapjes die je met of zonder oven maakt. De sauzen, spreads en dips zijn natuurlijk ook van de partij in hun eigen hoofdstuk.
Courgette is één van m’n favoriete groenten als het aankomt op koken. Ik heb ze ook al eens zelf in mijn achtertuin gezaaid, met als gevolg een reusachtige plant die me ontzettend veel courgettes heeft opgeleverd. Courgette is een veelzijdige groente die perfect past in zowel hartige als zoete gerechten: je kunt er alle kanten mee op.
Zeker in het courgetteseizoen is het fijn om volop inspiratie te hebben voor recepten waarin deze groente de hoofdrol speelt. Een aantal van mijn favoriete recepten zijn:
Deze plaattaart met courgette en geitenkaas en helemaal niet moeilijk om te maken en heel erg lekker. Hij ziet er ook nog eens hartstikke vrolijk uit, vind je niet?
Rol het bladerdeeg uit en vouw de randjes een centimeter om naar binnen. Roer de crème fraîche en pesto door elkaar en smeer dit op de bodem van de plaattaart.
Snijd de courgette en tomaat in plakjes, de ui in halve ringen en de gegrilde paprika in repen. Nu kun je de plaattaart beleggen, wissel de banen courgette steeds af met de andere groenten.
Wanneer de bodem is belegd verdeel je de geraspte kaas, geitenkaas en zout en peper over de taart.
Bak de plaattaart in 25-30 minuten op 200 °C (boven- en onderwarmte).
Serveer gelijk, eventueel met een salade erbij.
Toen één van mijn favoriete bakmerken mij vroeg een lekker recept te ontwikkelen, hoefde ik daar niet lang over na te denken. Ik wist vrijwel gelijk wat ik wilde maken. Het werd no-bake appel-kaneel cheesecake in glaasjes met de Philadelphia roomkaas. Ik ben lang niet met alle producten heel erg merktrouw en mag graag variëren en kennis maken met nieuwe merken. Zo deed ik dat een paar jaar terug ook met verschillende roomkazen, maar tegenwoordig gebruik ik alleen nog Philadelphia roomkaas in mijn recepten. Waarom? Heel simpel: ik krijg hier de beste resultaten mee omdat de roomkaas goed stevig is. Je taart stijft dus ook daadwerkelijk op en zakt niet in elkaar als je hem aansnijdt. Ja, dat heb ik weleens gehad en dan baal je behoorlijk kan ik vertellen. Je wilt je gasten immers een mooie punt taart kunnen voorschotelen en geen hoopje ellende. Hoe lekker het resultaat dan ook is.
Het recept dat ik voor Philadelphia bedacht is overigens geen grote taart en heeft geen inzak gevaar. Al wil je nog steeds een stevige cheesecake hebben natuurlijk. Ik maakte kleine appel-kaneel cheesecakes in glaasjes. Dat is echt ontzettend eenvoudig om te maken en kan ook al heel erg goed voorbereid worden. Bij het testen van het recept heb ik denk ik een kleine 20 minuten in de keuken gestaan, waarvan ik het grootste gedeelte aan het dubben was over de precieze uitwerking. Na een geslaagde testronde kreeg ik hulp van Rutger van Rutgerbakt.nl. Met een camera voor onze snufferd laten we jullie in onderstaande video hoe simpel (en lekker!) deze kleine cheesecakes te maken zijn.
Kun je de video niet zien, klik dan hier. Nooit meer een video missen? Abonneer je dan op mijn YouTube kanaal.
Deze no bake Philadelphia appel-kaneel cheesecake in glaasjes zal het altijd goed doen na een etentjes met vrienden of familie. Snel gemaakt en hartstikke lekker.
Verkruimel de koekjes en verdeel deze over de bodem van de glaasjes. In een kom meng je de Philadelphia roomkaas met de suiker, vanille extract en kaneel. Roer met een spatel door elkaar.
In een andere kom klop je de slagroom met de eetlepel suiker stijf. Voeg dit toe aan het roomkaas mengsel en spatel er voorzichtig doorheen.
Verdeel dit cheesecake mengsel over de glaasjes en zet deze dan afgedekt in de koelkast. Laat ze minimaal 2 uur opstijven, maar je kunt ze ook prima een dag van tevoren maken.
