Ik krijg altijd veel vragen over het decoreren van koekjes, zo tussen neus en lippen door heb ik inmiddels al heel wat tips gegeven. Toch lijkt het mij handig om een overzicht te maken van alle handige tips en trucs. Zo kun je bij vragen altijd even terug kijken in deze post om te kijken hoe het ook al weer zat. Koekjes decoreren is niet moeilijk, je moet het gewoon proberen en je zult dan zien dat het steeds gemakkelijker gaat. Ik heb heus ook behoorlijk wat koekjes staan vervloeken omdat het niet ging zoals ik in gedachten had. Met al deze tips hoop ik dat het jullie makkelijker af gaat. Misschien niet allemaal volgens het boekje, maar wel zoals het voor mij werkt en hopelijk dus ook voor jullie.
Het decoreren van koekjes begint bij de basis: de koekjes. Als je deze koekjes bakt is het belangrijk dat deze tijdens het bakken hun vorm behouden, zo krijg je de mooiste koekjes. Dit zijn recepten die tijdens het bakken hun vorm mooi behouden en ook nog eens heel erg lekker zijn:
Als je je deeg gaat uitrollen om leuke vormpjes uit te steken, bestuif je werkblad dan met bloem. Leg je deeg hier op en bestuif het deeg ook met wat bloem. Zo blijft je roller niet aan het deeg plakken. Bij het bakken van de koekjes is het belangrijk dat je koekjes van (ongeveer) dezelfde maat tegelijk bakt, een kleiner koekje hoeft minder lang in de oven dan een grote.
Wanneer je je koekjes gebakken hebt is het tijd om ze te gaan decoreren, daarvoor heb je royal icing nodig. Het recept vind je hier. Dit is het recept dat ik altijd gebruik wanneer ik koekjes decoreer. Royal icing is eigenlijk gewoon een soort glazuur, maar wel eentje die hard wordt. Een knapperig laagje dus voor op je koekjes.
Icing kun je kleuren in alle kleuren van de regenboog met kleurstoffen. Je kan dit met een kleurpoeder doen maar ikzelf gebruikt het liefst kleurgel. Ik verdeel mijn witte icing over glazen schaaltjes om ze hierna te gaan kleuren. De schaaltjes waar je nog niet mee bezig bent kun je het best even afdekken met een vochtig doekje zodat de icing niet hard wordt. Doordat je glazen schaaltjes gebruikt kun je tijdens het roeren goed zien of je alle icing al gekleurd hebt, of dat er nog witte icing op de bodem zit. Probeer altijd wat witte icing over te houden. Dit kun je gebruiken om icing lichter te maken wanneer je te veel kleurstof hebt gebruikt maar ook om de icing weer wat dikker te maken als deze te dun is geworden.
Royal icing heb je in verschillende diktes. Jullie kennen het vast wel; de dunne-, middel- en dikke consistentie. Eentje voor de lijntjes, eentje om op te vullen en nog eentje die zijn vorm behoudt voor details. Ik werkte hier ook altijd mee, een behoorlijk gedoe kan ik je vertellen. Want voor elke kleur heb je sowieso al twee spuitzakken nodig en dan zul je altijd zien dat je de verhoudingen dik/dun net niet goed ingeschat hebt. Weg ermee dus, lang leve de 20-seconden icing!
20-seconden icing
Deze icing heeft precies de goede dikte om de omlijning mee te kunnen maken zonder dat het gelijk van het koekjes afloopt. En de dikte is ook nog eens precies goed om mee te kunnen vullen. Bijkomend voordeel is dat de lijntjes en vulling mooi in elkaar overlopen, je ziet dus geen lijntjes van een dikkere icing, persoonlijk vind ik dat mooier.
Hoe maak je het?
Je neemt het basis recept van de icing en hier voeg je beetje bij beetje wat water aan toe om de icing te verdunnen. De icing is goed als het oppervlak na doorroeren met 20 seconden weer mooi glad is.
Dikke icing
Dikke icing (zoals ik het voor het gemak maar noem) gebruik je als je decoraties vorm moeten houden. Dit zie je bijvoorbeeld bij de kerstboom en groene koekjes met bloemetjes. De icing blijft in pieken overeind staan en je kunt ook nog goed zien dat ik een stervormig spuitmondje heb gebruikt. Bij rudolph heb ik de icing ook gebruikt voor de hulstblaadjes in zijn gewei. De dikke icing is gewoon het basisrecept, je hoeft hier geen water meer aan toe te voegen.