Vlak voor je de mini Philadelphia cheesecakes wilt serveren bereid je de topping voor. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd hem in kleine blokjes. Doe de blokjes appel met het klontje boter en de kaneel in een pannetje. Op een laag vuur laat je de appeltjes in een paar minuten een beetje karamelliseren tot ze wat zachter zijn.
Laat het mengsel iets afkoelen voordat je het op de appel-kaneel cheesecakes schept. Serveer gelijk.
Heb jij ook een lekker Philadelphia cheesecake recept gemaakt, dan vinden we dat leuk om te zien! Deel jouw resultaten met #MijnPhiladelphiaCheesecake op social media.
Dit is een samenwerking met Philadelphia, lees mijn disclaimer voor meer informatie.
Hoewel ik niet echt een grote aardappeleter ben, vind ik ze wel heel erg lekker. De laatste tijd eet ik ze ook weer iets meer nu ik er zo over nadenk. Alleen probeer ik ze wel op zoveel mogelijk verschillende manieren te bereiden. De aardappelgratin is hier een goed voorbeeld van. Dit keer maakte ik er wedges van, je kent de partjes aardappel waar de schil nog aan zit vast wel. Heerlijk vind ik dat. Ik maakte aardappel wedges met Parmezaanse kaas, zo worden ze nog lekkerder. Samen met een lekkere dip kun je ze heel goed bij een borrel op tafel zetten of gewoon serveren als bijgerecht.
1tlknoflookpoeder(een vers teentje toevoegen kan ook)
1tlpaprikapoeder
zout en peper
40gramParmezaanse kaas(geraspt)
Instructies
Was de aardappels, dep ze droog en snijd ze in partjes. In een grote kom doe je de olijfolie, knoflookpoeder, paprikapoeder, zout en peper. Meng dit door elkaar.
Voeg de wedges toe aan het mengsel en schep ze om zodat ze rondom bedekt zijn met het oliemengsel. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrooi ze rijkelijk met geraspte Parmezaanse kaas.
Bak de wedges in 35-40 minuten op 200 °C (boven- en onderwarmte).
Serveer ze gelijk terwijl ze nog warm zijn, al zijn ze koud ook erg lekker. Je kunt ze eventueel ook van tevoren maken en nog even opwarmen in de oven.
Ik maakte er een frisse yoghurt dip met citroen en dille bij, maar kies gerust voor een andere dip als je dat lekkerder vindt.
Ik ben peren en de veelzijdigheid ervan gaan waarderen in de loop der tijd. Niet dat ik ze nooit gelust heb, ik greep gewoon altijd liever naar een appel of ander stuk fruit. Om gewoon zo los te eten doe ik dat nog steeds trouwens, maar als het op bakken aankomt mag ik ook graag peren gebruiken. In de kruidige perencake bijvoorbeeld, maar ook in de chocolade-perencake. Dit keer zitten de peren niet in een cake, maar vormen ze de hoofdrol in een heerlijk dessert: gebakken peer met notenvulling en ijs. Dat is kinderlijk eenvoudig te maken, maar dat hoeven je gasten niet te weten natuurlijk. Die zullen smullen van deze warme peer met vulling en een bolletje koud ijs. Ik heb er in ieder geval van genoten. Als lunch dan, want het is nog te vroeg donker om je dessert ’s avonds op de foto te zetten 😉 .
BAKTIP: Je kan de peren het eenvoudigst uithollen met een meloenbolletjeslepel. Als je deze niet in huis hebt, kan je ook een van de lepeltjes van je maatlepeltjes gebruiken.
80gramongezouten noten naar keuze(ik gebruikte een zakje gemengde noten)
4bolletjes ijs(smaak naar keuze)
Instructies
Halveer de peren en snijd het kontje eraf, nu blijven ze goed liggen. Met een meloenbolletjeslepel (dat is een woord, ik heb het opgezocht) hol je het midden van de peer uit. Je kunt daar trouwens ook een andere lepel voor gebruiken, ik pakte zelf een lepel uit mijn setje spoons erbij.
Leg de peren op een met bakpapier beklede bakplaat en strooi er wat kaneel overheen. In een schaaltje meng je de honing en vanille met elkaar, drizzle hiervan ongeveer de helft over de peren heen.
Hak de noten in kleine stukjes en vul de holtes van de peer ermee, drizzle er nog een heel klein beetje van het honingmengsel overheen.
Bak de peren in 25 minuten op 190 °C.
Serveer de gebakken peren gelijk nu ze nog warm zijn. Leg ze op een bordje met een bolletje ijs en drizzle er tot slot het laatste beetje honing-vanille mengsel over.
Eet smakelijk!
Driemaal is scheepsrecht zullen we maar zeggen, de eerste twee pogingen tot een recept voor makkelijke karamel fudge verliepen namelijk niet helemaal zoals ik het in gedachten had. Poging één was meer een spread met suikerkorrels die niet goed waren opgelost. Bij de tweede poging ging het wel goed, maar vond ik het eindresultaat te veel smaken naar witte chocola. Dat was namelijk één van de ingrediënten. Ook niet de bedoeling, want dan kan ik net zo goed snelle chocolade fudge maken. Bij poging nummer drie besloot ik het dus helemaal anders aan te pakken. Ik nam mijn recept voor snelle karamel als basis en paste dit een beetje aan. Resultaat? Heerlijke makkelijke karamel fudge!
Het enige verschil met de klassieke fudge is dat deze variant op het eerste oog een iets andere structuur heeft. Bij het eten merk je dat eigenlijk alleen als je je tanden erin zet. Hij brokkelt iets sneller als je een hapje neemt, maar eenmaal in je mond is het een smeuïge en smaakvolle karamel fudge. Precies zoals fudge moet zijn.
Neem een grote (kook)pan waar je alle ingrediënten in doet. Op een laag vuur roer je tot de boter is gesmolten en de suiker is opgelost. Dan kun je het vuur iets hoger zetten, maar niet te veel.
Blijf constant roeren in de pan met een spatel en zorg dat je de bodem ook steeds meeneemt. Je wilt niet dat er stukjes gaan aanbranden. Als het mengsel eenmaal begint te borrelen blijf je nog zo’n 8-10 minuten doorroeren.
Haal dan de pan van het vuur en laat hem een paar minuten staan. Als je een gezouten karamel fudge wilt kun je nu een flinke snuf zeezout toevoegen.
Ondertussen bekleed je een ovenschaal met bakpapier, mijn vorm was ongeveer 15×20 centimeter.
Pak de pan met de fudge er weer bij (deze moet niet opnieuw verwarmd worden) en roer het mengsel door. Roer ongeveer 5 minuten. Je zult zien dat het steeds een beetje dikker wordt. Ik stopte met roeren op het moment dat ik met een spatel een streep trok over de bodem en de fudge nog maar heel langzaam terugliep.
Stort het mengsel dan in de vorm en verdeel met een spatel gelijkmatig over de bodem, druk het ook stevig aan. Kijk uit voor je handen, want het mengsel is gloeiend heet!
Laat de fudge nu op kamertemperatuur een paar uur staan tot hij volledig is afgekoeld. Snij dan met een scherp mes in kleine blokjes.
Niets zo lekker als zelfgebakken brood, zeker wanneer het nog een beetje warm is. Mijn vader mag graag zelf brood bakken en toen ik nog thuis woonde ontbeten we in het weekend vaak met zijn broden. Een hele fijne start van de dag kan ik je vertellen. De lekkerste zelfgebakken broden zijn natuurlijk goed gaar van binnen en hebben geen compact stuk in het midden dat net niet gaar is. Maar wanneer is brood gaar? Er zijn twee manieren waarop je kunt controleren of je brood gaar is. De een gaat meer op gevoel, de ander kun je nauwkeurig meten. Ikzelf ga altijd op mijn gevoel af met een handig trucje.
Hol brood?
Wanneer een brood uit de oven komt, draai ik het brood altijd om en klop ik op de onderkant van het brood. Gewoon zoals je ook op een deur zou kloppen. Wanneer het hol klinkt, kun je ervan uitgaan dat het brood gaar is.
Klinkt het niet helemaal hol? Dan schuif je het brood gewoon nog even terug de oven in.