Dan heb je spuitmondjes nodig, ik gebruik verschillende soorten:
- Wilton #2 = voor de omlijning en invulling van de koekjes
- Wilton #1 = voor het maken van fijne lijntjes of om mee te schrijven (niet geschikt voor dikke icing)
- Wilton #3 = voor het invullen, voor grotere oppervlakken werkt dit wat sneller
- Wilton #129 = voor het maken van ‘dropflowers’ (kan alleen met dikke icing)
- PME ST51 = voor het maken van blaadjes
- Wilton #102 = voor het maken van een ‘ruffle’ randje
Er zijn natuurlijk nog veel mee spuitmondjes die je kunt gebruiken. Deze gebruik ik het meest voor het decoreren van koekjes.
Koekjes decoreren vergt geduld, veel geduld. Tussen alle verschillende kleuren door moet de icing namelijk drogen. Had ik bij bovenstaand koekje de rode neus al gemaakt terwijl zijn gezicht nog nat was, dan was de neus er als een grote rode vlek in weg gezakt. Niet zo mooi zul je begrijpen. Na de eerste laag aangebracht te hebben moet je de icing zo’n 8 uur laten drogen. Dan is het echt droog en kun je met een gerust hart verdere decoraties aanbrengen. Het makkelijkst is om ’s avonds de basislaag aan te brengen zodat je de volgende gelijk weer verder kunt. Bij kleinere decoraties wacht ik meestal niet 8 uur. Wanneer de icing er dan dof uit ziet is de toplaag droog, je kunt er dan al kleine decoraties op aanbrengen (zoals de blaadjes op het gewei).
Als al je koekjes gedecoreerd zijn heb je eigenlijk altijd wel icing over, ik wel in ieder geval. Vaak vind ik zonde om zomaar allemaal weg te gooien.
Dropflowers
De dikke icing kun je bijvoorbeeld gebruiken om dropflowers te maken. Met een andere kleur icing kun je nog een stip in het midden zetten voor het hart van de bloem. Zo heb je leuke suikerbloemetjes die je gewoon in een afgesloten bakje kunt bewaren. Altijd wat decoratie op voorraad.
Transfers
Met de dunne icing kun je transfers maken. Tijdens de advent heb ik al laten zien hoe je dit met chocola doet. Het principe voor royal icing is exact hetzelfde. Ik heb er bijvoorbeeld de bloemetjes mee gemaakt die in het gras zijn gedrukt op bovenstaande koekjes.
Voor bovenstaande twee technieken zal ik nog eens aparte blog posts maken om het met foto’s (of misschien wel een filmpje) toe te lichten.
De laatste paar tips die ik jullie nog mee wil geven gaan over de materialen. spuitzakken bijvoorbeeld, je kunt dure wegwerpspuitzakken kopen maar met een snoepzak gaat het ook prima. Met dikke icing kun je beter wel een stevige spuitzak of een dubbele snoepzak gebruiken.
Icing droogt aan de lucht, niets irritanter dan een verstopt spuitmondje omdat de icing is gaan drogen. Dit is heel makkelijk te voorkomen, op twee manieren zelfs. Ten eerste bestaan er hele handige tip covers, een soort rubberen dopjes die de spuitmondjes goed afsluiten. Ten tweede kun je een een hoog (en breed) glas nemen en een vochtig keukenrolletje op de bodem plaatsen. Je zet je spuitzak in het glas (gelijk een handige houder) en door het vochtige doekje droogt de icing niet uit.
Heb je toch een verstopt spuitmondje door bijvoorbeeld een klontje poedersuiker? Knijp dan niet zo hard mogelijk om het er uit te krijgen. Je kunt beter een speldje pakken en het doorprikken.
Icing kun je best even bewaren. Heb je ’s avonds al wat voorbereidingen gedaan en ga je pas de volgende dag verder? Zorg dat alle spuitmondjes afgesloten zijn om uitdrogen te voorkomen. De spuitzakken kun je gewoon buiten de koelkast bewaren.
Zachte koekjes weer knapperig maken
Het is logisch dat je koekjes zacht worden als je deze met royal icing decoreert. Het vocht in de royal icing trekt in de koekjes waardoor ze zachter worden. Zelf vind ik dat niet erg in combinatie met het knapperige laagje icing. Wil je toch liever knapperige koekjes? Dat kan! Zet de oven aan op 50 graden. Schuif een plaat gedecoreerde koekjes in de oven en laat de deur op een kiertje. In je zelf gemaakte ‘droogkast’ laat je de koekjes nu een uur staan. Het vocht trekt nu uit de koekjes, zo worden ze dus weer knapperig. Als je ze hierna luchtdicht verpakt blijven ze ook knapperig, er kan immers geen vocht meer bij.
Veel plezier bij het decoreren van koekjes, met deze tips gaat het jullie vast lukken! Vragen? Stel ze gerust 🙂