Temperatuur meten
Vind jij het eenvoudige trucje maar lastig of vertrouw je er niet voldoende op? Dan kun je ook altijd een digitale thermometer controleren of het brood gaar is. Hiervoor kun je een oventhermometer gebruiken waarin een prikker zit die je in het brood kunt steken. Aan het einde van de baktijd steek je de thermometer in je brood, wanneer de temperatuur ongeveer 95 graden is, is je brood gaar.
Er zijn verschillende thermometers die je kunt gebruiken, maar de digitale keukenwekker van Ikea met oventhermometer is een niet al te duur exemplaar dat hier prima voor geschikt is.
Het recept voor het maïsbrood van de foto vind je hier.
Ganache maken is hartstikke makkelijk. In het kort is het een is een mix van chocolade en (slag)room. Ik leg je uit hoe je een mooie smeuïge witte chocolade ganache, melkchocolade ganache en pure chocolade ganache maakt.
Chocolade ganache
Surprise! Vandaag een recept waarvan je de foto misschien al kent uit Het Laura’s Bakery Basisbakboek. Normaal gesproken deel ik de recepten uit mijn boeken niet op het blog, maar deze deel ik als cadeautje tóch met jullie. Het gaat natuurlijk om zelf chocolade ganache maken!
In veel recepten op Laura’s Bakery heb ik deze ganache al verwerkt, maar het verdient ook z’n eigen basisrecept. Op de foto zie je trouwens een ganache van pure chocolade, maar ik vertel je ook hoe je een ganache van witte chocolade en melkchocolade kunt maken. Net zoals wat verschillende manieren waarop dit recept kunt verwerken. Tot truffels bijvoorbeeld, of opgeklopt als room. Genoeg mogelijkheden!
Ook nog een kleine anekdote over het fotograferen van dit recept. De chocoladespetters waren eigenlijk helemaal niet de bedoeling, maar de garde viel door het zware handvat per ongeluk uit de kom en dat vond ik eigenlijk best een fotogeniek beeld geven. Dat hij later in de keuken nog eens uit de kom viel en mijn hele keuken (inclusief witte muren) onder zat vond ik dan weer iets minder. 😉
Het Complete Basisbakboek
Deze bakbijbel met ruim 150 recepten wil iedere thuisbakker in huis hebben. Ga aan de slag met een van de 40 basisrecepten, elk met twee variaties. Het zijn zowel tijdloze klassiekers als veel spiksplinternieuwe recepten. Daarnaast bevat dit boek recepten voor vullingen en toppings, maar ook handige baktips en bewaaradviezen zoals je van mij gewend bent.
Waar moet ik beginnen? Ik heb al ongelofelijk veel recepten met ganache gemaakt en stuk voor stuk zo ontzettend lekker. Er zijn ook veel manieren waarop je chocolade ganache kunt verwerken. Bijvoorbeeld als topping op een taart, brownie of tartelette.
Het is ook mogelijk om de ganache op te kloppen en als een meer luchtige topping voor gebakjes te gebruiken (zoals ik in dit recept deed), of juist als smeuïge vulling voor een bonbon of truffel. Mmm!
Een paar voorbeelden waar ik dit recept al in heb verwerkt:
Bij ganache denken we vaak aan de bruine, chocolade variant. Maar ook de versie met witte chocolade is erg lekker en net zo makkelijk om te maken. Het leuke eraan is dat je deze ook een leuke kleur naar keuze kunt geven. Hiervoor heb je wel speciale chocolade voedselkleurstof nodig (zoals deze) of voedselkleurstof op basis van olie, zoals deze van Wilton. De kleurstof meng je met de vloeibare, gesmolten witte chocolade en verwerk je daarna verder in het recept.
Chocolade ganache voor dripcakes
Laagjestaarten waar de chocolade als topping vanaf ‘druipt’ zijn ontzettend mooi en worden ook wel dripcakes genoemd. De chocolade ganache die je voor een dripcake gebruikt heeft een andere verhouding dan ik in onderstaand recept heb opgenomen. Die verhouding vind je in het how to dripcake recept!
Waarom wordt mijn ganache niet hard?
Dit gebeurt pas tijdens het afkoelen. Is de ganache volledig afgekoeld, maar nog steeds niet zo stevig als je zou willen? Dan kun je een volgende keer beter meer chocolade toevoegen (of minder slagroom). Hoe meer chocolade je toevoegt, des te steviger het eindresultaat zal zijn.
Chocoladerepen met vulling gebruiken
Je kunt deze chocolade ganache in principe maken met al je favoriete chocoladerepen. Het is wel de vraag of de vullingen van deze repen heel lekker zijn om terug te proeven in het eindresultaat. Grove vullingen zou ik eerst fijner hakken met een mes.
Ook kun je een combinatie van verschillende soorten chocolade gebruiken. Bijvoorbeeld een ganache met 50% melkchocolade en 50% pure chocolade, hou er dan rekening mee dat je de slagroom ook naar deze verhoudingen omrekent.
Hoeveel chocolade ganache heb ik nodig?
De hoeveelheid chocolade ganache die je nodig hebt om over een taart te gieten, een tartelette mee te vullen of een brownie mee af te toppen is volledig afhankelijk van het formaat baksel en de gewenste dikte van de laag ganache. Je kunt hiervoor het beste een indicatie krijgen door te kijken bij de recepten die ik in het artikel hierboven heb getipt.
Ganache kun je verwerken in allerlei recepten en het is helemaal niet moeilijk om te maken. Ik leg je uit hoe je verschillende soorten chocolade ganache maakt!
Hak de chocolade in stukjes en doe in een hittebestendige kom.
Verhit een steelpan met de slagroom op middelhoog vuur. Zodra het aan de randen begint te borrelen giet je de slagroom bij de chocolade. Roer met een spatel door tot alle chocolade is gesmolten.
Je ganache is nu klaar om verwerkt te worden! Onderstaand omschrijf ik twee manieren om het te verwerken.
Over een taart gieten
Als je de ganache over een taart wilt gieten, voeg je een klein klontje boter toe. Dit zorgt ervoor dat de ganache mooi blijft glimmen wanneer hij gestold is.
Laat de ganache afkoelen tot kamertemperatuur voordat je het over de taart giet. Houd wel in de gaten dat het voldoende vloeibaar blijft.
Opkloppen tot een stevige vulling
Je kunt ganache ook opkloppen tot een stevige vulling. Zet de kom in de koelkast, maar controleer wel af en toe en roer de ganache door. Als je te lang wacht wordt het mengsel te hard.
Zodra het goed is afgekoeld, maar nog wel door te roeren is haal je de kom uit de koelkast. Met een mixer klop je de ganache op, het wordt een soort chocolade slagroom. Verwerk de crème gelijk, want het zal nu alleen nog maar steviger worden.
Wraps doen het bij ons in de familie op elk feestje goed. Echt hoor, zodra die schaal op tafel staat duurt het niet lang voordat er alleen nog maar prikkers op liggen. Meestal is het de klassieker die wordt geserveerd; met kruidenkaas, kipfilet en sla. Die blijft lekker, maar omdat we er allemaal zo dol op zijn probeer ik regelmatig nieuwe varianten uit. Deze met spinazie-roomkaas wraps zijn daar een geslaagd voorbeeld van. Voor de zongedroogde tomaatjes gebruikte ik overigens de variant uit de koeling. Die zijn sappiger en frisser dan de tomaatjes uit een potje die op olie staan. Die kun je ook gebruiken hoor, maar probeer dit recept zeker eens uit met de tomaatjes uit de koeling.
BAKTIP: Op zoek naar nog meer bakinspiratie voor op de borrelplank? InHet Borrelhapjes Bakboek vind je nog veel meer verassende recepten.
Gevulde opgerolde wraps doen het altijd goed op feestjes. Natuurlijk kun je voor de klassiekers gaan, maar deze spinazie-roomkaas wraps met zongedroogde tomaatjes is ook een aanrader.
Smeer de wraps in hun geheel in met een dun laagje roomkaas, verdeel hier blaadjes spinazie over. Ook deze kun je over de gehele wrap verdelen.
De zongedroogde tomaatjes leg je alleen in een rechte strook in het midden. Zo ben je ervan verzekerd dat je in elk hapje ook een stukje tomaat hebt zitten. Tot slot strooi je er nog wat peper en zout overheen.
Rol de wraps stevig op, steek er prikkers in en snijd de wrap in plakjes.
In mijn basisbakboek staat een recept voor cinnamon swirl koekjes. Die zijn niet alleen fantastisch lekker, maar ze zien er ook nog eens prachtig uit. Dat vinden velen van jullie, want het recept is al vaak gemaakt. Regelmatig zie ik foto’s voorbij komen van deze koekjes op Instagram. Omdat ik het idee van de swirl koekjes zelf ook zo leuk vind, besloot ik met een variant aan de slag te gaan: chocolade-pindakaas swirl koekjes. Jawel, met de heerlijke combinatie van chocolade en pindakaas. Ik nam een chocolade koekdeeg als basis en smeerde hier een laagje pindakaas op. Hoef je er alleen nog maar een rol van te maken en er plakjes van te snijden. Leuke (en lekkere!) koekjes hoeven echt niet zo moeilijk te zijn, dat zie je maar weer.
Deze chocolade-pindakaas swirl koekjes zien er hartstikke leuk uit en moeilijk om te maken zijn ze zeker niet. Probeer deze makkelijke koekjes zeker eens uit!
Begin met het maken van het deeg. Hiervoor doe je de boter, basterdsuiker en vanillesuiker in een kom, mix tot een romig mengsel. Voeg dan het eidooier toe en mix tot deze volledig is opgenomen.
Je kunt bloem, zout en cacaopoeder tegelijk toevoegen, kneed tot een mooi koekdeeg.
Verdeel het deeg in 2 delen, het is makkelijker om 2 rollen te maken dan 1 hele lange. Rol een deel deeg uit tot een plak van ongeveer 35×28 cm en een halve centimeter dik (snijd eventueel bij voor een rechte lap deeg). Doe dit op een stuk keukenfolie. Dat maakt het oprollen straks een stuk makkelijker. Je kunt het stuk deeg ook kleiner uitrollen, dan krijg je grotere koekjes. Ik vond het zelf wel leuk om wat kleinere koekjes te maken, het eindresultaat is met dit formaat ongeveer 5 cm in doorsnede.
Smeer de pindakaas gelijkmatig uit over het deeg, laat het randje van een van de lange zijdes vrij. Rol het deeg op vanaf de lange zijde die wel ingesmeerd is. Het beginnetje kun je voorzichtig met de hand oprollen, daarna gebruik je het folie. Je zult zien dat dat heel makkelijk gaat.
Wanneer het deeg helemaal is opgerold vouw je het folie er stevig omheen. Rol het deeg nog een paar keer heen en weer over je werkblad zodat de naden goed dicht zijn. Leg de rol deeg minimaal een uur in de koelkast. Doe hetzelfde met het tweede deel deeg.
Verwijder het folie en snij de rollen deeg in plakjes van ongeveer 1 cm dik. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bak de koekjes in 12-14 minuten op 180 °C (boven- en onderwarmte).
En nu kun je genieten! Zet een lekker kopje thee of koffie en ga er even lekker voor zitten.
Ik experimenteer graag met het maken van quiches. Sommige recepten ontstaan met restjes uit de koelkast (zoals deze quiche), terwijl ik een andere keer een gerecht in gedachten heb waar ik een quiche van wil maken. Eentje die al lange tijd op mijn lijstje stond was de pizza quiche. Ik zag het ooit op Pinterest voorbij komen en kon het idee niet loslaten. In mijn vakantie ging ik ermee aan de slag en zo stond ’s avonds de pizza salami quiche op tafel als onderdeel van een buffet. Een succes, want iedereen vond hem heerlijk en hij was echt zo op.
Maak het deeg volgens recept. Terwijl het in de koelkast ligt, kunt je de vulling alvast voorbereiden.
Snipper de ui en bak deze glazig in een pan met een klein scheutje olie. Voor de salami kun je plakjes gebruiken, maar ik koos voor een worst die ik zelf in blokjes sneed. Houd ongeveer een kwart van de worst apart, de rest snijd je in blokjes. Voeg deze toe aan de pan met ui. Je hoeft de salami niet knapperig te bakken, je wilt vooral dat het vet/vocht uit de salami zoveel mogelijk vrij komt.
Snij de paprika’s in blokjes en bak ook deze even kort mee in de pan. Laat het mengsel goed uitlekken en dep eventueel wat droger met een stukje keukenpapier.
In een kom meng je de eieren, crème fraîche, zout, peper en Italiaanse kruiden met elkaar.
Rol het deeg uit en bekleed de vorm ermee, prik ook wat gaatjes in het deeg. Om te voorkomen dat de bodem vochtig wordt/blijft, kun je wat paneermeel over de bodem strooien. Een dun laagje is genoeg.
Over de bodem verdeel je het mengsel van ui, salami en paprika. Strooi de geraspte kaas erover en verdeel ook de cherry tomaatjes over de bodem. Giet het eimengsel in de quiche. Snijd het stukje salami dat je apart hield in plakjes en verdeel deze gelijkmatig over de hartige taart.
Bak de quiche in 30-35 minuten op 200 °C (boven- en onderwarmte).
Eet smakelijk!
Ik bak graag met fruit, vooral met rode vruchten. Het liefst koop ik vers fruit om te verwerken in recepten, maar wanneer dat niet in het seizoen is kan het erg duur worden. En ook minder lekker trouwens. De waterige aardbeien met een witte binnenkant zijn nu eenmaal niet zo lekker als de Hollandse aardbeien die je in de zomer koopt. Dus wat doe je dan als je een recept wilt maken waar verse aardbeien in de ingrediëntenlijst staan? Je kunt gelukkig ook heel vaak gewoon kiezen voor fruit uit de diepvries of zelfs uit blik. Ik gebruik het zelf ook wel eens om te bakken en dat gaat hartstikke prima. Met lekkere resultaten uiteraard. Soms kan het ook gewoon niet anders. Voor mijn boek maakte ik bijvoorbeeld een plaatcake met perziken en blauwe bessen. Die bessen kon ik wel vinden, maar verse perziken waren op dat moment nog niet te koop. Dus gebruikte ik ze uit blik, die cake smaakte er echt niet minder om hoor. Toch heb ik in bepaalde situaties wel een voorkeur, ik zal je er meer over vertellen
In het seizoen
Als een bepaalde fruitsoort in het seizoen is, gaat daar mijn voorkeur naar uit. Ik koop dan ook altijd meer dan nodig is om gewoon zo lekker op te eten. Dat doe ik toch minder snel met fruit uit blik of de diepvries. Daarnaast is vers fruit gewoon veel mooier. Kijk maar eens naar de blauwe bessen op de foto. Die verse bessen zien er toch veel uitnodigender uit om op te eten?
Uiterlijk
En dat brengt me ook gelijk op het volgende. Wanneer je fruit decoratief gebruikt en het goed zichtbaar is op je baksel, gebruik ik zelf altijd vers fruit. Dat is nu eenmaal het mooist. Die bevroren blauwe bessen worden er echt niet mooier op als ze ontdooien, daarom vind ik fruit uit de diepvries niet geschikt ter decoratie. Met fruit uit blik maak ik nog wel eens een uitzondering. Perziken bijvoorbeeld gebruik ik soms wel als decoratie terwijl het uit een blik komt, dat vind ik bij deze steenvrucht niet storend. Als ik immers zelf een perzik zou schillen en in partjes snijd zou het qua uiterlijk niet heel veel verschillen. Dat is dan ook het punt waar ik op let als ik toch besluit blikfruit ter decoratie te gebruiken.
Door een beslag
Hoe mooi je bessen ook zijn, eenmaal gebakken in een cake zie je daar niets meer van terug. Helemaal prima dus om een doosje uit de diepvries te gebruiken. Houd er wel rekening mee dat ze soms een iets ander effect kunnen hebben. Om nog even bij de blauwe bessen te blijven; die geven flink af als je ze door een beslag spatelt. De verse bessen hebben dit niet. Dat is niet erg, maar het is wel iets om rekening mee te houden als je een bepaald resultaat voor ogen hebt.
Conclusie
Als je niet op uiterlijk zou letten, kun je vers fruit altijd vervangen door de variant uit blik of de diepvries. Wanneer je wilt dat je baksel er ook nog eens heel mooi uit ziet, dan zou ik sneller voor vers fruit kiezen ter decoratie. Neemt niet weg dat je ook gewoon een diepvries aardbei kunt ontdooien voor bovenop de taart natuurlijk, het is maar net wat jij wilt.